Journey of Resilience; Angelo Milazzo’s Quest for Migrant Justice.

In the vast expanse of the Mediterranean Sea, a haunting question lingers: “What happens to the bodies of migrants who die during their risky journey?” The answer is a sad reality; when they reach land, there are standard, impersonal, cold, and inefficient procedures. These bodies, each holding untold stories, are given a number that connects to their grave. But behind this seemingly usual process lies a deep tragedy and complexity in the migration routes across the Mediterranean.

“In search for a safer life”
Since 2014, there have been 28,260 recorded cases of missing migrants in the Mediterranean Sea, which hosts three distinct migration routes; the Eastern, Western, and the deadliest of all, the Central.

The Central Mediterranean route stands as the deadliest migration route globally, with over 17,000 deaths and disappearances recorded by the Missing Migrant Project (MMP) since 2014. The remains of more than 12,000 people have been lost at sea on this route alone. Yet, it is likely that many more deaths remain unrecorded.

These numbers highlight the need to tackle the complexities of migration and join forces against the human cost of this crisis. “Journey of Resilience” not only tells Angelo Milazzo’s story, a Sicilian policeman with unique ways of comforting the grieving. It also serves as a strong call for empathy, understanding, and collective action in challenging times.


This documentary urges us to face migration’s harsh truths and acknowledge the unheard stories beneath the surface; Advocating for compassion, justice, and lasting change.

Angelo Milazzo successfully identified all bodies within two years. Having found success with his method, he contacted politicians in Italy and Europe through email, presenting his approach. Despite being dismissed as a mere person, his idea was never taken seriously. Giorgia Mitro, a Sicilian researcher, was the only one who saw the potential in Angelo’s idea and turned it into a political and intellectual effort, leading her to the creation of the Border Death Database at VU University in Amsterdam and later to the creation of the Mediterranean Missing Project at the University of York.

In the subsequent years, Angelo repeatedly expressed concerns about the ongoing migration crisis and Italy’s role in it. He drafted a proposal for secure crossings; establishing reception centres at Europe’s external borders where migrants could apply for asylum. After screening, they could proceed to their desired destination.

To this day, many relatives of the shipwreck victims are still in search of their loved ones.


Een fonds voor klimaatschade: veel woorden, weinig daden

Door Arthur Oldeman en Stanzen Jelsma

De COP27 – de 27e VN Klimaattop in Sharm El-Sheikh – werd eind november afgesloten met een akkoord over een klimaatschadefonds. Het schadefonds zal ervoor moeten zorgen dat er voor landen die nu schade of verlies ondervinden door de gevolgen van klimaatverandering geld beschikbaar is voor herstel en wederopbouw. Al meer dan dertig jaar geleden pleitte Vanuatu, een van de meest kwetsbare landen voor die gevolgen, voor een zogenoemd “loss and damage fund”. Zij eisten toen al dat rijke en vervuilende landen, zoals de Verenigde Staten, maar ook Nederland en Duitsland, hun verantwoordelijkheid dienden te nemen voor de door hen veroorzaakte uitstoot. In plaats van hier zorg voor te dragen en de uitstoot daadwerkelijk omlaag te brengen, is bijvoorbeeld de CO2-uitstoot van Nederland sinds 1990 echter met 12 procent toegenomen, volgens het CBS.

Het is illustratief voor decennia klimaatonderhandelingen. Ondanks vele beloftes en toezeggingen blijft urgente actie vaak uit. Dit jaar tijdens de COP27 had het Egyptisch presidentschap een Sharm El-Sheikh “implementatie plan” beloofd, waarin toezeggingen van afgelopen jaren om klimaatopwarming tot 1,5C te beperken concreter zouden worden uitgewerkt. Daar kwam echter weinig van terecht. Bepaalde toezeggingen om emissies te reduceren werden zelfs verzwakt, en het 1,5C doel zelf lag zelfs op tafel. VN-secretaris generaal Antonio Guterres waarschuwt in zijn woorden dat onze planeet “zich nog steeds op de eerste hulp bevindt”. De reactie van voormalig klimaatgezant van Ierland Mary Robinson is ook niet mals en stelt dat de wereld “nog steeds aan de vooravond staat van een klimaatcatastrofe”.

Activisten vragen aandacht voor het “loss and damage” fonds tijdens COP27 (foto credit Kiara Worth/UNFCCC)

Op het gebied van klimaatverandering tegengaan kan de COP dus niet als groot succes worden gezien. Maar na decennia overleg over financiering voor klimaatschade en adaptatie, kan het akkoord over het schadefonds wel als lichtpuntje worden beschouwd. Leiders van eilandstaten in de Stille Oceaan en klimaatrechtvaardigheidsactivisten vieren het akkoord dan ook als een historische overwinning. Over het schadefonds en de inhoud van het akkoord is in de Nederlandse media (zoals RTLnieuws en NU.nl+) al het een en ander gezegd. Zoals journalist Rolf Schuttenhelm van NU.nl treffend stelt: het akkoord over het fonds roept eigenlijk vooral veel vragen op.

Een historisch onduidelijk akkoord

Want wat staat er precies in de tekst van het akkoord? Bij nadere inspectie van het document dat alle VN-landen hebben onderschreven, blijkt dat het vooral behoorlijk onduidelijk is wat het fonds precies inhoudt. We zullen hieronder een paar vragen stellen, en proberen te beantwoorden.

Wat telt er als klimaatschade?
In de opgestelde tekst gaat het over verlies (“loss”) en schade (“damage”). Specifiek is het fonds bedoeld voor “economische en niet-economische verliezen en schade in verband met de nadelige effecten van klimaatverandering”. Hieronder valt bijvoorbeeld geld voor herstel en wederopbouw na extreme weersomstandigheden, zoals extreme regenval met overstromingen als gevolg. Er staat verder niet gedefinieerd hoe die schade vervolgens in kaart wordt gebracht, en vooral op waarde moet worden geschat. Met behulp van statistische methodes kunnen we tegenwoordig bepalen in hoeverre klimaatverandering bijdraagt aan de kans op, of de ernst van bepaalde extreme weersomstandigheden (zogenoemde attributiemethodes; afgelopen jaar hebben we daar in de blog nog aandacht aan besteed). In het artikel op NU.nl gaat hoogleraar Klimaatrampen Maarten van Aalst daar verder op in.

Wie maakt er aanspraak op het fonds?
Het akkoord spreekt simpelweg over “ontwikkelingslanden die bijzonder kwetsbaar zijn voor de nadelige gevolgen van klimaatverandering”. Welke landen dat dan precies zijn, is niet duidelijk. De VN heeft wel een lijst van “least developed countries”, maar niet van “developing countries”. Daarnaast is ook niet gedefinieerd wat “bijzonder kwetsbaar” (particularly vulnerable) precies inhoudt. In een eerdere versie van de tekst werd gerept over “meest kwetsbaar” (most vulnerable). Volgens NGOs zou binnen die definitie een land als Pakistan niet in aanmerking komen. Maar volgens EU-onderhandelaar Frans Timmermans zou Pakistan wel in aanmerking moeten komen. De tekst is in de late uurtjes van de onderhandelingen aangepast, en de nieuwe versie is uiteindelijk wel aangenomen. Meer over hoe de tekst van het akkoord tijdens de COP tot stand is gekomen, lees je hier in een verslag van Saleemul Huq.

