Reportage
Parkinson Boksen: Geen rake klappen, wel een gevecht
Boksen en de ziekte van Parkinson lijkt geen voor de hand liggende combinatie. Toch weet menig Parkinsonpatiënt de weg naar de boksschool inmiddels te vinden. Zo ook Hans: “Als ik hier wegga, voel ik een soort rust over me.”

Wie bij Ace Gym in Vleuten afgetrainde spierbundels en rake klappen verwacht, komt op woensdagmiddag bedrogen uit. Dan opent de boksschool zijn deuren voor een speciaal groepje boksers. Aan fanatisme ontbreekt het niet en ze hebben Parkinson als gedeelde tegenstander.
Een van de boksers is Hans. Acht jaar geleden kreeg hij de diagnose Parkinson. Hoewel het verloop van zijn ziekte traag gaat, merkt hij de achteruitgang. “Dus ben ik hier om aan mijn conditie te werken en sterker te worden”, vertelt hij.
Hans en zijn mede-boksers worden warm ontvangen door Erwin Lagcher. Hij is de trainer en eigenaar van Parkinson Boksen Nederland. “Welkom allemaal”, roept hij vrolijk wanneer de groep binnenloopt. “We gaan er weer een mooie les van maken vandaag”, luidt hij het begin van de training in.


Asymmetrie en vertraging
De eerste oefening lijkt simpel. De boksers moeten afwisselend met de rug en de palm van de hand op de andere hand klappen. Dat gaat ze in eerste instantie goed af. Maar wanneer ze de opdracht krijgen om dit met de andere hand te doen, is de oefening voor sommigen ineens een stuk moeilijker. De één vertraagt sterk, de ander slaat mis. “Typisch voor de ziekte van Parkinson”, vertelt Lagcher.
Jeroen van Vugt, neuroloog bij Medisch Spectrum Twente, legt uit hoe het zit: “Bij Parkinson sterven de hersencellen die dopamine produceren af. Daardoor ontstaat er een tekort. Dopamine heb je nodig om makkelijk te kunnen bewegen, maar ook om snel te kunnen denken en handelen.”
Ook legt Van Vugt uit dat de ziekte vaak aan één kant begint. “Het verlies van dopaminecellen verloopt asymmetrisch. Eén hersenhelft loopt voor op de ander.” Dat verklaart waarom zo’n oefening aan de ene zijde van het lichaam moeilijker is dan aan de andere zijde. “Maar waarom dat zo is weten we niet.”
Na de warming-up gaan de boksers aan de slag in tweetallen. Voortvarend beginnen ze een combinatie te oefenen. Met hun handschoenen stoten ze op de opengehouden handschoenen van hun maatje. Linker stoot. Rechter stoot. “Goed bezig!”, moedigen ze elkaar aan. De bewegingen zijn wat trager en stroever dan van een doorsnee bokser, maar de gedrevenheid van deze groep valt op.

Veiligheid voorop
Vrezen voor een gebroken neus of kaak hoeven de boksers niet. Veiligheid staat voorop. Op het hoofd stoten is uit den boze. Trainer Lagcher legt uit dat de boksers alleen op armlengte afstand staan, waarbij ze het hoofd van de ander niet kunnen raken.
Toch reageren mensen bij de combinatie boksen en Parkinson al snel verbaasd of enigszins bezorgd, is de ervaring van de boksers. “Mensen vinden het wel vreemd, of beginnen over Muhammad Ali”, zegt één van hen.
Voor wie een beetje kennis heeft van de bokssport, is de link met Ali al snel gelegd. De meervoudig wereldkampioen in de zwaargewichtklasse leed na zijn carrière aan Parkinson. Men denkt daarom weleens dat boksen Parkinson kan veroorzaken. Onterecht, vindt Lagcher: “In de hele geschiedenis is hij de enige bekende bokser geweest met Parkinson. Is het dan door het boksen gekomen? Ik denk zelf van niet. Dan zouden er veel meer van zulke gevallen moeten zijn.”

