Vergroot

ZSD_5014-scaled
Guggenheim Museum in Bilbao.

Nikki van der Kruk

In slechts een paar decennia heeft het Spaanse Bilbao een opmerkelijke transformatie ondergaan. Waar nu het Guggenheim Museum de aandacht trekt en straten gevuld zijn met goedgehumeurde locals en toeristen, was voor de jaren 90 niet veel bijzonders te zien. De Baskische regering besloot in 1991 om van de grauwe industriestad een bruisende toeristische trekpleister te maken. De grootste stad van het Baskenland kende na industriële hoogtijdagen talloze crises en het doel werd Bilbao nieuw leven in te blazen. De transformatie wordt gezien als een succesverhaal, waarin de komst van het Guggenheim de hoofdrol speelt. Het museum met moderne kunst trekt veel toeristen aan, met dit jaar een recordaantal van 1,3 miljoen bezoekers en geeft de economie een boost. Maar het groeiende toerisme brengt ook discussies met zich mee. 

Vervuilde industriestad  

Het gegeven dat een grote stad te maken krijgt met groeiend toerisme, is niet uitzonderlijk. Bilbao kent echter een bijzondere geschiedenis en is in korte tijd aanzienlijk veranderd. De burgemeester van Bilbao, Juan María Aburto, vertelde in een interview met The Guardian dat de stad voor de komst van het Guggenheim Museum veel grauwer en grijzer was en te maken had met enorme luchtverontreiniging vanwege de uitstoot van de staalfabrieken. De waarde van de grote haven en voorheen succesvolle industrie zwakte af door toenemende concurrentie van andere industriesteden. Daarnaast kende de stad, net als heel Europa, veel crises in de 20e eeuw. Een werkloosheidspercentage van 27%, aanslagen van terreurorganisatie ETA en overstromingen met veel schade tot gevolg. Dit heeft allemaal grote impact gehad op de stad en de toekomst zag er dan ook niet rooskleurig uit; Bilbao oogde als een stad in verval. 

Om dit tegen te gaan riepen de gemeente Bilbao en de Baskische regering een initiatief in het leven om de stad te herstructureren. Dat initiatief werd geleid door ‘the Association for the Revitalisation of Metropolitan Bilbao’, beter bekend als Bilbao Metropoli-30, opgericht in 1991. Er kwam een uitgebreid plan op tafel om de stad grondig onder handen te nemen met als doel Bilbao te laten herstellen na roerige tijden. Het streven was dat de stad niet alleen meer geassocieerd zou worden met industrie, maar dat de focus zou komen te liggen op recreatie en cultuur. 

Dat zo’n groot en opvallend museum terecht is gekomen in toentertijd zo’n kleine industriestad, is niet erg voor de hand liggend. Stichting Guggenheim wilde graag naast het oorspronkelijke museum in New York, een soortgelijke vestiging in Europa. Er bleek echter geen enkele stad geïnteresseerd, mede omdat er een grote investering van de lokale overheid gevraagd werd. Bilbao daarentegen zag er wél potentie in en vond het een uitgelezen kans om het nieuwe imago te helpen creëren. “Het idee om cultuur als transformerend element te gebruiken was destijds nog geen bewezen succes, het was een beetje een droom”, zegt de directeur van het Guggenheim Museum Bilbao, Juan Ignacio Vidarte tegen The Guardian. Stichting Guggenheim was dan ook niet meteen overtuigd. Eider Inunciaga, wethouder van EAJ-PNV, de grootste politieke partij in Bilbao, licht dit toe. “Onze stad was in die jaren zo lelijk, vies en onaantrekkelijk dat stichting Guggenheim hier het museum aanvankelijk helemaal niet wilde hebben. De toezegging dat de stad grootscheeps onder handen zou worden genomen en een enorme opknapbeurt zou krijgen, deed Guggenheim overstag gaan. In 1997 opende het museum haar deuren.”