De meest (on)ontwikkelde landen volgens Human Development Index 2019

Wie vult de pot?
Wederom is er geen uitgebreid antwoord op deze vraag te vinden. In de tekst wordt enkel benoemd dat er een fonds moet komen, maar niet wie dit vervolgens moeten financieren. Het lijkt vanzelfsprekend dat dit landen zijn die een historisch grote bijdrage leverden aan klimaatverandering. Er staat wél expliciet dat het over “nieuwe en aanvullende” vormen van klimaatfinanciering gaat. In voorgaande edities van de COP, onder meer in Parijs en Kopenhagen, zijn namelijk ook afspraken gemaakt over klimaatfinanciering (vooral voor mitigatie en adaptatie – waarover later meer). De tekst sluit dus uit dat dat geld voor dit fonds zou kunnen dienen.

Hoe nu verder?
Voor de invulling en uitvoering van het fonds wordt een “transitional committee” opgesteld met tien leden van “developed country Parties” en veertien leden van “developing country Parties”. Deze commissie heeft het mandaat om de details van het fonds verder uit te werken, en een reeks aanbevelingen te doen die tijdens de COP28 in Dubai op het programma zullen staan.

Wat we kunnen leren van (het gebrek aan) klimaatfinanciering

Toch is het niet te verwachten dat alle details van het fonds over één jaar al compleet uitgewerkt zijn. We kunnen namelijk wat lessen trekken uit eerdere afspraken die zijn gemaakt over klimaatfinanciering. Tijdens de COP15 in Kopenhagen in 2009 – die we toch vooral herinneren als mislukt – zijn afspraken gemaakt over financiering voor mitigatie en adaptatie, maar pas voor in 2020 – 2025. Toentertijd werd afgesproken om over deze periode van vijf jaar elk jaar 100 miljard dollar vrij te maken, te betalen door “developed countries”. Een recent rapport van Oxfam laat zien dat dit bedrag bij lange na niet wordt gehaald, én dat het eigenlijk ook niet genoeg is.

Financiering voor klimaat adaptatie én mitigatie in 2019 en 2020: gerapporteerde financiering (rood) versus geschatte financiering (oranje en groen). Uit het rapport van Oxfam.

Waar de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) stelt dat er in 2019 en 2020 gemiddeld zo’n 80 miljard dollar per jaar is verzameld, schat Oxfam dat bedrag op ‘slechts’ 20 miljard dollar per jaar. Waar komt dat verschil vandaan? Oxfam benoemt twee zaken: 1. Door boekhoudkundige trucs vallen veel geldstromen onder de noemer van klimaatfinanciering, terwijl de relevantie voor mitigatie of adaptatie niet altijd duidelijk is, en 2. Veel financiering wordt verstrekt in de vorm van leningen. Dat laatste is een probleem, want de ontvangende landen zijn vaak ontwikkelingslanden of landen met lage inkomens die al met grote schulden te maken hebben.

Daarnaast is de afgesproken 100 miljard dollar per jaar voor mitigatie en adaptatie – te betalen door landen via de staatskas of via bedrijven en andere fondsen – eigenlijk te weinig. Oxfam stelt op basis van een aantal recente onderzoeken dat de kosten van adaptatie in 2030 ongeveer 300 miljard dollar per jaar kunnen zijn, en de kosten van mitigatie een duizelingwekkende 5,9 biljoen dollar. Kosten van klimaatschade worden geschat tussen 290 en 580 miljard dollar per jaar. Ter vergelijking, het VN Ontwikkelingsprogramma schat dat er nog steeds jaarlijks 423 miljard dollar naar subsidies voor fossiele brandstoffen gaat. En 25 grote fossiele bedrijven rapporteerden in 2021 een winst van 205 miljard dollar. Het ontbreekt dus niet aan de beschikbaarheid van geld om de kosten van adaptatie en klimaatschade te dekken – maar wel aan de prioriteiten van overheden en grote bedrijven. Carbonbrief heeft recent nog een uitgebreid overzicht gepresenteerd waar de benodigde klimaatfinanciering vandaan zou kunnen komen.

Klimaatfinanciering als businessmodel

Die prioriteiten van klimaatfinanciering blijken nog wel eens twijfelachtig te zijn, ook in het geval van de Nederlandse staat. In recent onderzoek van onderzoeksjournalist Chris Kasper de Ploeg in samenwerking met SOMO zijn documenten opgevraagd via de Wet Openbaar Bestuur (Wob) die laten zien dat Nederland tijdens internationale klimaatonderhandelingen een gezamenlijke voorbereiding en inzet voerde met het Nederlandse bedrijfsleven.

Uit een vertrouwelijk document van de Amerikaanse ambassade in Den Haag blijkt dat de Nederlandse delegatie succesvol lobbyde tegen de belangen van ontwikkelingslanden voor een eerlijke klimaattransitie. In het bijzonder werden voorstellen voor het uitbreiden van klimaatfinanciering en vergoedingen voor schade en verlies door klimaatrampen tegengewerkt. Ook bleek dat, voor zover er wel klimaatfinanciering voor arme landen zou komen, Nederland erop aandrong om private financiering, bestaande financiering én financiering van het Nederlandse bedrijven deel uit te laten maken van klimaatfinanciering. Daarnaast zouden klimaattoppen en handelsmissies door de Nederlandse overheid worden gebruikt voor “Holland branding”, oftewel het Nederlandse bedrijfsleven als duurzaam presenteren.

Het lijkt er dus op dat de Nederlandse overheid rechtvaardigheid in internationaal klimaatbeleid geen prioriteit lijkt te geven, en liever aandacht steekt in klimaatbeleid als ‘business-case’. Er moet wel gezegd worden dat deze documenten van tussen 2010 en 2017 zijn. Toch is de Nederlandse staat in de tussentijd nog geconfronteerd met de Urgenda rechtszaak, die zelfs na hoger beroep in 2019 de staat verplichtte om uitstoot te reduceren in 2020. Dat is niet gelukt.

Tot slot

Ook al is het zeer positief dat er na jaren eindelijk een akkoord is over een klimaatschadefonds, er is nog veel onduidelijk over de specifieke invulling van het fonds. Ervaringen van andere vormen van klimaatfinanciering vertellen ons dat afspraken lang niet altijd worden nagekomen. De financiering voor adaptatie is “too little” en “too slow”. Laten we hopen dat er uit deze vormen van financiering vooral lessen worden getrokken, en dat het klimaatschadefonds wel een succes kan worden, want het is hard nodig. Oók de Nederlandse staat zal daarin een verantwoordelijke rol moeten aannemen.

Het gebrek aan concrete toezeggingen tijdens de COP27 om de opwarming van de aarde te beperken stemt alleen niet hoopvol. Want als de opwarming niet snel wordt beperkt, zullen de kosten van adaptatie en van schade alleen maar oplopen. Dan wordt het dweilen met de kraan open.

Dit stuk is grotendeels tot stand gekomen naar aanleiding van deelname aan de talkshow van Five4You en voorgesprekken tussen Arthur en StanzenLees en kijk dat hier terug.

Uncheckable: “The biggest lie from this  election is that nuclear energy will help to  achieve  the climate goals”

In the first national election debate, broadcasted by RTL4, leaders of political parties in the Netherlands were asked to take a stance on several important issues. One of the statements, about climate change was: “In order to achieve the climate goals the Netherlands must build new nuclear power plants”.  Conservative parties such as the VVD (liberal party), the PVV (nationalist party) and the CDA (Christian democrats) voted in favor. The progressive parties voted agents the statement. When asked to explain their view GroenLinks (green party) leader Jesse Klaver claimed that nuclear energy, as a solution for fossil energy, is the biggest lie in this election. He also claimed that nuclear energy will not help achieve the climate goals from the Paris treaty.

