“Ik heb nog nooit op een man gestemd.” 

Op 6 juni 2024 mag er in Nederland weer gestemd worden. Ditmaal is dat voor het Europees Parlement, deze verkiezingen zijn als enige elke vijf jaar in plaats van elke vier jaar. En de inwoners van alle 27 landen binnen de Europese Unie gaan deze dag naar de stembussen om te stemmen. Maar hoe is de representatie binnen het Europees Parlement? Hoe is de verhouding tussen mannelijke en vrouwelijke parlementsleden? Want wist je dat van de Nederlandse parlementsleden 44,8% een vrouw is? 

Het Europees Parlement is het enige gekozen orgaan binnen de Europese Unie. En daarom is het volgens stichting Stem op een Vrouw belangrijk dat de representatie goed is voor alle vrouwen in Europa maar vooral ook in Nederland. Sinds 2017 voert deze stichting al actie om meer vrouwen in de politiek te zien. Dat doen ze via campagnes en uit cijfers blijkt dat er al meer dan 600 vrouwen zijn verkozen met hulp van hun campagnes. Deze vrouwen zijn extra verkozen bovenop de al gekozen vrouwen. In Nederland is rond de 30% vrouw in de politiek. In het Europees Parlement ligt dat percentage hoger, namelijk 39,6%. Tijdens de vorige verkiezingen is er ook flink campagne gevoerd om meer vrouwen in het parlement actief te krijgen om zo de genderkloof te verkleinen. De Europese Unie heeft dan ook als streven om gendergelijkheid te hebben. Psychologie masterstudent Timo van der Veen mag dit jaar voor de zesde keer en heeft nog nooit op een man gestemd, wat zijn overwegingen zijn om op een vrouw te stemmen hoor je hieronder.

Uit cijfers blijkt dat van de 27 landen er drie landen zijn die meer vrouwelijke parlementsleden hebben in het Europees Parlement dan mannelijke parlementsleden. Dat zijn Finland, Zweden en Luxemburg. In Finland zijn er acht vrouwen en zes mannen actief in het parlement, bij Zweden zijn dat elf vrouwen en tien mannen. Luxemburg heeft vier vrouwen en twee mannen. In Letland is de verhouding precies verdeeld met vier mannen en vier vrouwen. Duitsland heeft de meeste parlementsleden met 96 leden. Hiervan is 35% vrouw,  34 vrouwen tegenover 62 mannen. Het verschil is kleiner bij de Franse delegatie, daar zijn 38 vrouwen verkozen tegenover 41 mannen. In Roemenië is het verschil groter, daar zijn van de 33 parlementsleden maar vijf vrouw. Dat is 15%. In Cyprus is het percentage iets hoger, namelijk 16,7%. Met één vrouw tegenover vijf mannen in de verhouding.

Kirsten Paap studeert aan de Hotelschool en legt hieronder uit hoe ze bepaalt op wie ze stemt en waarom ze bewust kiest om op een vrouw te stemmen.