reportage – “Had ik maar deze les ook fysiek kunnen krijgen.”

Sinds de coronacrisis zitten alle studenten thuis. Dat betekent een flinke breuk met het “gewone” studentenleven met gezamenlijke colleges en studeersessies én tal van sociale activiteiten. Ook bijverdienen in bijvoorbeeld de horeca is voorlopig uitgesloten. Het is dan ook niet vreemd dat studenten in deze nieuwe omstandigheden overvallen worden door gevoelens van frustratie en eenzaamheid. Hoe gaan studenten Romy Graal en Frederik Toftgaard om met studeren in de coronacrisis? Mogen zij wel nog wel eens fysiek een les volgen of helemaal niet? En hoe zit het met de eenzaamheid en de bijbanen?

Het is dinsdagochtend en de gangen van de Hogeschool Amsterdam zijn verlaten. Hier en daar zie je nog een verdwaalde student die hoopt zijn motivatie terug te vinden op school. Mondkapjes zijn verplicht en de geur van desinfecterende handgel zweeft je tegemoet. De meeste lessen worden online gegeven en een enkele in de zalen van Aristo meeting center, om het aantal personen in de school zelf zo laag mogelijk te houden. “Het voelt heel surrealistisch doordat de gangen afgezet met rood-witte linten”, zegt Romy, tweedejaars student Verloskunde. Zij vervolgt: “Mijn lessen zijn voor 90% online, maar ik ben blij dat ik nog één dag in de week praktijkles heb en mijn klasgenoten kan zien.”

 Romy mag één keer per week fysiek naar school om een les fysiek te volgen. Deze week staat “motiverend consult” op de planning. Een les waar je een zwangere vrouw gaat motiveren om haar gedrag aan te passen en te veranderen om negatieve gevolgen te voorkomen bij haar ongeboren kind. Denk hierbij bijvoorbeeld aan roken, drugs of veel te veel vet of zout eten. Zelf heeft Romy echt zin in de les, omdat zij net uit een quarantaine komt met heel de klas. Een klasgenoot had corona opgelopen en was tijdens de incubatietijd op school geweest. Hierdoor ging de les vorige week en de week ervoor niet door. Opgelaten kletst Romy met de twee studiegenoten naast haar, hun gelach is goed hoorbaar omdat de tafels 1,5 meter uit elkaar staan. “Je kan wel bijpraten via FaceTime of Houseparty, maar dat is soms niet echt handig omdat je niet goed de emoties kan overbrengen. Soms voel ik me wel eenzaam doordat je zoveel thuis zit.” Iedereen praat al gauw snel door elkaar bij videobellen of iemands internet loopt weer eens vast”, schetst zij enige problemen.

Volgens onderzoek van I&O Research blijkt dat een groot aantal jongeren eenzaamheid ervaren door de coronacrisis. Het onderzoek is gedaan in maart en in mei en het percentage met eenzaamheidsgevoelens is in de tussentijd flink gestegen. In de leeftijdsgroep bij jongeren onder de 25 jaar heeft meer dan de helft gevoelens van eenzaamheid, die hij of zij voor de coronacrisis niet had. Romy ervaart ook meer dan voor corona. “Normaal ging je met vriendinnen leuke dingen doen, maar sinds ik op kamers woon in Amsterdam doe je dat minder snel. De afstand is groter en je wil niet onnodig reizen. Mijn huisgenoten zijn daarnaast al werkend waardoor ze er niet veel zijn, dat maakt het wel extra eenzaam soms. Maar je geniet ook wel meer van de weekenden bij mijn ouders.”

Als het twaalf uur precies is, wil de docent toch graag beginnen. De studenten kijken vol verwachting wat ze deze les mogen doen. Zij krijgen eerst nog wat informatie voordat ze zelf mogen oefenen met elkaar. “Fysieke lessen motiveren mij veel meer, omdat je sneller begrijpt wat de docent bedoelt. Als je een vraag hebt, kan je die ook veel makkelijker stellen. Zelf vind ik het soms te ongemakkelijk om een docent tijdens een les via Teams te onderbreken en mijn vraag te stellen. Hierdoor mis ik toch sommige stukjes van de stof, wat ik tijdens zo’n fysieke les niet heb,” vertelt Romy na de les.

Na de uitleg van de docent gaan de studenten in groepjes van twee oefenen met rollenspellen. Zo speelt Romy in de eerste ronde een zwangere vrouw die nog steeds rookt en daarna mag zij de rol van verloskundige op zich nemen. “Door allebei de rollen te oefenen, leer ik me ook verdiepen in de zwangere dame. Hierdoor kan ik later beter weten hoe hiermee om te gaan en leren hoe ik de mevrouw in kwestie toch kan overhalen om te stoppen met roken tijdens haar zwangerschap. Want dat is belangrijk voor de baby.” De les duurt al met al twee uur. Na de afsluiting van de docent en nog wat tips gaat Romy weer snel naar huis om haar online les niet te missen.