The Paris Agreement
The Paris Agreement is a legally binding international treaty against climate change. The accord was adopted by 196 Parties at COP 21, on 12 December 2015 and put into action on 4 November 2016 (United Nations). One of the goals in the accord is to limit global warming to well below 2 degrees, preferably to 1.5 degrees Celsius. To achieve this long-term temperature goal, countries aim to reach global peaking of greenhouse gas emissions as soon as possible to achieve a climate neutral world by mid-century (United Nations).

“The Paris Agreement is a landmark in the multilateral climate change process because, for the first time, a binding agreement brings all nations into a common cause to undertake ambitious efforts to combat climate change and adapt its effects.” (United Nations)

Nuclear power plants across the globe
Nuclear power plants produce no greenhouse gas emissions during operation. During its life cycle a nuclear power plant produces about the same amount of carbon dioxide-equivalent emissions per unit of electricity as wind, and one-third of the emissions per unit of electricity when compared with solar (World Nuclear Association).

Average life-cycle carbon dioxide-equivalent emissions for different electricity generators (Source: IPCC)

Since April 2020, there are 440 operable power reactors in the world, with a combined electrical capacity of 390 GW. Additionally, there are 55 reactors under construction and 109 reactors planned, with a combined capacity of 63 GW and 118 GW. Respectively there are 329 more reactors proposed (World Nuclear Association).

Source: World Nuclear Association

Across the European Union are 106 nuclear power reactors (104 GWe) operating in 13 of the 27 EU member states that account for over one-quarter of the electricity generated in the whole of the EU. Over half of the EU’s nuclear electricity is produced in only one country – France. The 57 units operating in three non-EU countries (Russia, Ukraine and Switzerland) account for about 15-20% of the electricity in the rest of Europe. Norway and Switzerland are effectively part of the EU synchronous grid (World Nuclear Assosiation ).

The role of a nuclear power plant in fighting climate change 
Nuclear power, which currently means energy derived from fission (splitting the uranium atom), has a minima carbon footprint of around the 15-50g CO2/KWh.  In comparison the average footprint of gas as energy source, is around 450g CO2/KWh. According to these numbers, using nuclear power can be a good way to reduce the carbon footprint and achieve the climate goals. Also, according to the International Energy Agency (IEA), nuclear energy currently contributes to the prevention of CO2 emission of about 1.3 to 2.6 gigatons each year, assuming it replaces either gas-or coal-fired generation (World Nuclear Association).

Besides that, one kilogram of uranium (U235) generates almost 23 million kWh of electricity: enough to provide nearly seven thousand households with electricity for a year. About 30 percent of the energy contained in uranium is converted into electricity (efficiency). According to GroenLinks (green party) this is no reason to invest in nuclear power plants. In an email, the party explained their position as follows: “Uranium, which is used for nuclear power generation, will run out over time. Whereas, we can always count on wind and solar energy”. Another argument for nuclear energy, which is used quite often, is that nuclear energy provides investment opportunities and jobs and the basis for economic security in communities that host nuclear plants.

Nuclear power plants as an alternative source of energy
The politic parties that are against nuclear power and believe that it’s not contributing to the CO2 emissions, are also wondering if nuclear power plants are a feasible option to reduce fossil fuel and help to achieve the goals of the Paris Climate Agreement.  Their most used argument is that building a nuclear power plant takes a long time and will cost billions of euros. Besides that, the construction costs of nuclear power plants depend on many different determinants such as: design revisions during construction, large plant size and complex large-scale technology, lack of standardization, serialization and modularization, plant safety and environmental concerns, prevention of accidents and risks. These possible cost determinants (see table 1) can influence the construction time of Power Plants (PWRs) and are classified in three general groups: technical, regulatory, and institutional (Construction time of Power Plants PWRs).

        Figure 2Construction time of PWRs 

During 1980 and 2000 the time for building a nuclear power plant was 92 months or 7.7 years with a maximum of 10 years. Nowadays building a nuclear power plant will take 41 months, still almost 4 years, due to innovation. Lots of goals are aimed at 2050 (mid-century), that is only 30 years from now. We will have 25 years from the moment the nuclear plant is operational, is that enough? According to the Nuclear Energy Agency of the OECD, yes. Modern nuclear power plants can very well do the absorb variations in the supply of sustainable sources. Nuclear power plants adjust between 50 and 100% power at a rate of 5% per minute. For example, nuclear energy in France has been providing for forty years adjustable CO2-neutral electricity, 24 hours per day, seven days a week (Nuclear energy is needed to achieve the climate goals).

It will take renewed attention and a sense of urgency across the world to stimulate a new wave of nuclear investments. The use of nuclear energy for electricity generation is a political minefield at every level. Beyond technological problems, it is politics that is the biggest obstacle to the more widespread adoption of nuclear energy (Clingendael Spector).

Advantages and disadvantages of a nuclear power plant
Another argument against nuclear power is radioactive waste. Opponents of nuclear energy consider this as one of the most important arguments. There is not yet a good way to store or process it. For example, in the Netherlands nuclear power has been stored in the southern province Zeeland. The low to medium radioactive waste is stored in a bunker. Poured into concrete, in order to limit the radiation as much as possible. The highly radioactive waste is stored in another bunker, also poured into concrete and stored in iron tubes. Because radioactive waste does not decay and remains on earth for thousands of years, storage is no long-term solution.

Figure 3: Nuclear power

Conclusion 
With the statement “Nuclear energy is the biggest lie in this election”, Klaver expresses his opinion that nuclear energy is not the answer to a zero-emissions future “we do not have time, it is not sustainable, and we can better spend the money on more future-proof solutions, which will also benefit the coming generations,” he argued. However nuclear energy as a solution to reduce CO2-emissions is not inherently a “lie”, as Klaver states. Supporters of nuclear energy rightfully point at the low CO2-emissions. But if it will prove to be a solution for meeting the climate goals in the Paris agreement is a very complicated issue. Klavers statement is as much a prediction as the position of the supporters of nuclear power. And therefore uncheckable.

De mooie maar oh zo ingewikkelde wereld. Mijn kijk op de schoonheden en de gruwelheden van de mensheid

Elke seconde sterven er in de wereld mensen door geweld, voedseltekorten, ongelukken en ziekte. Er zijn mensen die net genoeg eten en drinken hebben om de dag door te komen, maar er zijn ook mensen die al dagenlang niets te eten of te drinken hebben gehad. Als je bij jezelf nou eens na gaat dat het niet overal is zoals in bijvoorbeeld Nederland. Dat er grote armoede heerst in landen en dat er mensen moeten vluchten voor geweld. Dit terwijl wij rustig ons dingetje zitten te doen. Het is wel duidelijk dat daar een groot contrast tussen zit.

Als je bedenkt dat er mensen zijn die steeds bezig zijn om te overleven. Dat elke seconde hen dichter bij de dood kan brengen. Dat er mensen zijn die doodgaan door voedseltekorten terwijl wij bezig zijn met wat we willen eten. Dat er mensen zijn die alles achterlaten om de vrijheid op te zoeken terwijl wij onze spullen klakkeloos weggooien, als het ons niet meer aan staat. Dat er kinderen in Jemen zijn die sterven van de honger, dat mensen in Kenia zijn, die van wege de coronalockdown, niet kunnen werken dus geen eten hebben. Wat geeft ons dan het recht om ons druk te maken over de vraag of we bijvoorbeeld wel naar de kroeg kunnen over een maand.