De transformatie van Bilbao wordt vaak toegeschreven aan de komst van het Guggenheim Museum, maar Bilbao startte destijds ook andere grote projecten om de stad nieuw leven in te blazen. Sterker nog, deze waren in financiële omvang zelfs groter dan de bouw van het museum, dat de stad zelf grotendeels financierde. De grootste investering en taak was het aanleggen van een eigen metronetwerk. Na een bouwperiode van zo’n zeven jaar opende de eerste metrolijn in 1995. Daarnaast werd de rivier Nervión gereinigd, die begin jaren tachtig een zuurstofniveau had van nul procent. Na een jarenlange, gigantische schoonmaakoperatie was dit 60 procent.

“Ik herinner me een vreselijk vervuilde riviermonding. En het waren niet alleen de industriële activiteiten, er was ook geen goede riolering. De geur die uit het water kwam was behoorlijk ondraaglijk”, verklaarde de burgemeester. Eider Inunciaga, die wethouder is van onder andere Internationale Zaken, beschouwt de rivier als het fundament van de stad. “Er wordt vaak gesproken over het Guggenheim-effect, maar we benadrukken graag dat het succes niet alleen door het Guggenheim Museum komt, maar door de gehele reconstructie van de stad. Het reinigen van de rivier kostte zelfs zes keer zoveel als het museum.” Bij veel inwoners stuitte dit aanvankelijk op onbegrip. “Men vroeg zich af waarom er zo’n gigantische investering in de rivier en een museum werd gedaan. Een begrijpelijke vraag onder een bevolking die te kampen heeft met hoge werkloosheid. De gedachte was destijds dat dat geld rechtstreeks in die crisis gestoken moest worden en niet in vage toekomstplannen. Maar toen mensen eenmaal de impact van de herstructurering zagen, niet alleen op het toerisme, maar ook als onderdeel van een geheel plan om de stad leefbaarder te maken, dachten ze er anders over”, licht de wethouder toe.

Toerisme

Het plan om Bilbao nieuw leven in te blazen verliep succesvol; het opgeknapte Bilbao trok al gauw een groot aantal toeristen. Voornamelijk het architectonisch opmerkelijke Guggenheim Museum kon al snel rekenen op grote populariteit. In 1998, het jaar na de opening, ontving het museum al 1,3 miljoen bezoekers. Voor de jaren die daarop volgden was dit een piek, maar het museum bleef ieder jaar veel bezoekers ontvangen. 

Vanaf 2018 houdt de gemeente de toerismecijfers nauwkeurig bij. De verwachting was dat de coronacrisis, net zoals in veel andere steden, een blijvend negatief effect zou hebben op het toerisme. Echter bleek uit deze gegevens dat in 2022 de bezoekers- en toerismecijfers weer hersteld waren en zelfs een hoogtepunt hadden bereikt; er waren niet eerder zoveel toeristen geweest. 



Het nog altijd groeiende toerisme heeft veel voordelen voor de lokale bewoners van Bilbao. Vergeleken met de situatie van de stad voor de transformatie, is er sprake van een vooruitgang waar iedereen baat bij heeft. De economie is enorm gegroeid en de werkgelegenheid toegenomen. Door de heropleving van de stad openen veel nieuwe hotels en restaurants hun deuren en door de vraag naar authentieke souvenirs floreert de lokale middenstand. Veel mensen maken de stedentrip naar de stad vanwege het Guggenheim Museum, dat inmiddels een van de populairste musea in Europa is. Het Guggenheim liet in een persbericht weten dat 2023 ‘het beste jaar in de geschiedenis’ is geweest voor het museum. Een flinke prestatie, die samen met de toerismecijfers van de gemeente laat zien dat de populariteit van Bilbao nog altijd stijgt. Afgelopen jaar verwelkomde het museum ruim 1,3 miljoen bezoekers, waarvan 1,1 miljoen mensen van buiten het Baskenland. Deze cijfers hebben een grote impact op de stad en de lokale economie. Het Guggenheim laat weten dat de bijdrage van het museum aan het BBP 657,6 miljoen euro bedroeg in 2023. Dat is een stijging van bijna 250 miljoen vergeleken met het jaar daarvoor. De activiteit van het museum droeg direct en indirect bij aan het behoud van zo’n 14.000 banen, wat er 5.000 meer zijn dan in 2022. 

