Amsterdammer Sander Veenhof maakt augmented reality projecten. ‘Het is heel gaaf dat je jouw eigen digitale speeltuin kan bouwen’

Afgelopen maand is het eerste metaverse festival gehouden in Amsterdam. Het evenement verkende met een culturele invalshoek verschillende mogelijkheden van de virtuele wereld. Een van de technologieën die daarbij komt kijken is augmented reality (AR). Amsterdammer Sander Veenhof houdt zich bezig met het ontwikkelen van augmented reality projecten. 

Erin gerold
‘Sinds 2010 houd ik mij op uiteenlopende manieren bezig met de augmented reality techniek. Met AR maak je virtueel kleine aanpassingen die de werkelijkheid veranderen of interactief maken. Dit kan je bijvoorbeeld bekijken met je telefoon, of met een speciale bril.

Ik ben vooral aan het verkennen. Ik kijk wat er technisch mogelijk is en probeer dan op de grens te gaan zitten van wat er net aan kan. Vaak doe ik dat ook vanuit de rol als kunstenaar. Dan kan ik wegkomen met dingen die eigenlijk nog net niet goed werken, maar toch al best interessant zijn.

Ik ben eigenlijk al heel lang met computers bezig. Eerst heb ik informatica gestudeerd en daarna de Gerrit Rietveld Academie gedaan. Ik heb het altijd leuk gevonden om virtuele dingen te creëren. Op het moment dat ik in SecondLife – een soort virtuele wereld – dingen begon te maken, ontdekte ik dat op een computer alles kan. Je kan eindeloos dingen ontwikkelen zonder dat er beperkingen zijn. Ik heb daar in SecondLife veel mee gedaan, maar je zit dan nog steeds in dat virtuele scherm. Toen kwam in Nederland rond 2010 de Layar app uit. Daarmee kon ik al dat virtuele plots ook in de fysieke wereld neerzetten. Dat was het moment dat ik daar helemaal voor ben gegaan.’

Wisselwerking
‘Ik ben zelf heel erg gefascineerd door die brillen, waardoor je in een soort wereld rondloopt waar extra dingen in gebeuren. Ik merk dat het fysieke en het virtuele dan echt samen tot een eindproduct komen. Op het moment dat er een soort wisselwerking tussen de twee is, dan vind ik AR het best tot zijn recht komen.

Waar ik vooral altijd heel benieuwd naar ben, is wanneer die AR ook echt iets oplevert wat anders is dan wat er al was. Je kan op een bepaalde plek een animatie neerzetten, dat kan overal, zelfs in mijn eigen huiskamer. Dat is visueel dan misschien een stukje leuker dan een filmpje kijken. Maar juist op het moment dat ik een echt object extra indruk kan laten maken door er op de juiste plek iets aan toe te voegen, vind ik die techniek heel toepasbaar. Dat ben ik altijd een beetje aan het opzoeken, dat vind ik het mooist.’

Valkuilen
‘Voor mijn gevoel zou er zo veel kunnen, maar ik denk dat er heel veel angst is om iets te doen wat niet voor iedereen super goed te begrijpen is. Daardoor leg je de lat heel hoog en doe je vervolgens eigenlijk niks. Dat is heel zonde, je laat dan kansen liggen.

Ik denk dat op het moment dat je ergens twee knoppen op zet, mensen al snel zeggen dat ze niet weten op welke knop ze moeten drukken. Daar begint het al mee. Zodra iets technisch of digitaal is, heb je gelijk dat mensen drie stappen terug doen en roepen dat ze het niet snappen. Ik denk dat dat nooit gaat veranderen eigenlijk.

Het is dan moeilijk om iets te maken voor je doelgroep, want daar zitten altijd mensen bij die er echt niets van snappen en dat ook niet willen. Terwijl je het aan jongere generaties weer niet hoeft uit te leggen. Er is nogal een verschil tussen mensen die het heel goed begrijpen en mensen die het niet begrijpen. Maar, mensen zouden daar ook wel eens wat meer moeite voor mogen doen.

Er zijn natuurlijk veel mensen die de digitale techniek eigenlijk een beetje eng vinden. Maar als dit in de toekomst heel belangrijk gaat worden, is het toch heel raar als je je daar helemaal buiten houdt? Dat is ook wel een beetje mijn boodschap, ik wil laten zien wat er kan en vooral uitnodigen.’

 Doelen en succes
‘Al doende dit soort dingen ontdekken vind ik een leuke werkwijze. Laten we juist ook alvast dingen bekijken en bespreken die qua techniek eigenlijk nog een beetje op het randje zitten. Ik vind dat we zelf een veel grotere rol in moeten spelen in de ontwikkelingen, in plaats van dat we afwachten tot het over tien jaar allemaal perfect voor ons geregeld is door grote bedrijven.

Ik haal heel veel voldoening uit wat ik allemaal kan maken, het is heel gaaf dat je jouw eigen digitale speeltuin kan bouwen. Ik wil niet een soort megaplan maken, torenhoge verwachtingen hebben en daarna ook enorme teleurstelling ervaren als iets niet lukt. Dit is wat kleinschaliger en daarmee op een andere manier succesvol.’