“Het zou heel vervelend zijn als ik zo ziek zou worden van het virus dat ik er niet meer over kan berichten als journalist”

Wen Xin van der Linden | 10 april 2020 8:30

Anouk Eigenraam werkt onder andere voor Het Financieele Dagblad Foto: www.sandernieuwenhuys.nl

Anouk Eigenraam werkt onder andere voor Het Financieele Dagblad Foto: www.sandernieuwenhuys.nl

Als journalist naar het epicentrum van de uitbraak van het coronavirus gaan om verslag te doen en vervolgens in lockdown vastzitten. Anouk Eigenraam (42) is sinds eind september 2019 correspondent in China voor het Financieele Dagblad, BNR en de Belgische krant De Tijd. “De eerste twee dagen liep ik toch wel onwennig rond in Wuhan.”

 

Tijdens haar journalistieke loopbaan was het al langer haar wens om een tijd in het buitenland te mogen werken. Na zeven maanden in Zuid-Korea aan een boek gewerkt te hebben, wist ze het zeker dat ze het wilde. “Ik dacht altijd wel dat ik hier geschikt voor zou zijn, maar ik wist het niet zeker. Een correspondentschap is iets heel anders dan wanneer je gewoon in het buitenland op vakantie bent. Je hebt te maken met lokale problemen, misschien spreek je de taal niet en je bent voor een langere tijd zonder je familie. Je moet er geschikt voor zijn.” Toen Eigenraam terugkwam uit Korea en haar boek Welkom in adoptieland. Een persoonlijke en kritische zoektocht af was, is ze bij Het Financieele Dagblad gaan werken. Na ruim een jaar kwam de post voor China vrij.

 

Het was 31 december 2019 toen de Wereldgezondheidsorganisatie op de hoogte werd gesteld over een onbekend longvirus. Begin januari kwam er meer naar buiten over het virus en het aantal besmettingen nam snel toe. De Chinese overheid, die de besmettelijkheid in het begin toedekte, kon er niet veel meer over ontkennen. Op 23 januari ging de stad Wuhan en de omliggende provincie Hubei in lockdown. “Aan mijn chef vroeg ik die week of ik naar Wuhan zou gaan. We zijn een financieel-economisch dagblad, dus wij moeten kijken naar wat de financieel-economische gevolgen zijn.”

 

Ze besloten het nog een dag aan te kijken. De dag erna verdubbelde de cijfers zich in Wuhan. Eigenraam had een vermoeden dat de stad zich daardoor snel zou gaan afsluiten. Die nacht kocht ze een vliegticket naar Wuhan, zodat ze voor de lockdown nog zou aankomen. “Die ochtend begon de vertraging al op het vliegveld en uiteindelijk werd mijn vlucht geannuleerd. Ik nam een trein naar een stad in de buurt van Wuhan. De trein ging door Wuhan en stopte er, dat had ik niet verwacht.”

 

Lege straten
Via WeChat en haar eigen netwerk probeerde Eigenraam in contact te komen met mensen in Wuhan. “Het advies was om niet de straat op te gaan. In tegenstelling tot hoe Nederland eerst reageerde, waren de straten in Wuhan meteen leeg. Chinezen gaven massaal gehoor aan het advies van de overheid.” Eigenraam ging wel de straat op om de situatie goed te kunnen bekijken. “Je kan natuurlijk niet wanneer je daar bent, niet je werk doen. Dat geldt voor mijn collega’s in Nederland en andere landen op dit moment ook. Journalisten staan op de lijst van noodzakelijke beroepen. Veel kan je als journalist vanuit huis doen, maar toch moet je zo nu en dan de straat op om te zien wat er speelt.”

 

Journalisten en hun bronnen lopen in China een behoorlijk groot risico op digitaal toezicht, zo staat in het Control- Halt-Delete FCCC Report on mediafreedom in 2019 van de Foreign Correspondent’s Club (FCCC). De Chinese overheid kan journalisten volgen door middel van low-tech methoden zoals het inzetten van politieagenten. Daarnaast is de overheid de eigenaar van eigenaar van telecommunicatiebedrijven in China en heeft zodoende  controle op  gegevens die burgers naar elkaar verzenden op onder andere WeChat.

 

Eigenraam wilde ook een ziekenhuis in om te zien hoe het er daaraan toe ging, maar het risico om het virus daar op te lopen vond ze te groot. Daarnaast had ze ook niet de benodigde beschermende kleding. “Je maakt lange werkdagen, dus hoop je maar dat je weerstand goed genoeg is. Het zou heel vervelend zijn als ik daar op dat moment zo ziek zou worden van het virus dat ik er daardoor niet meer over zou kunnen berichten als journalist.”

 

Een verlaten weg in Wuhan op 26 januari. Foto: Anouk Eigenraam

 

Censuur

“In China is er een ander idee van persvrijheid. Iedereen staat er in principe onder censuur.” De International Federation of Journalists (IFJ) is dan ook bezorgd over de censuur op belangrijke rapporten rondom het coronavirus. Rapporten worden in China geblokkeerd en kopieën ervan zijn offline gehaald. “Dat vrije meningsuiting moeilijk is, blijkt ook uit dat een van de klokkenluiders van het coronavirus in december werd beschuldigd van het verspreiden van valse geruchten. Hij werd ziek en overleed in februari aan het coronavirus. ”Toen dat later uitlekte, is hij overigens op het schild gehesen door dezelfde overheid als een van de ‘helden’ in de strijd tegen het virus.”