Dankzij het Guggenheim Museum en alle andere projecten die de stad hebben vernieuwd, gaat het beter met de werkgelegenheid. “De overgang van industrie naar dienstverlening betekende dat mensen omgeschoold moesten worden en dat studenten hier meer diverse vakken aan de universiteit gingen volgen. Lokale bewoners kregen dus andere banen dan voorheen. En met de opkomst van het toerisme openden er steeds meer winkels, hotels, restaurants en cafés. Verschillende diensten moesten worden aangeboden en mensen grepen die kans”, vertelt Inunciaga. “Het gaat heel goed met het werkloosheidspercentage, dat inmiddels is gedaald naar 12,5 procent, nog maar net iets hoger dan het landelijke gemiddelde.”

Bilbao is daarnaast schoner dan in het industriële verleden. De bevolking leeft in een groenere omgeving omdat er tot op de dag van vandaag geïnvesteerd wordt in recreatiegebieden. “Een hoogwaardige leefomgeving is niet alleen een essentiële basisbehoefte voor alle inwoners, maar ook om de stad aantrekkelijk te maken voor toeristen en investeringen”, zegt Inunciaga. 

Keerzijde van internationaal succes 

Nu, 27 jaar na de opening van het Guggenheim, zijn er ook keerzijden van het opkomende toerisme zichtbaar. Roberto Gómez de la Iglesia is econoom en directeur van Conexiones Improbables, een organisatie die zich inzet voor innovatie van sociale initiatieven. Hij stelt dat het toerisme een negatief effect heeft. “Ik denk dat het promoten van het Guggenheim en Bilbao als vakantiebestemming, zeker heeft bijgedragen aan de gentrificatie van de stad.”

De transformatie die de stad heeft doorgemaakt, heeft voor de lokale bevolking nadelige gevolgen. Gómez: “In sommige wijken is de gentrificatie al sterk aanwezig. Een proces dat zich vooral in de wijken rond het centrum afspeelt. De komst van nieuwe hotels, Airbnb, luxe winkels en prijzige eetgelegenheden maakt het leven voor de lokale bevolking daar te duur. Bovendien is er niets meer te huur voor een redelijke prijs, waardoor – vooral jonge – mensen geen woning meer kunnen vinden. Als dit zo doorgaat jagen we hen de stad uit.” De buurten worden dus wel steeds hipper, maar tegelijkertijd al snel onbetaalbaar voor de lokale bevolking. 

Gentrificatie is een proces waarbij een buurt of stadswijk, die historisch gezien vaak gekenmerkt wordt door lagere inkomens en lagere vastgoedwaarden, sterk verandert. Deze veranderingen omvatten meestal investeringen in vastgoed, renovatie van woningen. Waardoor er nieuwe bewoners komen, vaak met hogere inkomens en een andere sociale achtergrond dan de oorspronkelijke gemeenschap. Hoewel de buurt er in waarde van opknapt is er vaak discussie over sociale rechtvaardigheid, toegankelijkheid en het behoud van lokale culturen.

Volgens ‘el Instituto Nacional de Estadística’ (het Nationaal Instituut voor de Statistiek) stegen de huurprijzen vorig jaar naar gemiddeld ruim 13 euro per vierkante meter. De huurprijzen zijn in geen enkel deel van de stad gedaald. José Miguel Ramos, directeur van een makelaarskantoor in Bilbao, zegt tegen Baskische krant Deia dat hij op een dag zo’n tien mensen ontvangt die geïnteresseerd zijn in het huren van een appartement, maar dat het voor veel mensen onbetaalbaar blijkt. Bovendien verzekert hij dat je in Bilbao voor minder dan 800 euro per maand ‘geen enkel appartement in optimale leefomstandigheden kunt vinden’. 

