Net even anders: lesgeven vanuit huis door het coronavirus

Wen Xin van der Linden | 15 mei 2020 20:00

Dijkstra op haar thuiswerkplek achter haar laptop. “Soms wordt er in de media beweerd dat leerlingen en docenten weinig aan het doen zijn. De VO-raad had het zelfs over het inkorten van vakanties. Dat is gek want daarmee zou je aangeven dat leerlingen en docenten niets hebben gedaan de afgelopen periode. Zowel docenten als leerlingen hebben hard gewerkt.” Foto: Paulien Dijkstra

Dijkstra op haar thuiswerkplek achter haar laptop. “Soms wordt er in de media beweerd dat leerlingen en docenten weinig aan het doen zijn. De VO-raad had het zelfs over het inkorten van vakanties. Dat is gek want daarmee zou je aangeven dat leerlingen en docenten niets hebben gedaan de afgelopen periode. Zowel docenten als leerlingen hebben hard gewerkt.”
Foto: Paulien Dijkstra

 

 

Een bizarre situatie, verplicht moeten lesgeven vanuit huis. Middelbare scholen zijn al een aantal weken gesloten en moeten nog tot 1 juni dicht blijven. Hoe is het voor een docent om online les te moeten geven? “Bij een klassikale les is er meer interactie, dan kan ik leerlingen bijvoorbeeld een spel laten doen in het klaslokaal. Het is gek, nu is het meer instructie geven aan leerlingen vanachter een beeldscherm.”

 

De leerlingen zijn niet in beeld, wel kan de docent hen horen, zo is dat samen afgesproken met de docenten en leerlingen van Het Schoter. Paulien Dijkstra (27) is docente Duits op Het Schoter, een middelbare school in Haarlem en geeft op woensdagochtend les aan een groep derdeklassers. Haar online les van een half uur begint om half elf via Microsoft Teams. Dijkstra is als eerste online en is rechtsonder in beeld te zien. Ze zit thuis aan haar bureau, achter haar staat rechts een grote boekenkast.

 

“Guten Morgen Anouk, Merle und Stan. Guten Morgen Famke, Jesse und Zoë.” De leerlingen stromen langzaam binnen, Dijkstra houdt bij of iedereen aanwezig is. Alle leerlingen zijn stil. Om half elf is bijna iedereen online, Dijkstra bespreekt met een PowerPointpresentatie hoe de les er vandaag uitziet.

 

‘Sich freuen’ is het eerste woord van het dictee wat vertaald moet worden door de leerlingen. “Ich freue mich auf den Maiferien zum Beispiel” zegt Dijkstra om de leerlingen op weg te helpen. Het volgende woord om te vertalen is ‘der Kunde’. Bij elke leerling is een icoontje te zien dat aangeeft de microfoons van hen uitstaan. Terwijl Dijkstra het volgende woord laat vallen om te vertalen, springt er onderin het scherm nog een leerling online. “Gratuliere zum Geburtstag Tobias!” zegt Dijkstra. “Hoi, ja ik was gisteren jarig.” Het klinkt alsof hij nog niet helemaal wakker is. Het dictee gaat verder. “Die Ruhe.” Dijkstra geeft haar les tot zover in het Duits.

 

Contact houden

“Het is nu dé grote uitdaging voor docenten om scholieren op de middelbare school gemotiveerd te houden” zegt Stan Termeer, persvoorlichter van de VO-raad. Het zijn doorgaans pubers die vaak een uitdaging zijn om bij de les te houden, nu dat alleen online kan, is dat moelijker. “Daar is niet één methode of oplossing voor, het belangrijkste in deze situatie is om goed contact te houden met elkaar.”