ABCD Cassius Clay
In de boksles gaat de intensiteit wat omhoog. De boksers krijgen een oefening en moeten tegelijkertijd het alfabet opzeggen. “ABCD Cassius Clay” roept Hans, terwijl hij de oefening uitvoert. Lagcher geniet daar zichtbaar van: “De humor is heerlijk in de groep.”
Hij laat zijn boksers met een reden praten tijdens het sporten: “Door te praten of zingen tijdens de training, train je de spieren in de nek.” Neuroloog Van Vugt bevestigt dit: “Net als andere spieren in het lichaam kunnen de spieren van de stem stram en stijf worden. Dat komt allemaal door het dopaminegebrek. Daarom kan praten moeilijker worden.”
Sporten voor dopamine
Vanwege het dopaminetekort bij Parkinson is het voor patiënten belangrijk om te sporten. Niet alleen voor de lichamelijke conditie, maar ook voor het verbeteren van de hersenfunctie. Van Vugt vertelt: “Door te bewegen maak je meer dopamine aan. Dat heeft een gunstig effect op de Parkinson.”
Die gunstige effecten ervaart Hans ook na een bokstraining. Hoewel hij in eerste instantie kwam om fysiek sterker te worden, is het resultaat volgens hem groter dan dat. “Normaal gesproken heb ik last van een trillende arm. Maar na een uurtje boksen hangt er een soort rust over me. In de auto naar huis is mijn arm doodstil.”
Doen wat je leuk vindt
Met boksen heeft Hans iets gevonden wat hij leuk vindt. “In mijn twintiger jaren had ik al eens gebokst. Toen ik hoorde over Parkinson Boksen was ik meteen enthousiast.” Hij traint inmiddels in Vleuten en Vianen. “Zo heb ik twee ijkpunten per week”, zegt hij.
Volgens neuroloog Van Vugt is het plezier in de sport het belangrijkste: “Het is onduidelijk welke vorm van lichaamsbeweging het allerbeste is voor mensen met Parkinson. Het belangrijkste is dat je in beweging bent en dat je iets doet dat je volhoudt. Het maakt niet uit of dat nou boksen, tafeltennis of nordic walking is.”
Toch zijn er volgens hem wel een paar aspecten waarop boksen een streepje voor heeft: “Er komen oefeningen in terug die je balans kunnen versterken. En er zit een stuk reactiesnelheid in. Omdat bij Parkinson vaak vertraging van bewegingen optreedt, kan ik me voorstellen dat bokstraining daarbij helpt.”

Sparren op het lichaam
Lagcher heeft in zijn lessen steeds vaker boksers die de smaak zo te pakken hebben, dat ze graag meer willen. Op verzoek van deze fanatiekelingen denkt hij na over de opties om te sparren: “Maar daar moet ik nog even goed over nadenken. Als de boksers dichterbij elkaar gaan staan en hoeken naar elkaars hoofd maken, dan wordt het een zooitje.”
Rechtdoor stoten naar het lichaam zou een uitkomst kunnen bieden. “Ik ben nu thuis aan het brainstormen over hoe we dat gaan doen”, zegt Lagcher. “Maar alleen als het veilig kan. Als dat niet lukt, dan gaan we het gewoon niet doen.
Emotie aan de oppervlakte
In de les mogen Hans en zijn groepsgenoten nog even los op de bokszak. Wanneer hij begint te stoten, komt er duidelijk frustratie omhoog: “Kutziekte, denk ik dan. Waarom ik?”. Gelukkig heeft het rammen op de zak ook een kalmerende werking voor hem: “Het ruimt op in je bovenkamer. Daar word je rustiger van.”
Volgens trainer Lagcher liggen de emoties van de boksers vaker aan de oppervlakte in zijn les. Daar is volgens hem ook alle ruimte voor: “Boosheid, verdriet, lachen, alles komt naar voren in de lessen. Het allerbelangrijkste vind ik dat het er mag zijn. Ik zal een luisterend oor bieden en kan soms een stukje advies geven. Als mensen maar het gevoel hebben dat ze zichzelf mogen zijn hier.”
Na de training, wanneer de boksers onder het genot van een kopje koffie nog even napraten, vertelt Hans dat hij steun ervaart van de andere boksers: “Zij kennen het gevoel, want zij hebben ook dagen dat ze worstelen. Als ik dan tegen die zak ram en begin te vloeken, dan weten ze precies wat ik bedoel. Je hoeft niets meer te zeggen.”