Volgens wethouder Inunciaga is de mate van gentrificatie in de stad niet al te zorgwekkend. “Het speelt wel in de gemeente en mijn collega’s uit de raad zijn alert op deze kwestie. Maar ik heb niet het idee dat Bilbao last heeft van gentrificatie door toeristen en dat mensen daardoor geen huis kunnen vinden. We hebben zelfs twaalf miljoen euro extra uitgetrokken voor meer huisvesting voor de bewoners hier.” Waar het probleem voornamelijk ligt, volgens Inunciaga, is het feit dat inwoners vanuit principe weigeren te huren. “Het is hier cultuur dat iedereen een appartement of huis koopt.” Tegelijkertijd kan Inunciaga niet ontkennen dat er wel degelijk een probleem is wat betreft betaalbare huurwoningen. “Als je wél wil huren, is het erg duur door het beperkte aanbod.” De wethouder stelt dat dit probleem jongeren weerhoudt om te emanciperen. Zij kunnen niet uit hun ouderlijk huis vertrekken omdat het kopen of huren van een woning te duur is. “Daarom proberen we opties te bieden met programma’s specifiek voor jongeren en studenten. Een project dat we al lange tijd voor studenten aanbieden, is dat ze ergens kunnen wonen tegen een vergoeding van vijftig euro, zolang ze een aantal uur sociaal werk voor de stad doen.” 

María del Río, wethouder en woordvoerder van extreem-linkse partij EH Bildu, stelt dat de gemeente dertig jaar geleden nooit had verwacht dat Bilbao zoveel toeristen zou trekken. “Van tevoren is daar geen doordacht plan voor bedacht. Dit heeft een enorme negatieve impact gehad op de stad, voornamelijk wat betreft huisvesting en huurprijzen.” EH Bildu heeft het meest kritische tegengeluid ten opzichte van EAJ-PNV en staat niet achter het beleid dat zij de afgelopen twintig jaar heeft gevoerd. María verduidelijkt deze overtuiging: “We zijn zeker van mening dat er positieve veranderingen hebben plaatsgevonden, dat ontkennen we niet. Maar er zijn andere behoeften in Bilbao en we vinden dat de huisvesting verbeterd moet worden. De schaarse grond wordt opgekocht door projectontwikkelaars om er hotels en dure appartementen neer te zetten. En veel huizenbezitters verhuren hun huis liever via Airbnb dan aan lokale mensen. Dat wat nog wel te koop of te huur is, wordt steeds onbetaalbaarder.” De partij, die veel jonge stemmers aantrekt, maakt zich zorgen. Vooral voor jonge mensen is het erg moeilijk om het ouderlijk huis te verlaten en een nieuwe stap te zetten. “We moeten voorkomen dat de jeugd, die van levensbelang is voor de toekomst, noodgedwongen de stad moet verlaten.”

María del Río kijkt dan ook met een kritische blik naar de vakantiegangers. “Door de omvang van het toerisme zijn niet alleen de huurprijzen gestegen en koophuizen onbereikbaar, ook  zijn veel banen economisch onzeker omdat het grotendeels seizoenswerk is geworden.”

 Wie rondloopt in Casco Viejo (de Oude Wijk) of op de promenade bij het Guggenheim, kan ook letterlijk een weerwoord zien tegen de toeristen. Het is onduidelijk wie verantwoordelijk is voor de graffiti op dit informatiebord. Foto door Nikki van der Kruk.

Volgens Gómez zou de gemeente harder en preventief moeten ingrijpen, om te voorkomen dat het toerisme niet hetzelfde effect zal hebben op Bilbao als bijvoorbeeld in Barcelona: “Daar zorgt de hoeveelheid vakantiegangers inmiddels echt voor problemen voor de lokale bevolking. Hopelijk kunnen we hier het tij keren.” In Barcelona wordt gesproken van massatoerisme en zijn lokale bewoners bang om hun huis en stad te verliezen. 

