[aesop_image img=”https://svjmedia.nl/nikkivanderkruk/wp-content/uploads/sites/631/2021/12/IMG_4123-1-scaled.jpg” panorama=”off” align=”center” lightbox=”on” captionsrc=”custom” caption=”Abe in zijn woonkamer. Foto: Nikki van der Kruk” captionposition=”left” revealfx=”off” overlay_revealfx=”off”]
Al zijn hele leven wist de 22-jarige Abe dat hij op mannen valt. Drie jaar geleden kwam hij pas uit de kast. ‘Op een dag werd ik wakker en besloot ik dat dit de dag ging zijn waarop ik uit de kast zou komen.’ Abe woonde destijds bij zijn ouders in Beneden-Leeuwen, het dorp waar hij ook is opgegroeid. In zo’n conservatieve plaats uit de kast komen, is geen feest. Nu woont hij al een tijdje op kamers in Utrecht en kan hij pas écht zichzelf zijn.
‘Ik heb nooit moeite gehad met mezelf accepteren. Dat ik op mannen val, voelt niet als een persoonlijke last. Het is gewoon zo.’ Helaas zijn er nog steeds een hoop mensen die een negatieve kijk hebben op homoseksuelen. Bijvoorbeeld in het conservatieve dorp waar Abe vandaan komt. ‘Ik kende niemand die op hetzelfde geslacht valt, in het dorp ligt daar een taboe op.’ Abe kwam als eerste uit de kast bij zijn ouders en zusjes, later die week bij zijn vrienden. Vooral zijn vader vond het een lastige boodschap. Hij durfde niet tegen andere mensen te vertellen dat zijn zoon gay was. ‘Maar het is een dorp, dus na een week wist iedereen in Beneden-Leeuwen dat ik op mannen val. Dat was wel even een vervelende tijd, maar ondanks negatieve reacties heb ik er geen moeite mee gehad om mezelf te accepteren. Het voelde voor mij gewoon normaal.’
Abe verwoordt dit heel mooi. In de maatschappij is er een beeld van wat ‘normaal’ is en als je daarvan afwijkt dan ben je dus anders. Maar waarom komen mensen niet uit de kast als hetero? We moeten er niet massaal van uitgaan dat iemand op het andere geslacht valt. Dat het voor Abe heel normaal aanvoelt dat hij op mannen valt, is goed te begrijpen. Het voelt namelijk exact hetzelfde voor een man die op een vrouw valt, en andersom.
‘Wel denk ik dat ik veranderd ben door alles wat ik heb meegemaakt. Ik kan beter voor mezelf opkomen en laat niet over me heen lopen. Zeker nu ik in Utrecht woon, durf ik helemaal de persoon te zijn die ik ben. Toen ik nog in Beneden-Leeuwen woonde heb ik toch veel eigenschappen onderdrukt omdat ik niet het gevoel had dat ik daar echt mezelf kon zijn. Ik wist altijd al wie ik was, maar nu komt het echt tot uiting. In Utrecht accepteert iedereen me hoe ik ben en zijn mensen meer ruimdenkend. Ik word gezien als Abe, en niet alleen maar als homo.’
Voor homo’s is Utrecht ook erg toegankelijk. Er worden veel feesten en evenementen georganiseerd en er zijn gayclubs. Een tijdje geleden kreeg Abe zijn eerste relatie met een jongen die ook in Utrecht woonde. ‘Ik merkte dat dat juist heel goed ontvangen werd door mijn ouders. Het was leuk om een jongen aan hen voor te stellen en mijn vader kon toen makkelijker accepteren dat ik gay ben. Veel mensen hebben een beeld van een stereotype homo. Maar zo ben ik niet, ik ben nog steeds hetzelfde. Als andere mensen dat zien, helpt het hen waarschijnlijk ook om te accepteren dat ik op mannen val.’
Bang voor gewelddadigheid is Abe niet. Helaas is er in deze tijd nog steeds veel homohaat, wat in sommige gevallen zelfs kan leiden tot een fysieke confrontatie. Abe heeft gelukkig nog nooit een nare ervaring gehad, hij is alleen een paar keer nageroepen. ‘Als iemand ‘homo’ naar me roept, dan roep ik gewoon terug dat dat klopt. Dat doet me niets.’
Abe weet goed wie hij is en wat hij later in het leven zou willen. Niet alleen wil hij in de toekomst een leuke man, hij heeft ook een kinderwens. ‘Dit is wel ingewikkelder wanneer je homo bent. Homo’s hebben minder vaak langdurige relaties en er is niet altijd sprake van monogamie. Dat zou ik wel willen in een relatie. Homostellen met een kinderwens hebben het helaas moeilijk. Een draagmoeder vinden is in Nederland momenteel een hele opgave en bij adoptie zijn de mogelijkheden zeer beperkt.’ Ondanks dat Abe zich hier wel eens zorgen om maakt, kan hij het ook goed loslaten en leven in het nu. Hij gelooft er in dat hij uiteindelijk de juiste man zal vinden en dat de kinderwens vervuld zal worden. ‘Het liefst wil ik drie kinderen, maar ik moet nog wel even kijken hoe. Ik zou dit graag willen met een draagmoeder, dat is wel iets waar ik over nagedacht heb. Maar de gedachte dat het waarschijnlijk een ingewikkeld traject gaat worden is wel demotiverend.’
Abe voelt zich thuis, bij zijn gezin, inmiddels wel geaccepteerd. Ook zijn kinderwens is weleens besproken en ondanks dat hij zich nog niet in die levensfase bevindt, verwacht hij dat zij hem hierin zullen steunen. ‘Ze zouden het leuk voor me vinden, en dat maakt me wel echt blij.’
De ‘lhbti-hokjes’ zorgen ervoor dat je je makkelijk met een groep kan identificeren. Iets wat zorgt voor samenhang en begrip. Niet alleen binnen deze groep maar ook in de samenleving. Het belangrijkste is dat je meer bent dan het hokje waar je in geplaatst wordt. Lesbisch, homoseksueel, hetero, transgender, intersekse; we moeten elkaar bovenal zien als mens.