“Na acht maanden van kleine veranderingen in mijn gewoontes, is het mij gelukt om afvalvrij te leven,” aldus Elisah Pals, oprichter van Zero Waste Nederland. Een zero-waste lifestyle. Nu nog vaak gezien als een extreme keuze, waar een hoop aanpassingen en moeilijkheden bij komen kijken. Toch zal dit binnen dertig jaar de werkelijkheid worden voor iedere Nederlander, tenminste volgens de doelstellingen van de overheid. Op welke manier wordt het mogelijk om in 2050 geen afval meer weg te gooien en klopt de uitleg van recyclen eigenlijk wel?

In de doorsnee Nederlandse supermarkt vind je bijna alleen producten met een plastic verpakking. Niet zo gek dan dat organisatie Milieu Centraal vermoedt dat de gemiddelde Nederlander zo’n zeven plasticverpakkingen per dag verbruikt. Hier moet verandering in komen volgens het gezicht van Zero Waste Nederland Elisah Pals. “We hebben niet alleen een handjevol mensen nodig die deze manier van leven perfect uitvoert, maar juist heel veel mensen die op een bewustere manier met afval omgaan,” legt Pals uit.  Op dit moment ergert ruim driekwart van de Nederlanders zich aan de afvalrijke verpakkingen rond producten. Ondanks de grote frustratie, blijft het verbruik van plastic stijgen.

Toch klinkt Pals positief over het terugdringen van afval verbruik, “We bereiken met ons platform dagelijks al duizenden mensen en dit blijft groeien.” Ze blikt terug op een aantal jaar geleden, toen het begon bij een klein groepje die zelf hun beker meenam naar een koffiezaak, omdat ze uit zichzelf bewust bezig waren met afvalvermindering. “Bedrijven hebben zulke acties opgepakt, omdat ze een groei zien in besef bij hun consumenten over duurzaamheid, daarbij kan het kosten besparen op verpakkingen. Dit heeft ervoor gezorgd dat de volgende groep ook aangesproken wordt. Dit zijn de mensen die wél beseffen dat afval een probleem is, maar nog niet grote stappen nemen om hun afval te verminderen,” aldus Pals.

Op de vraag of de doelstelling van een volledig circulaire economie haalbaar is in 2050 geeft Pals een verontrustend antwoord: “Ik ben bang dat de definitie van circulair of recyclen verkeerd wordt opgevat. Sommigen zien de verbranding van afval voor energie namelijk ook als recyclen.” Nochtans kan het verbranden van laagwaardig plastic soms een betere keuze zijn dan het recyclen ervan. Dit komt doordat het proces om laagwaardig plastic te recyclen qua uitstoot ruwweg hetzelfde is aan de verbranding ervan. Dit is ook hoe Zweden ernaar kijkt. Daar wordt volgens de overheid 100% van het afval gerecycled, maar in dit cijfer wordt dus verbrand afval meegerekend. Nochtans heerst er in Zweden een groot besef rond duurzaamheid. De gewone burger scheidt daar netjes het huishoudelijk afval en de overheid maakt zich hard voor verduurzaming. Denk bijvoorbeeld aan de uit Zweden opgekomen trend ‘plogging’, waarbij mensen tijdens het joggen afval oprapen en in de juiste afvalbak gooien.

Ook futuroloog Freija van Duijne (44) heeft bedenkingen over het behalen van de doelstelling, maar om een andere reden. “Die doelstelling is eigenlijk meer ter inspiratie geformuleerd heb ik de indruk,” aldus Van Duijne. Zij denkt dat de bedoeling juist was om  aan te zetten om hard aan de slag te gaan. “Een volledig circulaire economie in 2050, dat klinkt zó groot, dat er actie móét worden ondernomen. Ik hoop ook dat het zo werkt dat mensen zich geïnspireerd of gesteund voelen,” aldus Van Duijne. Ze ziet een scenario voor zich waarin volledige circulariteit mogelijk is, ook al moet er nog veel budget en tijd aan voorbijgaan. Ze legt uit dat een belangrijk onderdeel hiervan is dat de hele economie ‘natuur-inclusief’ moet worden, door te kijken hoe wij als mens een positieve invloed kunnen hebben op de natuur. “Qua afval is dematerialisatie een belangrijke trend, dus dat je zo min mogelijk materialen gebruikt, die zo licht mogelijk zijn. Dat kan op allerlei manieren, bijvoorbeeld door een ecologische manier van produceren. We zitten nu in een fase waarin besef van het belang hiervan steeds meer groeit,” vertelt Van Duijne. Het zal volgens haar steeds meer de gewoonte moeten zijn er zodanig geproduceerd wordt dat materialen in een volgende levensfase weer voor iets anders gebruikt kunnen worden. Ze geeft toe dat het nog een grote opgave wordt om dit bij elk productieproces in praktijk te brengen.

Ceriel Lucker (26), is als productontwerper geïnspireerd door het idee van een circulaire economie. Hij ontwerpt producten met materialen die anderen als afval zouden beschouwen. Denk bijvoorbeeld aan de NS-speaker, die volledig is gemaakt van materialen uit een oude trein. Hij geeft zelf aan dat hij het enorm waardeert wanneer mensen zijn producten aanschaffen, maar dat de boodschap die hij wil geven met zijn producten veel belangrijker is. “We moeten kijken naar materialen die duurzamer zijn en de mogelijkheid bieden voor een tweede leven, en dan niet alleen om te verbranden tot energie,” aldus Lucker. Verder geeft hij aan dat er ook een verandering moet komen in het consumptiepatroon van consumenten. “We kunnen wel met duurzamere materialen werken, maar er zal er weinig veranderen als consumenten op dezelfde manier blijven kopen. ”

We moeten dus weg van de consumptiemaatschappij en op naar een circulaire economie. Dit kan bereikt worden door anders te kijken naar afval, duurzamer te produceren en op een bewustere manier te consumeren. Ondanks dat er nog een lange weg te gaan is, met grote investeringen en drastische veranderingen, is er al veel ruimte voor individuele bijdragen. Cold-turkey zero waste gaan leven is niet eens nodig, maar steeds bewuster omgaan met afval kan al enorm helpen. Een volledige circulaire economie bereiken binnen dertig jaar lijkt misschien iets aan de enthousiaste kant, maar de richtlijn is een hulpmiddel om gezamenlijk de goede koers op te varen naar een schonere wereld.