Afbeelding door: Nikki van der Kruk met Canva

“Het protestlied is nog lang niet dood”, stelt neerlandicus Laurens Ham in zijn boek ‘Op de Vuist’ uit 2020, “maar het neemt telkens nieuwe vormen aan.” Protestmuziek in Nederland wordt wellicht vaak geassocieerd met de jaren ‘60 toen er veel nummers over de Vietnamoorlog werden geschreven en Boudewijn de Groot geschiedenis schreef in Nederland met ‘Welterusten Mijnheer De President’. Maar ook nu is er sprake van protestvormen in liedjes van Nederlandse artiesten. Protestmuziek speelt weer een grote rol en Ham constateert dat er weer explicieter protestmuziek is, net als decennia terug. Misschien is dat ook niet zo gek in de maatschappij waar we nu in leven, waar veel mensen zich druk maken om bijvoorbeeld de klimaatcrisis en woningnood. Voor protestmuziek moet er namelijk wel iets zijn om over te protesteren. 

Het kan de intentie zijn van een artiest om een protestnummer te maken, maar het kan ook een opvatting zijn van het publiek. Hoogleraar Manuel Pinto Reyes in muziekwetenschap en cultuurstudies antwoordt ook dat het ingewikkeld is om protestmuziek te definiëren. Als ieder nummer met een klein politiek detail bijvoorbeeld al protest is, wordt volgens hem de lijst oneindig. 

Infographic door: Nikki van der Kruk met Canva

Ondanks dat het lastig is om er een definitie aan te hangen, klopt het dat je in het huidige muzieklandschap weer explicieter protestmuziek hoort. Zo heb je bekende artiesten als Hang Youth en Sophie Straat, die zichzelf echt identificeren als protestmuzikanten. Maatschappelijke thema’s zoals klimaatverandering, gelijkheid en politiek komen in hun muziek doorgaans aan bod. 

Jurre is leadzanger en tekstschrijver van de punkband Hard Voor Weinig. Hun muzikale talent gaat hand in hand met activisme. “Ik vind politieke nummers de enige vorm van punk. We roepen daarin anderen ook op tot activisme en daar komen emoties bij kijken. Dat is nogal met elkaar verweven; je wil iets veranderen in de politiek en je windt je op over misstanden.” In ‘Op de Vuist’ beschrijft Laurens Ham dat punkmuzikanten tot in hun vezels verbonden zijn met maatschappelijk verzet. Toch zie je protestnummers terugkomen in alle soorten genres. 

‘Huisjesmelkers’ 

Illés is leadzanger en tekstschrijver van Onkruid, een Nederlandstalig electropop duo. Hij schreef het nummer ‘Huisjesmelkers’. Dat deed hij niet met de intentie om een protestliedje te maken. In 2021 speelde Onkruid het nummer op het Woonprotest in Utrecht en besefte Illés dat er wel degelijk een vorm van protest in zit. ‘Huisjesmelkers’ was al een jaar uit toen het nummer bekender werd. Dit onderwerp begon toen meer te leven en het werd opgevat als een protestnummer. “Voor mij ging het nummer om een ervaring en omdat dat voor veel mensen geldt, is het automatisch een soort politiek liedje geworden.” Dat het publiek zo’n nummer op een eigen manier kan interpreteren, vindt hij juist leuk. 

Beluister hieronder wat voor Illés de inspiratie was voor ‘Huisjesmelkers’ en hoe hij zijn eigen stijl heeft behouden.  

Nummers waarin kritiek wordt geuit over woonsituaties komen vaker voor. Boudewijn de Groot maakte zelfs in de jaren ‘60 als een lied genaamd ‘Woningnood’. (Het waren slechte huizen en ze woonden clandestien / ze hadden daar geen licht en ook geen water bovendien). Ook Hard voor Weinig, de band van Jurre, heeft een nummer dat ‘Woonrecht’ heet. (Best betaalbaar, voor een prins misschien?! / Ik kan geen duur appartement meer zien).

Dit laat zien dat er overlap kan zitten tussen maatschappelijke thema’s in protestliedjes van vroeger en nu. Zestig jaar geleden werd er dus al over dit onderwerp gezongen. Daarnaast is het een concreet voorbeeld dat protestmuziek in verschillende vormen en genres voorkomt. 