 

Het Schoter zorgt er dan ook voor dat er extra op leerlingen wordt gelet die vaker, in het vervelendste geval stelselmatig, niet bij de online lessen zijn benadrukt Paulien Dijkstra. Ze is voorzitter van het pedagogisch concept van Het Schoter. Door deze coronacrisis dacht Dijkstra dat er gaten zouden ontstaan in klassen. Dat valt haar mee. “Wat je merkt is dat leerlingen inzien dat ze mee moeten doen om een eventuele leerachterstand te voorkomen en de leerlingen vervelen zich.”

 

Volgens Dijkstra is efficiëntie een duidelijk voordeel. Door deze situatie krijgen docenten meer door wat hoofd- en bijzaken zijn. Het grote nadeel is het sociale contact dat wegvalt. “Een praatje met elkaar maken in de schoolgang of het klaslokaal zit er helaas nog niet in. Het gevolg daarvan is dat het lastiger is om in de gaten te houden of het met elke leerling goed gaat of niet” aldus Dijkstra.

 

Christien Tangelder op haar thuiswerkplek. “Het is niet de bedoeling dat ik een halfuur lang praat, maar het is wel het meest efficiënte. Ik merk dat leerlingen niet alles meekrijgen van de les.” Foto: Gerard van Velzen

Christien Tangelder op haar thuiswerkplek. “Het is niet de bedoeling dat ik een halfuur lang praat, maar het is wel het meest efficiënte. Ik merk dat leerlingen niet alles meekrijgen van de les.” Foto: Gerard van Velzen

 

Technisch probleem

De online les Engels van een tweede klas begint bij docente Engels Christien Tangelder (59) van Het Schoter om tien uur met een presentielijst op papier. Onderin het beeldscherm is te zien dat veel leerlingen tegelijk online komen. “Daar is Maartje, Suus, Yara, Bas en Tom, bijna iedereen is er. Melle en Roos zullen nog wel komen.” De les begint in het Nederlands. Bij deze les staat ook alleen de camera van de docent aan.

 

Vooraf heeft Tangelder verteld dat ze veel Nederlands spreekt in de les omdat ze het belangrijk vindt dat, juist doordat ze haar leerlingen niet kan zien en dus ook niet goed kan inschatten of ze goed begrepen wordt, de leerlingen haar wel begrijpen bij de online lessen.

 

Daar waar het rumoerig in de klas kan zijn, kun je nu een speld horen vallen. Tangelder laat haar eerste slide zien van de PowerPointpresentatie. Het gaat over twee voortgangstoetsen waarvan een al geweest is. De PowerPoint van Tangelder gaat verder met het programma van vandaag: reading comprehension in a foreign language. Opeens is er een enorme ruis te horen. Microsoft Teams stopt en Tangelder is niet meer online. ‘’Lesuitval!’’ wordt er geroepen. ‘’Nee, haar beeldscherm loopt vast, ik zie dat ze de les heeft verlaten, dat is al een keer eerder gebeurd.’’ Na enkele minuten is Tangelder weer terug, ‘’volgens mij ligt het aan mijn internetverbinding.”

 

Tangelder houdt op papier de presentie bij van de klas, wat ze vervolgens in Magister invoert. Foto: Gerard van Velzen

Tangelder houdt op papier de presentie bij van de klas, wat ze vervolgens in Magister invoert. Foto: Gerard van Velzen

 

Niet genoeg tijd

De les gaat verder. Er wordt gevraagd aan Mohammed om de korte alinea in de PowerPoint voor te lezen. Meerdere leerlingen wordt gevraagd wat voor soort vraag bij de alinea past. Het gaat over The Monkey and the crocodile. Er komt een volgende alinea van het verhaal in beeld. Die alinea mag Yara voorlezen. “Yara, ik hoor je niet?” “Ze praat gewoon niet” zegt een leerling. Tangelder vertelt dat ze haar wel als present had opgeschreven. “Ze typt nu in de chat” wordt er dan gezegd. Ze heeft geen koptelefoon en daarom kan ze niet hardop praten is te lezen in de chat. Iemand anders krijgt de beurt. “Tom, kan jij de PowerPoint zien en de alinea voorlezen?” “Nee, volgens mij doet mijn microfoon het niet.” Tangelder zegt dat zij hem wel kan horen. Dan leest hij de alinea toch voor. Het lijkt erop dat hij niet erg actief meedoet en er gebruik van maakt dat hij door de digitale les zich een beetje kan verbergen.

