Het studentenleven hoort te draaien om feesten, interessante colleges volgen en nieuwe mensen ontmoeten. Helaas worden deze dingen vanwege de coronacrisis een stuk lastiger gemaakt. Door de COVID-19 pandemie voelt 52.2% van de studenten zich eenzaam, blijkt uit een onderzoek van Caring Universities uit juni 2020. De 22-jarige student Abe Koolhout merkt dit ook bij zichzelf en andere studenten: ’Iedereen zit er wel echt mentaal door heen.’ Abe zit in zijn eerste jaar van de opleiding Verpleegkunde aan de Hogeschool Utrecht. Ondanks dat hij momenteel niet veel voldoening haalt uit zijn studie, is hij dankbaar voor zijn studentenhuis aan de Ina Boudier-Bakkerlaan in Utrecht. Samen met nog 7 andere studenten deelt hij een woning, wat ervoor zorgt dat hij toch een beetje van het studentenleven kan genieten. Volgens kenniscentrum voor studentenhuisvesting Kences is het in deze moeilijke periode erg goed als studenten samen een huishouden vormen. ‘Het voorkomt vereenzaming en draagt bij aan het welzijn van studenten.’
Op een grijze dag in april stap ik het studentencomplex van Abe binnen. In de hal hangt een poster van woningbouwvereniging SSH waarop medewerkers te zien zijn die met hun handen een hartje vormen. Een attent gebaar om hun medeleven te tonen aan de huurders. Gelukkig is er een lift, want Abe woont op de elfde verdieping. Het is een typisch studentenhuis en mijn oog valt vrijwel meteen op een groot whiteboard in de gang. De namen van alle huisgenoten staan er op en daarachter staan streepjes. Abe vertelt me dat dit het ‘visitebord’ is. Vanwege corona is de regel in huis dat er in totaal 2 bezoekers per dag langs mogen komen. Na mij zou er dus nog één iemand te gast kunnen komen vandaag. Abe en zijn huisgenoten hebben deze regel zelf bedacht. ‘Dit aantal heeft wel eens gewisseld. In de zomer mochten er 3 gasten per dag langskomen. Toen de maatregelen weer strenger werden, was de regel 1 gast per dag en nu hebben we gekozen voor een middenweg.’ Volgens Eva van der Sande, Abe’s huisgenoot en 21-jarige student Religiewetenschappen, wordt er veel overlegd over deze regel. ‘Op het moment dat de landelijke maatregelen worden aangescherpt of versoepeld, overleggen wij met elkaar wat voor invloed dat gaat hebben op de regels binnen het huis.’
Abe is afgelopen februari positief getest op corona, waardoor ook zijn huisgenoten in quarantaine moesten. Dat was voor hem een eenzame tijd, waarin hij echt geïsoleerd op zijn kamer zat en zijn huisgenoten het avondeten voor zijn deur neer moesten zetten. Ook voor Eva was dit lastig. Ze nam het hem natuurlijk niet kwalijk, maar het was wel pittig om binnen te moeten blijven terwijl ze zelf geen klachten had en achteraf ook negatief bleek te zijn. Vanwege een eerdere stage in de zorg heeft Abe al zijn tweede vaccinatie mogen ontvangen. Hierdoor is hij niet bang om nog een keer corona te krijgen, maar toch houdt hij zich wel aan de meeste maatregelen. ‘Dat ik gevaccineerd ben, betekent niet dat de regels voor mij niet meer gelden.’ De regels in zijn studentenhuis zouden van hem best wat soepeler mogen, maar toch komt hij de gemaakte afspraken netjes na. Abe vindt het erg belangrijk om rekening te houden met zijn huisgenoten, omdat sommigen wel echt voorzichtig zijn en ze in huis ook geen afstand van elkaar houden. ‘Dat is echt niet mogelijk’ aldus Abe.
Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) publiceerde afgelopen maart het rapport ‘Een jaar met corona’, waarin naar voren kwam dat het welzijn van studenten is afgenomen. Ook Abe en Eva verklaren psychisch achteruit te zijn gegaan sinds de coronapandemie. ‘Er is gewoon een stuk minder sociaal contact, en dat is erg lastig. Ik heb behoefte aan gezelligheid en zeker tijdens mijn studententijd’ zegt Abe. Maar gebrek aan sociaal contact is niet de enige factor waardoor het welzijn afneemt. Volgens Eva is het lastig om echt een vast ritme te hebben en daarnaast zijn de dagen ongelooflijk saai. Abe beaamt dit. ‘Er zit gewoon veel te weinig afwisseling in de dag’. De online colleges vindt hij moeilijk te volgen omdat hij zijn aandacht niet bij de les kan houden als deze digitaal gegeven wordt. ‘Dan kan ik alleen maar voor me uit staren, omdat deze manier van lesgeven en informatie tot me nemen gewoon ontzettend vermoeiend is.’ In de avonden gaat Abe eten met zijn huisgenoten of een vriendin. ‘Ik heb hele leuke vrienden, maar ik vind het ook fijn om juist nieuwe mensen te ontmoeten. Dat is in deze tijd gewoon erg moeilijk.’
Eva staat op van de keukentafel om yoga te gaan doen. Dit doet ze iedere dag op een vast moment, om zo toch een beetje ritme te creëren in haar dag en ook aan voldoende beweging te komen. ‘Het helpt voor mij om afspraken met mezelf te maken. Ik sta ook iedere dag om 08:00 uur op.’ Volgens Eva is zo’n strak schema wel saai, maar het is beter dan je de hele dag vervelen. ‘Bovendien zorgt de structuur ervoor dat je mentaal een beetje stabiel blijft’. Eva woont sinds augustus 2020 op kamers, en vond dit een hele fijne stap tijdens de coronacrisis. ‘Het was zeer goede timing omdat ik verlangde naar afwisseling en ik nieuwe mensen wilde ontmoeten. Door in een studentenhuis met 7 anderen terecht te komen, werd mijn wereld een stuk breder.’
De huisgenoten zijn aanzienlijk vaker thuis dan voorheen. Ergeren zij zich niet aan elkaar nu ze meer op elkaars lip zitten? Eva schuift weer aan en vertelt dat dit niet aan de orde is bij haar. ‘Ik zou me juist ergeren als er niemand thuis zou zijn.’ Abe sluit zich hierbij aan: ‘Maar ik merk wel dat we meer op elkaar letten en dat we langer samen zijn.’ Eva vindt dit juist fijn, ze zegt dat de huisgenoten een stuk hechter met elkaar zijn geworden sinds de lockdown. Abe knikt instemmend. ‘Het is wel heel gezellig, wat fijn is in deze tijd.’ De uitspraak van Kences in de inleiding klopt dus in het geval van Abe en Eva, in deze lastige tijd houden zij zich vast aan hun contacten in huis en zijn ze minder eenzaam dan als ze nog bij hun ouders zouden wonen. ‘Bij mijn ouders thuis zou ik nu echt gek worden’ verklaren Abe en Eva beiden.
Abe en ik zetten ons gesprek voort in zijn kamer, waar hij uit het raam een sigaret rookt. Abe kijkt bedroefd naar buiten, waar het inmiddels aan het sneeuwen is. ‘Dit weer helpt ook absoluut niet mee’ zucht hij. ‘Als de zon zou schijnen had ik tenminste nog buiten met mijn vrienden kunnen afspreken en voel je je automatisch beter door het gezellige weer.’ Afgelopen zomer gingen Abe en zijn huisgenoten ook regelmatig in een parkje zitten of op een veldje achter hun huis barbecueën. ‘Dat maakt de sfeer thuis ook gezelliger en het is fijn als je afwisselende dingen met elkaar kunt doen. Nu spelen we af en toe binnen een spelletje, maar dat word je ook snel zat.’
Toch probeert Abe positief te blijven. Hij is dankbaar voor zijn kamer in Utrecht en zijn gezellige huisgenoten, die deze tijd een stuk draaglijker maken. ‘Het wonen in een studentenhuis tijdens de coronacrisis is wel anders, maar kan ook positief uitpakken door het contact met je medebewoners. En het is beter dan bij mijn ouders op de bank’ zegt Abe terwijl we naar de lift lopen. Hij zet netjes zijn mondkapje op, want er wonen natuurlijk nog meer mensen in het studentencomplex. ‘Het is goed om een beetje rekening met elkaar te houden.’