Nederland: Een rechts land

De afgelopen verkiezingen bewijzen één ding: Nederland is een rechts land. De PVV werd met 37 zetels de grootste van de verkiezingen en ook onder jongeren was zij de grootste. Dit is merkwaardig te noemen omdat er een stigma heerst op jongeren dat ze vaak links zijn en links stemmen. Waar komt dit rechtse stemgedrag van Nederlandse jongeren vandaan?

Hier een video over Lloyd Opdam. Hij is een rechtse jongere die gestemd heeft op JA21, actief is bij de jongeren verenigingen van JA21 en BVNL en schrijft voor Nieuw Rechts (een nieuwssite gericht op meer rechtse artikelen). Hij verteld in deze video over zijn ervaring hoe het is om rechts te zijn in Nederland en hoe hij denkt over bepaalde kwesties.

‘’Jongeren zijn vaker geneigd om wat radicaler te stemmen dan oudere kiesgerechtigden’’, zegt promovendus politicoloog Rick van Well. Jongeren die links willen stemmen, kiezen dan vaker voor een Partij voor de Dieren of DENK, terwijl rechtse jongeren hun stem geven aan partijen als Forum Voor Democratie of de PVV. Dat Nederlandse jongeren dit doen, vindt Van Well niet gek. ‘’Wereldwijd stemmen jongeren vaak radicaler. Dit gebeurt ook in Duitsland, Frankrijk en Italië’’, meldt de jonge politicoloog. Een andere reden waarom deze verkiezing voor de PVV zo goed is uitgevallen, komt volgens Van Well door het lage vertrouwen in de politiek. ‘’Het vertrouwen in de politiek is heel laag in Nederland en daar weten populistische partijen van te profiteren’’, stelt Van Well. ‘’Oudere kiesgerechtigden stemmen nog vaak op basis van hun beeld over sociaal economische kwesties. De nieuwste generatie heeft veel meer belangstelling voor milieu en culturele kwesties. De partij die daar het duidelijkst haar standpunt over formuleert, trekt veel kiezers aan’’, zegt Van Well overtuigd. Van Well voegt ook toe dat Nederlandse jongeren helemaal niet zo links zijn zoals vaak wordt beweerd. ‘’Het is een misvatting dat jongeren progressief zijn. Studenten en hoogopgeleiden bepalen de beeldvorming dat deze links en progressief zijn, maar deze groep is ‘by far’ niet representatief voor alle Nederlanders’’, concludeert Van Well.

Of sociale media veel invloed hebben gehad op de uitslag van de verkiezingen, is iets waar Van Well over moet speculeren. ‘’Sociale media zijn een hele belangrijke informatiebron voor jongeren. Veel belangrijker dan voor oudere mensen’’, zegt Van Well. ‘’Jongeren krijgen andere informatie binnen dan oudere kiesgerechtigden, voor wie het journaal en de krant hun belangrijkste informatiebron is. Het algoritme op sociale media bevoordeelt berichten die extremer zijn en berusten op strijd. Dit kan een mogelijke reden zijn waarom een populistische partij als de PVV zo goed heeft gescoord onder jongeren’’, sluit Van Well af.

Dit is een datavisualisatie over het vertrouwen in de politiek in Nederland. Jongeren hebben minder vertrouwen dan middelste leeftijdsgroep (34-54). 55 plussers hebben het minst vertrouwen in de politiek. De cijfers die gebruikt zijn komen uit een onderzoek van IPSOS.

Dit is een datavisualisatie over de onderwerpen waar mensen (heel) weinig vertrouwen over hebben in de politiek.