“Vecht, vecht, vecht, wonen is een recht!”, wordt er luidkeels vanaf het Domplein de binnenstad in geschreeuwd. Met korte mouwen, spandoeken en borden, én een tikkeltje zonnebrand marcheren zo’n honderden demonstranten door de zonovergoten straten van Utrecht. Samen kleuren zij de stad rood. Het is een protest wat meer is dan alleen een optocht; een uitbarsting van collectieve frustratie, maar ook van solidariteit.
Zaterdagmiddag twee uur. Een oudere man heeft zijn rollator pontificaal naar voren gezet, om de boodschap van zijn kartonnen bord goed zichtbaar te laten zijn. ‘Onze kleinkinderen willen ook wonen’, staat er in hoofdletters op. Op zijn hoofd een rode pet en zonnebril die hem beschermen tegen de verrassend harde lentezon.
Niet ver van hem vandaan staat een jonge vader, wiens kleuter in de buggy speelde met haar zelfgemaakte bord. ‘Het is niet eerlijk – iedereen mag een huis’, is er met kronkelende, roze glitterinkt opgeschreven. Jong en oud lopen vandaag zij aan zij, ieder met een eigen reden.
Het protest is georganiseerd door een brede coalitie van huurdersverenigingen, studentenorganisaties, krakersgroepen en vakbonden, ondersteund door progressieve politieke partijen. Tussen de menigte klinkt het geritsel van de uitgedeelde flyers en het gewapper van spandoeken. Midden in de mensenmassa staat Melissa Romani. “Ik sta hier uit solidariteit, maatschappelijke ideologie. Ik heb een huis, ik zit goed”, ze fronst, “Maar ik sta hier ook voor mijn kinderen, voor de toekomst”, geeft ze als reden voor haar aanwezigheid deze middag. Maar na wat doorvragen blijkt er ook een andere kant aan het verhaal te zitten.
Tekst gaat door onder de foto.
Bijna duizend demonstranten verzamelden zich bij het woonprotest op 10 mei 2025. Politieke partijen SP en GroenLinks-PvdA toonden hun solidariteit door hun aanwezigheid. Foto: Amanda Arcadia Algra
Huurders betalen de prijs
De stoet beweegt zich ondertussen langzaam door de binnenstad, van het Domplein richting Janskerkhof. Richting de stad, richting zichtbaarheid. Eén kartonnen springt eruit “Onze huisbaas zet ons eruit omdat hij niet genoeg winst maakt, terwijl hij elke maand 1.800 euro verdient!’. De 25-jarige Madelief houdt het bord stevig vast. “Ik geef het grootste deel van mijn inkomen al uit aan huur”, zegt ze, haar stem klinkt dun, “Nóg een verhoging, en ik moet verhuizen”. Haar schouders zakken.
Ze wil anoniem gefotografeerd worden. Niet uit schaamte, maar uit angst. “We horen dingen als: als jullie het niet betalen, zet ik er wel anderen in”. Ze kijkt naar links waar haar huisgenoot Veerle loopt. Hun blikken vangen elkaar kort, even ontspant haar gezicht. “Daarom ben ik hier vandaag”.
Een groot onderwerp tijdens het protest is de door de PVV beloofde huurverlaging; een belofte die veel huurders hoop gaf maar uiteindelijk niet werd waargemaakt. In plaats van een structurele huurverlaging, volgden er halfslachtige maatregelen zoals een tijdelijke huurbevriezing, die later zelfs weer werd ingetrokken. Veel huurwoningen zullen dit jaar duurder worden: sociale huur (maximaal 5 procent), middenhuur (maximaal 7,7 procent) en vrije sector (maximaal 4,1 procent).


Lege panden, volle straten
De teleurstelling en tegelijktijdig boosheid is te merken tijdens het protest. Teksten op borden zijn fel, geschreven in vetgedrukte letters. Demonstranten ballen hun vuisten terwijl ze hard meeschreeuwen met de strijdkreten tegen het huidige woonbeleid: “Hoe laat is het? Solidariteit!”
Onderweg terug naar het Domplein slaat de stoet plots af naar de Mariastraat. Op het terras zitten mensen te lunchen; de geur van koffie en verse broodjes zweefde door de straat. Maar een paar meter verder wordt deze geur abrupt ingewisseld voor die van rook. Meerdere fakkels worden aangestoken en kleuren de hemel rood.
Leden van de Revolutionair Socialistische Partij (RSP) hebben een pand gekraakt. Met maskers op staan ze als een blok voor de woning, en kijkend uit het raam vanaf de tweede verdieping.
De begane grond van het pand is winkelruimte en staat leeg, en volgens de RSP staat de woonruimte erboven ook al meer dan een jaar leeg. Het woongedeelte is dan ook gekraakt, als statement tegen wat zij zien als een falend woonbeleid. Demonstranten lijken de druk te voelen van de politie, die al snel ter plaatse is. Sommigen lopen door verwarring door naar het Domplein, het einde van de mars. Een grote groep blijft staan. “We staan hier uit solidariteit”, zegt een demonstrant.
Tekst gaat door onder de foto.