Thuis doet ze nog snel wat kaarsen aan en zet ze een kop thee voordat ze haar laptop weer opent op Teams. “Het is toch gek dat ik dezelfde mensen nu weer zie maar dan online, dan denk ik wel vaak: had ik maar deze les ook fysiek kunnen krijgen.” Als de schooldag er weer op zit moeten er nog bijtijds lesonderdelen afgehandeld worden. Zuchtend vertelt Romy: “Gelukkig heeft mijn opleiding zoveel tussentijdse deadlines waardoor ik mijn motivatie behoud. Leren voor een tentamen vind ik nu ook heel lastig, omdat de hoorcolleges al opgenomen online staan. Je moet het bekijken van die lessen zelf inplannen en dat schiet er snel bij in. Hierdoor zijn de cijfers van mijn tentamens ook veel lager dan ik wil, maar ik probeer nu alles in te plannen op vaste tijden om toch een bepaald ritme te behouden.”

Wennen aan onderwijs online

Wie het gevoel van ritme ook mist, is Frederik. Hij is derdejaars student Psychologie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam. Hij is sinds de lockdown van maart niet op de universiteit geweest. “De laatste keer dat ik mijn werkgroep of medestudenten fysiek heb gezien is 12 maart, voor de lockdown. Dat voelt echt als een eeuwigheid geleden. Sindsdien is al mijn onderwijs online geweest en dat was zeker aan het begin heel erg wennen. Ik moest opeens heel mijn dag inplannen en al mijn sociale uitjes vervielen ook. Ik ben mijn baan verloren door de lockdown, mijn proefcontract in de horeca werd niet verlengd. Na al deze maanden heb ik grotendeels mijn ritme wel weer teruggevonden, maar dat komt ook omdat mijn vriend en ik studietijd inplannen. Na een bepaalde tijd in de avond zetten wij onze laptops ook echt uit om ook samen te kunnen zijn zonder studie. Het is voor mij als internationale student wel lastig, omdat ik ook niet snel een weekendje familie of mijn vrienden thuis kan opzoeken. Ik vind het slecht dat de universiteit niets qua activiteiten organiseert voor ons als buitenlandse studenten, want wij worden toch sneller eenzaam. Wij kunnen niet snel terug naar ons thuisland om even te ontspannen of te kletsen met onze ouders, terwijl Nederlandse studenten nog wel die gezellige momenten hebben.” Zijn vriend Timo van der Veen vult hem daar ook bij aan: “Ik voel me best wel eens schuldig als ik een weekend naar mijn ouders en broertje ga en ik weet dat Frederik alleen op zijn kamer blijft. Maar ik neem hem vaak mee. Voor mijn ouders voelt Frederik als een extra zoon. Dus die vinden het heel leuk als ik hem meeneem.”

 Buitenlandse studenten

Uit cijfers van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) blijkt dat er in dit schooljaar 2020-2021 minder animo is om als buitenlandse student in Nederland te gaan studeren. De IND heeft dit schooljaar maar 50 tot 70% van de normale aanvragen binnengekregen. Het is overigens niet zo dat de top 5 landen met de meeste studenten die naar Nederland veranderd is door corona. Die top bestaat nog steeds uit China, India, Turkije, de Verenigde Staten en Indonesië.

Frederik begrijpt heel goed dat buitenlandse studenten nu minder snel ergens anders gaan studeren. “Ik zou zelf waarschijnlijk ook een jaar gewacht hebben naar het buitenland te gaan of mijn studie toch gewoon bij mijn ouders doen”, verzekert hij. “Ik ben nu al derdejaars psychologie student, dus ik maak mijn studie in Nederland af, maar ik mis mijn familie in Denemarken heel erg. Ik hoop dat ik met kerst naar ze toe kan, want ik heb ze al lang niet gezien.” Toen de zomervakantie in Nederland begon, was Denemarken een geel land. Daardoor kon Frederik toch samen met zijn vriend naar zijn ouders gaan. “Sinds april hebben Timo en ik officieel een relatie, dus ik wilde hem graag voorstellen aan mijn familie.”

Bijbaan

Veel studenten hebben als gevolg van de coronacrisis geen bijbaan meer doordat hun tijdelijke contracten of nul uren contracten stopten. Vooral de jongeren die horeca werkten, hebben het zwaar. Toch zijn er nog studenten met een bijbaan zoals Romy, die in een verzorgingshuis gaat werken. “Door corona en mijn studie zag ik hoe hard het werken in de zorg is en daarnaast wilde ik graag wat ervaring met zorgen voor mensen opdoen. Vlakbij mijn ouders zit een verzorgingshuis dat nog personeel zocht. Over twee weken mag ik daar beginnen als verzorgend personeel op een afdeling met ouderen die te slecht zijn om zelfstandig te wonen, maar wel nog veel zelf kunnen. Ik kan daar twee volle dagen per week draaien. Dat is wel fijn voor mijn portemonnee én ik ga hierdoor ook ieder weekend naar mijn ouders toe. Personeel is in de zorg nog heel hard nodig, dus ik hoop dat ik hier lang mag blijven werken en ik veel kan leren. Maar ik wil later wel het liefst met baby’s werken.”