Infographic door: Nikki van der Kruk met Canva

‘Fuck Geert Wilders’  

Emirhan maakt muziek in het hiphop genre en schreef het nummer ‘Fuck Geert Wilders’.  “Het was bedoeld om hem als grap weg te zetten, maar ook een vorm om boosheid te uiten. Het was een hele gezonde combinatie tussen die twee.” In het nummer voegde Emirhan een uitspraak van Wilders toe, waarin hij ‘een boodschap heeft voor de Turken’ en zegt dat hij ‘niet meer, maar minder islam’ wil. “Dus Turkije, blijf weg bij ons”. Emirhan is van Turkse afkomst en wilde een uitspraak gebruiken die vrij persoonlijk was. Op de vraag of Emirhan zichzelf als protestmuzikant ziet, antwoordt hij: “Als ik één keer haren heb geknipt, ben ik dan een kapper? Ik noem mezelf soms niet eens muzikant omdat ik het gewoon tof vind om kunst te maken.” 

Toch vindt Emirhan activisme belangrijk, ook in zijn muziek. “Door mijn muziek die politiek is ingestoken, werd ik betrokken bij activisme. Naar aanleiding van mijn nummer ‘Fuck Geert Wilders’ ging ik optreden in kraakpanden en sindsdien word ik omringd door een politiek actieve omgeving waardoor ik meer te horen kreeg over maatschappelijke thema’s.” Emirhan wilde deze onderwerpen onder de aandacht brengen, dat is volgens hem een van de eerste stappen naar verandering. 

Manuel denkt niet dat het mogelijk is om de impact van protestmuziek te meten. “Wat betreft lange termijn effecten, op gebied van bijvoorbeeld een maatschappelijke verandering, zou ik zeggen dat er geen directe gevolgen zijn van protestmuziek. Wilders zal niet zeggen dat een nummer hem heeft geraakt en daardoor zijn beleid gaat veranderen.” Wat er volgens de hoogleraar wél kan gebeuren, is dat mensen een sterk gevoel delen en zich verbonden voelen door muziek. Dus protestmuziek heeft daar wel invloed op. 

‘Jij Bent Mijn Boer Niet’

In protestmuziek komt een duidelijke mening naar voren. Zo ook in het nummer ‘Jij Bent Mijn Boer Niet’ van Hard Voor Weinig. 

Een varkensflat is geen idylle / een stal geen biotoop

Een plofkip kan niet springen / boeren leven van de dood 

Stikstof kan je niets verrotten / laat staan het dierenleed 

Jurre vertelt dat het verleidelijk is om bijvoorbeeld de boeren als stereotype neer te zetten. “We proberen het wel te vermijden maar er zijn valkuilen waar je makkelijk instapt als je boos bent. Daarnaast blijft het kunst dus ik vind dat er best veel geoorloofd is.” Na het uitbrengen van onder andere dit nummer, beseften de bandleden van Hard Voor Weinig dat ze ook moesten oppassen. “Die boeren kunnen ook agressief worden en zich tegen je keren. Ik heb m’n buren ingelicht dat als er iets met mijn huis gebeurt, het te maken zou kunnen hebben met een liedje dat we hebben uitgebracht. Met de vraag of ze een beetje extra willen opletten.” 

Er is niks gebeurd met Jurre zijn huis, maar ze houden er dus wel een beetje rekening mee. “Het valt wel mee met de hoeveelheid negatieve reacties die we krijgen. Je merkt dat social media een ontzettende bubbel is waar je niet makkelijk uitbreekt. Maar iets kan altijd opblazen dus daar hou je rekening mee, maar ik ben er niet bang voor.” 

Social media is een van de technologische ontwikkelingen waardoor muzikanten meer in contact staan met hun publiek. Ook met de komst van Spotify hebben artiesten veel meer vrijheid om zich grenzeloos uit te spreken in hun nummers. Voorheen waren muzikanten meer afhankelijk van de radio. Een zender zou niet snel ‘Fuck Geert Wilders’ of een nummer over boerenprotesten draaien. Door streamingdiensten en social media zijn artiesten niet meer alleen afhankelijk van de radio om hun nummers bij het publiek te krijgen. 

Gedeelde emoties en crises omzetten in muziek 

Manuel Pinto Reyes denkt dat sommige artiesten de behoefte voelen om muziek te maken over maatschappelijke kwesties omdat het te maken heeft met hun emotie in geluid omzetten. “We hebben meer mensen nodig die onze emoties en de huidige crises in muziek omzetten, als een soort expressie.” Volgens Jurre zou het mooi zijn als je in de muziek, door alle genres heen, meer prominent protestmuziek zou horen. “Als meer artiesten zich uitspreken, ook openbaar, zou het misschien mensen kunnen inspireren om wat dieper na te denken over sommige kwesties.”

Manuel stelt dat veel protestmuzikanten de massa willen verzamelen met hun muziek. “Het is niet een individuele emotionele uiting maar het idee is om iets collectiefs te maken. Muziek is een mooie vorm om gedeeld sentiment te behandelen en te strijden voor collectieve uitdagingen.”