Wie zijn wij in deze wereld en wat stellen de problemen van ons als rijke, veilige westerlingen nog voor, vergeleken met de rest van de wereld?  Wij maken ons al druk om natte sokken terwijl er kinderen lopen op blote voeten omdat ze niks hebben, we zeuren dat we naar school moeten, terwijl elders kinderen het niet kunnen omdat ze te arm zijn of omdat hun school in puin ligt. We zeuren dat er geen wifi is terwijl elders mensen bezig zijn met contact zoeken van hun ouders die misschien al lang overleden zijn. Nu met corona zeuren we dat we niet naar de kroeg kunnen, dat de bioscopen misschien dicht moeten en dat we niet uit eten kunnen. Wij maken ons druk om de minste dingen, terwijl elders mensen zijn die over lijken moeten lopen om zichzelf en hun familie in veiligheid te kunnen brengen. Mensen in voornamelijk de rijkere landen hebben vaak weinig besef van wat er in de rest van de wereld omgaat. Ze zien wel beelden op het nieuws maar ja het zijn beelden, eerst zien dan geloven is vaak het argument hierop.

Als ik om mij heen kijk leven mensen maar hun leven zonder er, soms/niet in alle gevallen, even bij stil te staan hoe goed ze het eigenlijk hebben. Mensen en ook ik hadden alleen maar in een ander land geboren hoeven worden, of de wereld zag er voor ons heel anders uit. Ik neem het ons ook niet kwalijk dat we dit doen, we zijn immers zo ingesteld. Maar dat we zo ingesteld zijn hoeft niet te betekenen dat we ons ook zo moeten gedragen, de keus ligt enkel bij onszelf.

Helaas zijn er genoeg mensen die vinden dat alles om hunzelf draait, die niet om zich heen kijken en die maar wat doen. Die mensen wijzen altijd naar een ander en zijn niet bereid om hun handen uit te steken voor mensen die het zwaar hebben omdat hun leven al ‘perfect’ is. De voorbeelden daarvan zijn elke dag goed te zien. We maken bijvoorbeeld wel oorlog om onze landen uit te breiden, sterker en welvarender te maken. We doen er alles aan om maar gelukkig en rijk te zijn. Maar als de gevolgen ons niet aan staat, bijvoorbeeld een stroom vluchtelingen (uit een van de landen waar wij oorlog hebben gevoerd) aan komt, weigeren sommigen hun handen uit te steken en wijzen ze allemaal naar iemand anders.

Dit terwijl wij (westerlingen) vaak de begin-oorzaak zijn van alle ellende die er in de wereld is. Wij hebben de wereld grotendeels gevormd en ingedeeld zoals hij nu is. Kijk maar naar de landgrenzen, vaak door ons met een liniaal verdeeld. Neem het Ottomaanse rijk, een voormalige grootmacht in het Midden-Oosten, ooit vredig en welvarend. Na de Eerste wereldoorlog verdeeld door de westerlingen in onder meer de huidige landen: Syrië, Irak, Israël, Palestina, Jordanië en Armenië. In het merendeel van die landen heerst nu grote armoede door lange tijden aan oorlog. Mede mogelijk gemaakt door ons en de strakke verdelingen van de landen.

Een ander voorbeeld is Israël, het vroegere Palestina.
Daar woedt al een eeuwenoud conflict; een conflict dat na de Tweede Wereldoorlog enorm groot is geworden toen de Palestijnen de helft van hun land moesten afstaan aan de Joden, die natuurlijk ook vreselijke dingen mee hebben gemaakt tijdens de Tweede Wereldoorlog. Na de Tweede Wereldoorlog werd de staat Israël uitgeroepen. De bewoners van dat gebied, de Palestijnen, werden niet bepaald vriendelijk weggestuurd. Hele families werden weggestuurd en uitgemoord, alles om ruimte te maken voor de Joden.

En dan het voorbeeld met Jeruzalem. De stad van de Joden of toch de stad van de Palestijnen? Wiens hoofdstad het is, daar zijn ze nog niet uit. Ze beweren beiden dat het hun hoofdstad is. Het Israël-Palestina conflict is de laatste tijd vrij actueel omdat onze ‘geweldige’ Amerikaanse president, Donald Trump,  aangekondigd heeft om de Amerikaanse ambassade van Tel Aviv naar Jeruzalem te verplaatsen. Mrt deze actie heeft hij zonder het letterlijk te zeggen erkend dat Jeruzalem de hoofdstad is van Israël. Na die erkenning escaleerde het conflict nog meer.

Zo zie je maar dat een verkeerde opmerking heel verkeerd kan vallen. De kunst is om dingen goed met elkaar te vergelijken en goed op de feiten te letten. Dat geldt natuurlijk ook voor dit stuk. Het kan namelijk iets te belerend zijn, maar het is allemaal uit een goed hart geschreven. En daarnaast is de wereld niet alleen ellendig en slecht. Er zijn nog genoeg mooie plekken, maar daar moeten we wel onze ogen voor kunnen openen.

(Voordat ik een stuk schrijf bedenk ik eerst wat mijn doel is. Met dit stuk is mijn doel dat mensen er meer bij stilstaan, dat het niet overal is zoals wij het kennen of denken dat het is. De wereld kent immers veel armoede, dit wordt allemaal nog duidelijker door de coronacrisis. Daarnaast wil ik de mensen meegeven dat men ook een keer tevreden mag zijn met wat ze hebben. Als laatste wil ik mensen meegeven om bij hunzelf na te gaan of iets handig is om te zeggen, voordat je het ook daadwerkelijk zegt.)  

Hier gaat het heen met de journalistiek

De journalistiek staat onder druk en verandert in een hoog tempo. Kijk alleen al naar de ontwikkeling van de papieren krant naar digitale sites als de NOS, NU.nl en het AD. Daarnaast heeft de coronapandemie de journalistiek op scherp gezet.

Invloed van corona op de toekomstige journalistiek
Journalisten werden tijdens corona meer betwist en in het ergste geval zelfs aangevallen door mensen die geen vertrouwen meer hebben in de Nederlandse journalistiek (NVJ, 2021). Daarnaast heeft de huidige journalistiek ook te maken met de roep om zo representatief mogelijk te zijn (Rogmans, 2021). Sinds corona zijn daar ook nog de invloedrijke personen bijgekomen -Thierry Baudet- die de integriteit van nieuws en de journalistiek openlijk betwist en zelfs aanzet tot opruiing (Van Dongen, 2021).

Het tempo waarin de journalistiek zich het afgelopen jaar heeft moeten aanpassen is groot. De haat jegens journalisten (Persveiligheid, 2021) en de opkomst van het begrip ‘fake news’ heeft journalisten voor een grote uitdaging gezet; mensen toch zien te bereiken die eigenlijk niet bereikt willen worden. Daarnaast is ook de mate waarin de journalistiek belangrijk is voor de maatschappij in de afgelopen twee jaar gestegen (commissariaat voor de media, 2021).

Dit blijkt immers uit het stijgende aantal bezoekers op sites als de NOS.nl, de coronapandemie is hier een logische oorzaak van. Alleen al de weekcijfers over besmettingen maakte dat veel mensen het nieuws veel vaker volgden. Dit is gebleken uit onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen naar de toename van nieuwsgebruik tijdens de pandemie (RUG, 2021).

Nu de coronapandemie vrijwel ten einde is, breekt ook voor de journalistiek een nieuw tijdperk aan. De haat, waar journalisten sinds de coronapandemie steeds meer te maken mee hebben, zet de journalistiek voor een grote uitdaging. De journalistiek is wel is waar wendbaar, maar de coronapandemie heeft weldegelijk haar sporen in de journalistiek nagelaten.