 

Tangelder gaat in de laatste drie minuten naar de laatste slide. Daar staat het huiswerk op. “Morgen hebben we het er verder over en ik hoop dat de online verbinding dan beter is. Ik wens iedereen een fijne dag.” Alle leerlingen verlaten de online les.

 

 

Leerachterstand

De manier om te kunnen zien of leerlingen afgelopen periode genoeg hebben geleerd en of dat voldoende is om over te gaan naar het volgende leerjaar zijn bij Het Schoter voortgangstoetsen. Iedere leerling maakt twee digitale toetsen voor elk vak. Het resultaat van de toetsen wordt aan een letter aangekoppeld, een O, M, V of G. Dijkstra: “Op basis van deze toetsen, de al eerder gemaakte toetsen en een check-out-toets die ze in juni gaan maken, geven we advies.” Dijkstra denkt dat men volgend schooljaar pas kan zien of er daadwerkelijk leerachterstand is of niet. Daarnaast is Dijkstra van mening dat een leerachterstand niet per se hoeft te bestaan. “Je zou het curriculum aan moeten passen aan de nieuwe situatie.”

 

In het rapport De Staat van het Onderwijs 2020 staat dat wanneer zicht op de ontwikkeling van leerlingen onvoldoende is, dat voornamelijk komt doordat informatie over de leerlingen niet genoeg wordt gebruikt om leerachterstanden weg te werken. Daarnaast kan het ook zo zijn dat op deze scholen onduidelijk is of de ingezette middelen wel effectief zijn. Voor docenten is het van groot belang om inzicht te hebben in het leerproces van de leerlingen, denk aan lees-en denkvaardigheden tijdens de lessen. Dat is moelijker nu alle lessen alleen vanuit huis gegeven kunnen worden.

 

Vergelijking van de huidige werkplek en ‘normale’ werkplek: “Het was wel even een switch om vanuit huis les te gaan geven, zeker in het begin had ik het gevoel dat ik tegen een muur praatte.” Foto’s: Paulien Dijkstra

Vergelijking van de huidige werkplek en ‘normale’ werkplek: “Het was wel even een switch om vanuit huis les te gaan geven, zeker in het begin had ik het gevoel dat ik tegen een muur praatte.”
Foto’s: Paulien Dijkstra

 

 

Meer interactie

 

Alle woorden zijn door de klas vertaald, Dijkstra begint over het laatste gemaakte proefwerk en over de voortgangstoets. Ze vertelt dat er twee voorgangstoetsen zijn en dat de vragen in het Nederlands beantwoord mogen worden, dan weten de docenten of je als leerling de vragen en teksten goed begrepen hebt.

 

De gegeven opdracht in Word van Paulien Dijkstra in Microsoft Teams. Foto: Wen Xin van der Linden

De gegeven opdracht in Word van Paulien Dijkstra in Microsoft Teams.
Foto: Wen Xin van der Linden

 

Dijkstra vraagt of de opdracht duidelijk is voor iedereen. De opdracht is duidelijk, het wordt stil in de ‘digitale klas’. De leerlingen gaan aan het werk. Er komen vragen, de microfoons van de leerlingen gaan om de beurt even aan. Er valt weer een stilte. De les wordt afgesloten door Dijkstra met de vraag of er nog leerlingen zijn die vragen hebben over het proefwerk dat na de meivakantie is of over de schrijfopdracht die vandaag nog ingeleverd moet worden. “Gut Leute, gibt es noch Fragen zu der Aufgabe oder vielleicht zu der Prüfung?” Er is één vraag over de opdracht van vanochtend, daarna blijft het stil. Het is duidelijk dat de les afgesloten kan worden. “Tschüss!”