 

China-correspondent voor de Volkskrant Leen Vervaeke, schreef onlangs een stuk over hoe opvallend het was dat er in Wuhan relatief veel vrijheid was in die eerste weken om haar werk te kunnen doen. Er werden veel staatsmedia naar Wuhan gestuurd om verslag te doen, om te laten zien hoe goed er voor de patiënten gezorgd werd en hoe goed er met de virusuitbraak werd omgegaan. Eigenraam vertelt over haar Chinese collega’s: “De journalisten die voor onafhankelijker Chinese media werken, hebben meer toegang en meer bronnen dan wij als westerse journalisten. Zij konden meer te weten komen over de situatie. Vooral correspondenten van de grote persbureaus en de grote Britse en Amerikaanse kranten zijn belangrijk voor ons om bij te houden als informatiebron.. Zij zijn met een grotere groep journalisten, hebben een breder netwerk en meer resources.”

 

 

Geen rechten en plichten, perskaart kan ingetrokken worden

Het ministerie van Buitenlandse Zaken van China kondigde 18 maart aan dat dertien perskaarten van journalisten van de Amerikaanse media The New York Times, The Wall Street Journal en The Washington Post zouden worden ingetrokken. Volgens China was dat een antwoord op ‘Amerikaanse acties’ om Chinese media in de VS te onderdrukken. Eerder verklaarde de VS Chinese staatsmedia ‘foreign entities’ en decimeerde het aantal Chinese journalisten dat in Amerika mocht werken met zestig. De Amerikaanse journalisten moesten hun perskaart binnen tien dagen inleveren. Deze journalisten mogen niet blijven werken als verslaggever in China, ook niet in regio’s als Hongkong en Macau.

Zijn er daarnaast rechten en plichten bij het doen van verslag over een crisissituatie in het buitenland, zoals in China? Bepaalde rechten en plichten bij het doen van verslag over een crisissituatie zijn er niet voor buitenlandcorrespondenten. Wel staan er in het Veiligheidsplan Nederlandse media van Persveilig zogehete actiepunten voor werknemers en werkgevers. Het gaat hierbij om Nederlandse media die journalisten verslag laten doen in risicovolle gebieden. Dus dat geldt ook voor buitenlandcorrespondent Eigenraam, zij doet voor Nederlandse media verslag. Voor werknemers gaan de actiepunten onder andere om het niet nemen van onnodige risico’s, veiligheid staat altijd boven het maken van een goed verhaal. Eigenraam volgde overigens voor haar vertrek naar China een cursus ‘verslaggeving in conflictgebieden bij de NVJ’. Daar heeft ze veel aan gehad, zegt ze, met name tijdens haar werk over de demonstraties en rellen in Hongkong afgelopen november.

 

 

In quarantaine

“De evacuatie was een lange en vermoeiende reis. Ondertussen was ik ook nog bezig met mijn werk. Zodra ik was geland en thuis was, werd ik platgebeld door de media en collega’s met de vraag of ik iets wilde vertellen over de situatie.”

 

Hoe andere verslaggevers omgaan met de quarantaine? In de Volkskrant vertelt Vervaeke, die eerst in quarantaine zat in België, en vervolgens nog twee weken in Beijing dat ze in quarantaine gewoon verder kon met haar werk. Ook tijdens de quarantaine in Beijing bleef ze doorwerken door zoveel mogelijk contact te blijven houden met mensen in China en op die manier  interviews te kunnen doen.

 

Na elke binnenlandse reis moet je op dit moment twee weken in quarantaine, als je teruggaat naar Beijing vertelt  NOS-correspondent Sjoerd den Daas aan Human. Hij koos er daarom voor om zo min mogelijk te reizen. Hij was bovendien op vakantie toen de lockdown in Wuhan begon en kon daarna er niet meer binnenkomen. Den Daas deed vooral dagtrips om op die manier contact te hebben met de lokale bevolking. Ook maakte hij zijn verhalen via sociale media zoals WeChat.

 

Tijdens de evacuatie in het vliegtuig naar het militair vliegveld Melsbroek. Foto: Anouk Eigenraam

 

In Wuhan is de lockdown sinds 8 april opgeheven, China komt dus weer een beetje op gang. Fabrieken zijn wel weer open, alhoewel buitenlandse bedrijven annuleren hun opdrachten annuleren vanwege economische onzekerheid en omdat er nog steeds reisbeperkingen zijn. Eigenraam verwacht dan ook dat er hogere werkloosheid aan zal komen in China. “Doordat de uitbraak nu de rest van de wereld beheerst, zal het nog wel een tijd duren voordat het ook hier in China economisch weer normaal wordt.”

 

In Beijing wordt het weer iets drukker halverwege maart. Foto: Anouk Eigenraam