Zo moet de journalistiek, naast dat het zich bezig moet houden met de vraag hoe de nieuwsconsumptie zich in de toekomst zal ontwikkelen, ook streven naar een zo representatief en divers- niet alleen op de redactie maar ook in het nieuws zelf- mogelijke afspiegeling van de maatschappij. Ook het omgaan met de aangewakkerde haat, argwaan tegenover de mainstream media, maakt het voor journalisten en redacties niet makkelijk. Daarnaast proberen journalisten evengoed zo veel mogelijk mensen te bereiken.

Journalistiek in 2030
Gekeken naar de afgelopen ontwikkelen binnen de journalistiek is er een redelijk toekomstbeeld te schetsen. Zo zal de nieuwsconsumptie van de journalistiek hoogstwaarschijnlijk toenemen als er meer wereldwijde conflicten zullen opspelen (Free Press Unlimited, 2020). Hoopgevend is dat de journalistiek waarschijnlijk haar invloed ten alle tijden in wat soort vorm dan ook zal behouden.

Dit aangezien de mens van nature nieuwsgierig is en op de hoogte gehouden wil worden van ontwikkelingen in de wereld en om hen heen (Lilith, 2020). Al met al zal de nieuwsvraag omhoogschieten als er in 2030 spraken is van een nieuwe pandemie of oorlog. Gelet op de gestegen nieuwsvraag ten tijde van corona (Takken, 2021).

Diversiteit en representativiteit
Het debat rondom diversiteit en representativiteit heeft ervoor gezorgd dat er in 2030 bijna evenveel mensen van kleur, vrouwen en LHBTIQ+ werken op een redactie, maar ook veel vaker gevraagd worden voor een interview of gebruikt worden als bron (Stimuleringsfonds voor de journalistiek, 2021).

Aangezien er ten tijde van corona de basis is gelegd van een gespleten maatschappij. Zal ook de journalistiek hierop in spelen. Zo is de kans groot dat er in 2030 veel verschillende soorten journalistiek zijn. Hiermee bedoel ik een soort verzuiling, maar dan gericht op de zogenoemde ‘bubbel’ waar de lezers van journalistieke bladen zich in verkeren (Schippers, 2021).

Daarnaast is het ook van belang dat de journalistiek in de toekomst de kloof tussen het platteland en de steden weet te herstellen. Tegenwoordig is er een te grote groep in Nederland die zich niet gehoord voelt door de journalistiek (De voogd, 2021). Logisch ook als je in een wijk ergens op het platteland of in een achterstandsbuurt woont en er een typische Nederlands uitziende man jou een paar vragen komt stellen over bijvoorbeeld de woningcrisis. Het diversiteitsdebat is de laatste tijd wat achterhaald. In de toekomst is dit hopelijk opgepakt en veranderd.

Meest voor de hand liggend toekomstscenario
Gezien de hoeveelheid ‘bubbels’ waar lezers van journalistieke publicaties zich in verkeren zal de journalistiek in 2030 hierop ingespeeld zijn. Denk hierbij aan een blad dat gericht is op mensen die de overheid wantrouwen of een blad dat juist gericht is op mensen die strijden tegen klimaatverandering. Freelancejournalisten zullen hierin een grote rol spelen (Schohaus, 2020) . Zij hebben de vrijheid om in 2030 een bepaalde groep te kiezen waarvoor zij verlag zullen doen.

Echter is de kans groot dat een mondiale of lokale ramp in 2030 ervoor kan zorgen dat er juist behoefde is aan een enkele ‘mainstream media’. Gezien de wereldwijde uitdaging genaamd klimaatverandering en de zogenoemde deadlines die er in 2030 gesteld zijn, is het aannemelijk dat de journalistiek in 2030 vrij mainstream zal zijn in plaats van verzuild.

De overheid en de opkomst van start-ups
In 2030 zal de rol van de overheid teruggebracht zijn naar enkel faciliterend (Nationale ombudsman, 2021). Afgaand op het toekomstbeeld waarin de economie en maatschappij voor het grootste gedeelte gedomineerd wordt door start-ups ( Emerce, 2016) en virtuele samenwerkingsverbanden zoals Teams en zoom (Martes, 2021). Dankzij de oorlog in Oekraïne en de herstelde samenwerkingsverbanden is er een sterke do-it-yourself-mentaliteit ontstaan. Men is immers gaan inzien dat dit dé sleutel tot succes geworden is (Wienen, 2021).

Co-creatie, sharing en crowdfunding breken op grote schaal door (Schmit, 2020). Door de ontwikkelingen op het gebied van piracy en het verbeterde digitale netwerk is de invloed van grote namen als Apple, Fox en Facebook sterk afgenomen. Dit heeft de nieuwsstroom vanuit de mainstream media verhoogt (van Assen, 2021). De betekenis van nieuws is verschoven door deze ontwikkelingen. Zo wordt de ‘wat is nieuws’ niet langer bepaald door de mediamerken maar door de lezers (Nederlandse vereniging voor journalisten, 2022). Dit wordt ook wel ‘the wisdom of the crowd’ genoemd (Kasem, 2017).
Hoewel de coronacrisis over het algemeen niet veel goeds heeft gedaan voor de journalistiek. Heeft het wel ontwikkelingen omtrent digitalisering en werken op afstand in een versnelling gezet. Dit blijkt uit een onderzoek van het Reuters Instituut naar onder andere de veranderingen binnen de journalistiek op het gebied van technologie en de impact van de coronapandemie.

“Veel journalisten die voorheen resistent waren, ontdekten dat ze de nieuwe flexibiliteit leuk vonden, terwijl nieuwsorganisaties ontdekten dat het mogelijk was om kranten, websites en zelfs radio- en tv-nieuwsprogramma’s te maken vanuit slaapkamers, woonkamers en keukens (Reuters, 2021)”.

Oorlog in Oekraïne
De huidige oorlog in Oekraïne heeft een grote impact op het toekomstbeeld van de journalistiek. Na een tijd waarin veel verdeeldheid een haat gezaaid is, zorgt de oorlog in Oekraïne ervoor dat alle neuzen- spreekwoordelijk gezegd- dezelfde kant op staan. De handen zijn ineengeslagen en journalisten werken samen om zo veel mogelijk waarheidsgetrouwe informatie naar het publiek te brengen.

De gezamenlijke strijd tegen misinformatie en de verbeterde technologie die het mogelijk maakt om mensen dingen te laten zeggen die niet gezegd zijn, Deep-fake, is het van belang om de kernwaarde van de journalistiek als objectiviteit, waarheidsgetrouw en onafhankelijkheid na te streven (Mediahuis, 2021).

Conclusie
De journalistiek staat altijd in beweging. De coronacrisis heeft verschillende onderdelen binnen de journalistiek, zoals digitalisring en thuiswerken, in een stroomversnelling gezet. Dit heeft ertoe geleid dat in 2030 journalistieke redacties -naast dat ze een representatiever beeld hebben van de maatschappij- nog enkel op kleine schaal opereren. Freelancejournalisten hebben nu de grootse invloed binnen de journalistiek.

Zij spitsen zich immers toe op de verzuilde maatschappij. Aangezien de overheid enkel faciliterend is, zal de journalistiek de taak als ‘waakhond van de maatschappij’ minder vervullen en zich enkel bezighouden met de nieuwe definitie van ‘wat is nieuws’. Crowdfunding is inmiddels de belangrijkste inkomstenbron van journalisten geworden. Bladen worden niet langer gesteund door de overheid, maar door de lezers zelf. Al met al zal dit alles resulteren tot een eerlijke journalistiek in 2030.