Door de bevolking in Bilbao wordt er veel waarde gehecht aan de Baskische cultuur. Volgens del Río speelt dit voornamelijk bij de oudere generatie en wordt er gevreesd dat de Baskische identiteit uiteindelijk zoek zal raken als de stad nog verder overspoeld zal worden door het toerisme. Vooralsnog is Bilbao een stad waarin de eigen, Baskische identiteit nog sterk naar voren komt. De Basken hebben hun eigen taal en bijna alles in Bilbao wordt zowel in het Spaans als in het Baskisch aangeduid, zoals straatnamen, metrostations en menukaarten in de horeca. De toerist kan niet om de Baskische cultuur heen. Ook pintxos, kleine Baskische gerechtjes, zijn nog altijd op iedere hoek te verkrijgen en de Baskische vlag wappert op veel plekken in de stad.  “Sommige steden in Europa beginnen op elkaar te lijken, ze hebben dezelfde restaurants en verliezen hun authentieke identiteit. Dat mag met Bilbao niet gebeuren”, zegt María del Río. 

Toekomst

Zowel María del Río als Eider Inunciaga uiten dat het belangrijk is om dankbaar te zijn voor het toerisme in de stad. Maar ze zijn het ook eens dat dit in balans moet blijven. “Toerisme is een interessante economische activiteit, maar we mogen niet enkel een toeristische stad worden. Er moet een concrete aanpak komen wat betreft huisvesting voor lokale bewoners en we moeten een sterk plan bedenken voor de toename van het aantal vakantiegangers, zodat de lokale cultuur niet ondermijnd wordt”, vertelt del Río. 

De gemeente neemt wel al enkele voorzorgsmaatregelen om overlast van vakantiegangers tegen te gaan en de invloed wat af te zwakken. Inunciaga: “We zijn langzaam de hoeveelheid vergunningen voor hotels en accommodaties aan het remmen en er wordt gesproken over het invoeren van toeristenbelasting. Door controle te houden op de verblijfplaatsen, houden wij zicht en grip op de hoeveelheid vakantiegangers. Ook mogen Airbnb’s bijvoorbeeld alleen op de eerste verdieping van een gebouw gevestigd zijn vanwege geluidsoverlast.” Ze benadrukt dat de toeristen respect moeten hebben voor hun natuur en cultuur. Ze wil dat er altijd – lokale – mensen in Bilbao blijven wonen en dat het geen situatie wordt zoals in Venetië. Tegelijkertijd ziet Eider Inunciaga graag dat de stad zich blijft uitbreiden door middel van innovatieve projecten waar ruimte is voor sociale cohesie. “Wat ik zou willen is een stad waar iedereen zich verbonden en onderdeel van de gemeenschap voelt. Dat mensen trots zijn om te zeggen dat ze uit Bilbao komen.”

María del Río ziet liever dat er kritisch gekeken wordt naar het huidige beleid. “Bilbao staat wereldwijd bekend vanwege haar grote veranderingen van de afgelopen decennia. Wellicht is het niet de tijd om die grote veranderingen voort te zetten. Het is wél tijd om na te denken over hoe we nieuwe uitdagingen kunnen aanpakken.” Ze vindt het in stand houden van de identiteit en waarden van de stad van groot belang. “Onze identiteit moet ook zijn wat toeristen naar Bilbao trekt.” 

Voorlopig lijkt het gemeentebestuur van Bilbao geen drastische ingrepen te overwegen met betrekking tot het toerisme, aangezien de grootste partij, EAJ-PNV, geen urgentie ziet om dit beleid te veranderen. Ondanks aanwezige kritiek zal Bilbao naar alle waarschijnlijkheid een populaire toeristische bestemming blijven. Inunciaga: ”Het mag duidelijk zijn dat we het destijds goed hebben gezien. Zonder deze transformatie zou Bilbao waarschijnlijk een grauwe, verwaarloosde stad zijn gebleven. Er is destijds gekozen voor een bloeiende trekpleister met economisch succes en internationaal belang tot gevolg. De stad plukt daar nog altijd haar vruchten van; Bilbao heeft zich opgewerkt uit de puinhoop van het verleden.”

Bron: Gemeentelijk archief van Bilbao. Fonds: gemeenteraad van Bilbao. Klik op de interactieve witte stip om de foto te bewegen.