Leden van de Revolutionair Socialistische Partij (RSP) hebben een leegstaand pand op de Mariastraat gekraakt. Toen de stoet langs langsliep was de politie al ter plaatse. Foto: Amanda Arcadia Algra
Dubbelglas
De woede en frustratie die op straat voelbaar zijn, gaan achter gesloten deur door. Voor velen gaat de strijd verder in hun eigen woonkamers. Melissa Romani is daar een goed voorbeeld van. Zij worstelt al twintig jaar met het woonbeleid. “Het voelt soms alsof ik een dak boven mijn hoofd heb, maar geen stem in wat er met mijn woning gebeurt”. Melissa is trouwe sociale huurder van een woning in de Utrechtse wijk Oudenoord, waar ze met haar twee kinderen woont. “Ik ben niet blij met hoe de woningcorporatie voor ons zorgt, want die doet geen reet. Het is super koud hier in huis, het is ontzettend slecht geïsoleerd”.
Ze haalt haar handen door het haar terwijl ze wijst naar de kozijnen. “We hebben dubbelglas, dubbelglas in de oude kozijnen! Kan je je dat voorstellen? Hier hebben we helemaal niks aan. Als je buiten staat, kunnen we met gemak met elkaar praten!”. Haar wenkbrauwen gaan omhoog. Melissa heeft al vaker geprobeerd contact te zoeken met de wooncorporatie, maar het lijkt alsof haar klachten niet serieus genomen worden. “Als we willen isoleren, zijn we afhankelijk van de woningbouw. Dan stuurt Mitros iemand, en weet hij vervolgens niks over isolatie. Hoe kan je nou iemand sturen die niet gespecialiseerd is?”.
“Willen jullie wat te drinken?”, haar tienjarige zoontje loopt trots de kamer binnen en zet twee glazen water op tafel. “En mag ik op de computer op Pinterest?”. Terwijl het gewone gezinsleven doorgaat, wordt Melissa in haar eigen huis dagelijks geconfronteerd met de harde realiteit.
Ze loopt de slaapkamer in waar haar beiden kinderen slapen. De muur is bedekt met een turquoise laag verf en bij het raam hangen paarse gordijnen. Op het nachtkastje ligt een roze slaapmasker en een opengeslagen editie van tienerblad Tina. De kinderen slapen samen in een stapelbed, recht onder het raam.
Melissa loopt naar het raam toe en legt haar hand tegen het kozijn aan. “In de winter is het ook hier ijskoud”. Toen de wooncorporatie niet luisterde, besloot ze zelf maar iets te doen en heeft ze een radiator geïnstalleerd. Ze schudt afkeurend haar hoofd.


“Mensen in een sociale huurwoning wonen daar omdat ze een bepaald salaris hebben. Je moet er juist voor zorgen dat ze niet in de problemen komen door hoge energie- en gaskosten. Maar wij zijn uiteindelijk wel degenen die er het meeste aan uitgeven omdat het niet geïsoleerd is. Het loopt eigenlijk allemaal weer weg”.
Tussen koop en huur
Terug in de woonkamer, zakt Melissa neer op de grijze bank. Ze kijkt kort even naar buiten. Ondanks dat ze zelf huurder is, wonen alle buren in haar straat in een koophuis. Deze mochten zij jaren geleden overkopen van de wooncorporatie. Zelf koos ze daar destijds voor om dat niet te doen. “Ik had geen vast contract, dus voor mij was dat geen optie. Maar waarom zou ik het wél doen? Dan gaat er wéér een sociale huurwoning uit het aanbod weg. Want als ik hem koop, komt hij nooit meer terug in het sociale segment. Dat is het échte probleem”.
Toen Melissa online keek naar het woonaanbod in Utrecht, viel haar oog op de cijfers: 69 huizen te koop, maar slechts 11 te huur. Deze ontwikkeling is al jaren aan de gang. Woningcorporaties verkopen oude huurwoningen om te kunnen investeren in nieuwbouw, maar de nieuwbouw blijft vaak achter of valt door stijgende bouwkosten in een duurder segment. Hierdoor slinkt het aanbod van betaalbare woningen, terwijl de wachtlijsten blijven oplopen. Een wachttijd van 11 jaar op een huurwoning in Utrecht is geen uitzondering.
Zo stond een voormalig sociale huurwoning in de Utrechtse wijk Oog in Al te koop voor 869.000 euro. Terwijl deze woning, zoals vele sociale huurwoningen, kampt met achterstallig onderhoud (RTV Utrecht).
Tekst gaat door onder de foto.
Melissa Romani is tegen het verkopen van sociale huurwoningen aan huurders. “Als ik mijn woning koop, gaat hij nooit meer terug in het sociale segment”. Foto: Amanda Arcadia Algra
Critici stellen dat mensen met lage inkomens zo de stad uit worden gejaagd. Dit komt overeen met het gevoel dat Melissa heeft. Zo verkoopt Woonin, de wooncorporatie waar haar huis onder valt, zo’n zestig huurwoningen per jaar. Ook Melissa zet zich hier al langere tijd voor in, en zal hier zeker mee doorgaan.
Het bord waarmee Melissa haar boodschap de straat op bracht, ligt nog in gang. ‘Huizen voor mensen, niet voor winst’. Het heeft een plekje onder de muur waar ze haar uitgebreide collectie van schilderijen van de Domtoren heeft hangen.
Het staat symbool van haar vastberadenheid. Voor haar kinderen, voor haar buren, én voor alle anderen die geen stem hebben in het woonbeleid. Haar ogen twinkelen. “Ik blijf me inzetten, voor mijn buurt én voor mijn stad.”