Literatuurlijst
Algemene bron: Stimuleringsfonds voor de Journalistiek. (2021b, november 16). Scenario-onderzoek: Journalistiek 2035. SVDJ. Geraadpleegd op 24 maart 2022, van https://www.svdj.nl/project/scenario-onderzoek-toekomst-journalistiek/

-Commissariaat voor de media. (2021, 23 juni). COVID-19 zorgt voor toename nieuwsgebruik, interesse en vertrouwen | Commissariaat voor de media. Geraadpleegd op 23 maart 2022, van https://www.cvdm.nl/actueel/covid-19-zorgt-voor-toename-nieuwsgebruik-interesse-en-vertrouwen

-Coronacrisis heeft blijvend effect op nieuwsgebruik. (2021, 22 december). Rijksuniversiteit Groningen. Geraadpleegd op 23 maart 2022, van https://www.rug.nl/news/2021/06/corona-crisis-has-lasting-effects-on-news-consumption

-De Voogd, J. (2021, 25 maart). Josse de Voogd: ‘De media worden geplaagd door institutioneel Randstadisme’ / Villamedia. Villamedia. Geraadpleegd op 25 maart 2022, van https://www.villamedia.nl/artikel/josse-de-voogd-de-media-worden-geplaagd-door-institutioneel-randstadisme

-Emerce. (2016, 24 mei). “Startups belangrijk voor economische toekomst van Nederland”. Geraadpleegd op 24 maart 2022, van https://www.emerce.nl/nieuws/startups-belangrijk-economische-toekomst-nederland

-Free Press Unlimited. (2020). Media in conflictgebieden. Geraadpleegd op 24 maart 2022, van https://www.freepressunlimited.org/nl/themas/media-conflictgebieden

-Gargard, H. E. M. E. C. (2020, 12 september). Waarom journalistiek en vooruitgang hand in hand gaan. Lilith. Geraadpleegd op 24 maart 2022, van https://www.lilithmag.nl/blog/2020/9/12/waarom-journalistiek-en-vooruitgang-hand-in-hand-gaan

-Journalism, Media, and Technology Trends and Predictions 2021. (2021, 7 januari). Reuters Institute for the Study of Journalism. Geraadpleegd op 25 maart 2022, van https://reutersinstitute.politics.ox.ac.uk/journalism-media-and-technology-trends-and-predictions-2021#sub2

-Kasem, A., Maes, M. Van, Wannet, M. Van, (2017). Anders nog nieuws? Scenario’s voor de toekomst van de journalistiek. Stimuleringsfonds voor de journalistiek. journalistiek2025.nl

-Martes, A. (2021, 17 juli). Microsoft Teams met virtuele samenwerking voor de toekomst. ALTA-ICT. Geraadpleegd op 24 maart 2022, van https://alta-ict.nl/blog/microsoft-met-een-nieuwe-kijk-op-virtuele-samenwerking-voor-de-toekomst-van-werk-en-leren/

-Mediahuis. (2021, 8 januari). Kernwaarden. Geraadpleegd op 24 maart 2022, van https://mediahuis.be/bedrijfsinfo/kernwaarden/

-Nationale ombudsman. (2021, 18 november). Overheid moet in 2030 vooral eerlijk, begripvol en simpel zijn. Geraadpleegd op 24 maart 2022, van https://www.nationaleombudsman.nl/nieuws/2019/overheid-moet-in-2030-vooral-eerlijk-begripvol-en-simpel-zijn?utm_source=Nieuwsbrief+Sociaal+Domein&utm_campaign=14eb9deb96-EMAIL_CAMPAIGN_2019_07_11_01_02&utm_medium=email&utm_term=0_c301fb92e2-14eb9deb96-170109573

-Nederlandse vereniging voor journalisten. (2022, 10 februari). Code voor de journalistiek. www.nvj.nl. Geraadpleegd op 24 maart 2022, van https://www.nvj.nl/themas/journalistieke-praktijk/ethische-regels/code-journalistiek

-NVJ veroordeelt de bedreigingen tegen journalist Ingeborg Beugel. (2021, 16 november). www.nvj.nl. Geraadpleegd op 23 maart 2022, van https://www.nvj.nl/nieuws/nvj-veroordeelt-bedreigingen-tegen-journalist-ingeborg-beugel

-Persveiligheid (2021). Agressie en bedreiging richting journalisten 2021. https://www.persveilig.nl/wp-content/uploads/2021/06/Agressie-en-bedreiging-richting-Journalisten2021.pdf

-Rogmans, D. (2021, 1 februari). Het vertrouwen in het nieuws en de journalistiek is in Nederland nog steeds hoog / Villamedia. Villamedia. Geraadpleegd op 23 maart 2022, van https://www.villamedia.nl/artikel/het-vertrouwen-in-het-nieuws-en-de-journalistiek-is-in-nederland-nog-steeds-hoog

-Schippers, N. (2021, 27 december). Cancelcultuur wordt verstrekt door pandemie: ‘We zijn geïsoleerd geraakt, komen minder andersdenkenden tegen’. Trouw. Geraadpleegd op 24 maart 2022, van http://rouw.nl/cultuur-media/cancelcultuur-wordt-verstrekt-door-pandemie-we-zijn-geisoleerd-geraakt-komen-minder-andersdenkenden-tegen%7Eb5d04c98/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F

-Schmit, N., Pavlova, L., Europese Commissie, European Crowdfunding Network, & Europese Investeringsbank. (2020, juli). Crowdfunding and ESF opportunities: future perspectives for managing authorities. https://www.fi-compass.eu/sites/default/files/publications/Crowdfunding%20and%20ESF%20opportunities%20future%20perspectives%20for%20managing%20authorities_0.pdf

-Stimuleringsfonds voor de Journalistiek. (2021, 10 mei). Diversiteit in de journalistiek. SVDJ. Geraadpleegd op 24 maart 2022, van https://www.svdj.nl/project/diversiteit-in-de-journalistiek/

-Schohaus, B. (2020, 9 december). Freelancers missen werk én saamhorigheid: moeten ze zich meer verenigen? SVDJ. Geraadpleegd op 25 maart 2022, van https://www.svdj.nl/nieuws/freelancers-missen-werk-saamhorigheid-moeten-ze-zich-meer-verenigen/

-Takken, W. (2021, 9 maart). Aan de talkshowtafels schoven het afgelopen coronajaar vooral journalisten aan. NRC. Geraadpleegd op 25 maart 2022, van https://www.nrc.nl/nieuws/2021/03/09/aan-de-talkshowtafels-schoven-het-afgelopen-coronajaar-vooral-journalisten-aan-a4034821?t=1624442220

-Van Assen, M. (2021, 19 oktober). Facebook heeft grote plannen: ‘metaversum’ moet alleen al in Europa 10.000 banen opleveren. AD.nl. Geraadpleegd op 24 maart 2022, van https://www.ad.nl/tech/facebook-heeft-grote-plannen-metaversum-moet-alleen-al-in-europa-10-000-banen-opleveren~a8eb0b44/

-Van Dongen, M. (2021, 3 maart). NOS boos op WNL over ‘fake news-Journaal’-opmerking van Baudet. de Volkskrant. Geraadpleegd op 23 maart 2022, van https://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/nos-boos-op-wnl-over-fake-news-journaal-opmerking-van-baudet~baed950f/

-Wienen, J. (2021, 2 maart). Blik op de toekomst #2 Brancheorganisaties over veerkracht en vernieuwing. Cultuur+Ondernemen. Geraadpleegd op 24 maart 2022, van https://www.cultuur-ondernemen.nl/artikel/brancheorganisaties-over-veerkracht-en-vernieuwing

Wat de coronapandemie doet met de mensheid

Polarisatie is het versterken van tegenstellingen tussen partijen of bevolkingsgroepen. Meestal wordt de term voor een negatieve associatie gebruikt en verwijst het naar een problematische evolutie in het politiek landschap. Ten tijde van de coronapandemie treedt er steeds meer polarisatie op tussen de mensen die kortgezegd tegen de coronabesluiten zijn en mensen die met de overheid meebewegen. De twee kampen staan haaks tegen elkaar wat resulteert in het uitsluiten, buitensluiten en discrimineren van mensen. Met de nadruk gelegd op mensen, aangezien wij tenslotte allemaal vrijwel hetzelfde zijn: intelligente primaten  gekenmerkt door onze  rechtopstaande houding en tweevoetige voortbeweging, onze  fijne motoriek en het gebruik van werktuigen, ons complex taalgebruik en uiteindelijk daarmee ons geavanceerde en zeer georganiseerde samenlevingen

Waku Waku
Donderdag 30 september was de uitspraak van de zitting rondom ‘veganistisch’ restaurant Waku Waku aan de Vredenburglaan in Utrecht. Het restaurant besloot na de aankondiging van het coronapaspoort de QR-codes niet te scannen bij gasten. Dit omdat zij niet mee wilde werken aan het discrimineren van mensen dat per grondwet (artikel 1) verboden is. Na deze actie verzamelen al dagenlang zich daar mensen om samen sterk te staan tegen in eerste instantie de coronapas, maar eigenlijk tegen alle besluiten die worden genomen door de regering omtrent de coronapandemie. Mensen komen uit alle uithoeken van heel Nederland om gehoor te geven aan standpunten waar zij achter staan. Er hangt een sfeer van samenhorigheid en eens gestemdheid rondom Waku Waku. Mensen knuffelen elkaar, wisselen meningen met elkaar uit en gaan open met elkaar in gesprek. Op zulke momenten neemt de polarisatie af en worden we weer even mens.

Ondanks dat velen van hen aangeven dat zij worden weggezet als ‘wappie’ of ‘antivaxer’ blijven ze bij hun standpunten over de maatregelen rondom de coronapandemie. Respect krijgen ze, maar tegelijkertijd wordt er ook naar ze gelachen door omstanders. Argwaan jegens journalisten laait echter wel op als ik vertel dat ik hier ben voor een live verslag en dat ik studente journalistiek ben. Gelijk krijg ik vragen als “ben je niet gebrainwasht” en “geloof jij in de NOS”. Met een open blik en geen mening probeer ik ondanks deze aantijgingen toch het gesprek met hen aan te gaan. Verrassend genoeg zijn velen uiteindelijk toch bereid om te praten en hun verhaal te doen, terwijl ze weten dat het gepubliceerd kan worden.

Denkbeelden
Hun denkbeelden komen naar boven naarmate je meer met ze in gesprek gaat. Je komt erachter waar ze in geloven en waar ze voor staan. Angstig word ik er wel van, maar ik blijf bij mijzelf en in mijn rol als journalist. Ik wil het verhaal horen, ik wil ook deze groep een gehoor geven, ondanks dat hun denkbeelden haaks op die van mij staan. Het is een grote opgave om niet met hen in discussie te gaan over of het wel of niet waar is waar zij voor staan. Het is immers hun waarheid. Wel ben ik verras door de redeneringen die ze op blijven gooien.

Enkele redeneringen als “De broer van Hugo de Jonge is directeur bij Astra Zenica”, heb ik nagetrokken en het blijkt dat het niet waar is. Marien de Jonge, die in de vaccinontwikkeling werkt en verbonden is aan Intravacc is wel een broer van de Hugo Jonge. Maar een zogenoemde Martinus de Jonge, waar de ‘wappies’ het over hebben, die voor AstraZeneca werkt, is voor zover bekent geen broer maar een achternaamgenoot en dus geen familie van de Nederlandse minister.

Dit concludeerde Knack in een fact-check naar dit gerucht. Alleen al aan deze redenering zie je waar zij het vandaan halen. Er zit immers wel een kern van waarheid in, maar door de ‘fabeltjes’ fuik waar zij in beland zijn -want dat is wat er is gebeurd met deze groep mensen- wordt het voor hen logisch gemaakt dat Martinus de Jonge de broer van Hugo is.

Complot
Een andere redenering die ze opgooide is dat de coronapandemie een “experiment is”.  Zij meenden dat er grootschalige controle door middel van 5G, mondkapjes en vaccinatie wordt getest. Ook dit ben ik gaan natrekken. Over het stukje controle zijn geen betrouwbare of primaire bronnen te vinden. Over het sociale experiment wel, maar dan in een totaal andere context. Het is een sociaal experiment op vlakken als “hoe gaan we met elkaar om ten tijde van zo’n pandemie”, en niet dat we als experiment gebruikt worden voor het testen van vaccinaties. Of, zoals de ‘wappies’ het denken, dat we chips ingespoten krijgen zodat ze later ons kunnen controleren en ons kunnen gebruiken als marionetten. Weer bij deze redenering is er een link met wat er ‘wel echt gaande is’. Wij zitten immers wel met z’n allen in een grootschalig experiment. Alles wat er nu gebeurd is immers nog nooit op deze manier eerder gebeurd. De regels die de regering toepast om de pandemie onder de duim, of zoals Hugo de Jonge dat zegt “de hamer”, te houden zijn vaak gebaseerd op wetenschap en wat wetenschappers (OMT) het kabinet adviseren.

Hierop hadden de ‘wappies’ wederom weer wat te zeggen. In hun ogen zijn wij mede daarom de slachtoffers van een grootschalig complot van elite en bloed drinkende mensen. Het OMT zou banden hebben met ene Claus Swaap, die bezig zou zijn met de Great Reste. Terwijl ik meer informatie zoek over Claus Swaap en de Great Reset kom ik artikelen tegen waarin inderdaad geschreven staat dat wij worden “gebrainwasht” en dat de grote banken en de elite in een complot zitten. Echter is dit artikel geschreven door Gerrit Welbergen, die een hobbyistschrijver en gepensioneerd medewerker van de belastingdienst blijkt te zijn. Welbergen schrijft voornamelijk op zijn eigen wordpress site, maar ook veel voor Biflati.nl waar zij zelfgezegd “realistisch” schrijven over de economie en de crisis.

Tenslotte zijn we allemaal mens
Terwijl ik dit alles lees vraag ik mij af of de ‘wappies’ dan niet vinden dat daar belangenverstrengelingen en complotten achter zitten. Welbergen schrijft immers als gepensioneerd belastingdienstmedewerker voor een blad dat gaan over de economie en crisissen. Ondanks dat ik mij had voorgenomen om mijn mening over de coronapandemie en de complottheorieën die de wereld worden in geslingerd, niet te delen, doe ik dit nu toch. Ik ben immers van mening dat deze pandemie de mensheid opscherp zet. Dat ontevredenheden die al langer in de maatschappij zitten nu naar boven komen en dat mensen bij elkaar gaan staan als ze dezelfde denkbeelden hebben. Dit zorgt namelijk voor een gevoel van samenhorigheid en eens gestemdheid. En dit is nu precies wat er gebeurde rondom Waku Waku en wat er gebeurt met de groep die zichzelf de ‘wappies’ noemen.

Deze groeperingen binnen de maatschappij en de wereld, want de hele wereld zit immers in hetzelfde schuitje, zorgt echter wel voor polarisatie van de mensheid. En het enige wat daar, naar mijn mening, aan te doen is, is om elkaar gewoon te behandelen als mens. Mensen zijn we en dat zullen we voor zover ik weet ook blijven.

“Ik ging fact-checken en leerde een wijze les”

Als beginnend journalist en fact-checkster kreeg ik, binnen het honoursproject over de Tweede Kamerverkiezingen, de opdracht om uit debatten claims van politici te halen die ik mogelijk zou kunnen fact-checken. Dat bleek ingewikkelder dan ik dacht.

Het eerste debat waar ik naar luisterde om claims te vinden was het onderwijsdebat op 16 februari 2021, georganiseerd door De Balie in Amsterdam. Peter Kwint, zevende op de kieslijst van de SP voor de Tweede Kamerverkiezingen, was één van de deelnemers aan het debat. Kwint heeft al enige ervaring in de politiek en heeft twee studies gedaan, filosofie en politicologie. Binnen de partij zet Kwint zich in voor onderwijs, cultuur en media.

Toen het thema “kinderen en kansenongelijkheid” werd aangesneden, deed Kwint een grote uitspraak. Hij meende namelijk dat er “Geen wetenschappelijk onderzoek is dat bewijst dat Nederland het onderwijs goed heeft ingericht”. Toen hij de opmerking maakte begonnen mijn oren te klapperen. Meteen kwamen er allerlei vragen in mij op. Inhoudelijke vragen als ‘welk onderwijs?’, ‘wat is goed?’, ‘hoezo geen wetenschappelijk onderzoek?’ en ‘welk onderzoek bewijst überhaupt dat het onderwijs goed is ingericht?’. Naast inhoudelijke vragen vroeg ik mij ook gelijk af wat de kiezer hier nou mee moet en wat Kwint probeerde te bereiken met deze uitspraak.

Te veel onduidelijkheden
Ik besloot zijn uitspraak te gaan fact-checken, alleen had ik geen idee hoe ik dat moest doen. Er waren te veel dingen die onduidelijk waren. Daarnaast bleef ik met vragen zitten die ik niet beantwoord kreeg, hierdoor was het researchen lastig. Zoals ik vaker doe bij research begon ik met het zoeken op overkoepelende termen. Termen als ‘wetenschappelijk onderzoek’, ‘goed ingericht onderwijs’ en ‘bewijst’, vulde mijn tabbladen. Na een paar uur zoeken en een aantal wetenschappelijke onderzoeken over onderwijs doorgespit te hebben, besloot ik mij erbij neer te leggen dat deze claim niet te checken is.

Aangezien ik online niks kon vinden dat de claim onderbouwde of weersprak, besloot ik de SP te bellen. Na twee keer doorgestuurd te zijn kreeg ik uiteindelijk het mailadres van Kwint. Ik aarzelde niet en mailde hem met de vraag of hij deze uitspraak kon verduidelijken en kon uitleggen wat hij bedoelde met ‘het onderwijs’ en ‘geen wetenschappelijk onderzoek’. Na een dag kreeg ik een mailtje van Kwint terug. In het mailtje schreef hij het volgende: “Die opmerking ging specifiek over de vroege selectie in ons Nederlandse onderwijs. Al jaren krijgen we die kritiek van onder andere Staat van Onderwijs , de OESO (Education at Glance) en andere toongevende publicaties. Doordat wij een rigide keuzemoment hebben op zeer jonge leeftijd krijg je dus die sjoelbak.” De sjoelbak gebruikte Kwint als metafoor om de vroege selectie op het basisonderwijs te verduidelijken.

Eindelijk contact met de SP
Dankzij het mailtje van Kwint wist ik nu waar hij het over had, maar had ik nog steeds vraagtekens bij de definitie van goed onderwijs en waarom hij zo’n omvangrijke uitspraak deed. Deze uitspraak dwaalde naar mijn mening te ver af van het onderwerp waar Kwint het in de mail over heeft. Als hij daadwerkelijk het onderwerp over vroege keuzes op de basisschool bedoelde, had hij daar echt iets specifieker over moeten zijn tijdens het debat.

Met de uitleg over de uitspraak van Kwint in mijn hoofd ging ik verder met zoeken. Mijn zoektermen verschoven naar ‘vroeg keuzemoment’, ‘basisschoolonderwijs’ en ‘onderzoek’. Net als bij de eerste termen begonnen tabbladen zich te vullen. Ik herhaalde mijn handelingen en dook steeds dieper in de claim. Ik las stukken over brede brugklassen, zoals dat van Eva Doesborg hier op de site, en dat een latere schoolkeuze beter voor de kinderen zou zijn. Helaas kon ik nog steeds niks vinden waarmee ik de uitspraak van Kwint kon checken.

Uiteindelijk heb ik de hoop opgegeven dat ik erachter kon komen wat Kwint nu echt met die uitspraak bedoelde. Mijn zoektermen dwaalde dusdanig af van het eerste onderwerp dat ikzelf de rode draad van mijn zoektocht kwijtraakte. Ik trok zelf de conclusie dat sommige uitspraken gewoonweg niet na te trekken zijn. Dat politici waarschijnlijk vaker lukrake uitspraken doen, die eigenlijk nergens op slaan omdat er context ontbreekt of ze de aandacht van het publiek proberen vast te houden

Dit was ook het geval bij Kwint. Ik betrapte mij tijdens het schrijven van deze blogpost erop, dat ik mij te veel heb laten meeslepen in het achterhalen van het doel van de uitspraak namelijk: verwarring scheppen en aandacht krijgen. Dit was tevens precies wat ik heb gedaan. Ik heb aandacht besteed aan de uitspraak en raakte er zelf erg verward van, laat staan kiezers!

Thierry Baudet twijfelt ten onrechte aan oversterftecijfers CBS

In een post op zijn Instagramaccount beweert Thierry Baudet dat de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBSover oversterfte in 2020 niet kloppen. Hij stelt dat het CBS zijn cijfers over het aantal extra doden als gevolg van coronacrisis alleen baseert op 2019: een jaar van ondersterfte’, zoals hij zegt. Hij voegt er ook aan toe dat er dus geen enkele reden is om 17 miljoen mensen een jaar lang ´op te sluiten´. Maar klopt het wel wat Baudet beweert?

Oversterfte en ondersterfte 
De woorden onder- en oversterfte worden sinds de coronacrisis veel gebruikt. Ondersterfte betekent dat er minder mensen zijn overleden dan op basis van de cijfers mocht worden verwacht, oversterfte is het tegenovergestelde: dat er meer mensen zijn overleden dan kon worden verwacht. In 2019 was er sprake van ondersterfte. De verklaring hiervoor was dat er geen griepvirus heerste; een ziekte waar normaal gesproken veel ouderen aan overlijden. In 2020 is er juist sprake van oversterfte, die volgens het CBS samenviel met de coronacrisis. (CBS 2020).

Waar of niet waar
Baudet beweert dat er in 2019 sprake was van ondersterfte. Hoewel er in 2019 inderdaad sprake was van ondersterfte, stierven er (tot en met week 49) 9,4 procent meer mensen dan in 2018, het klopt dus niet dat het CBS de oversterftecijfers enkel baseert op een vergelijking tussen 2019 en 2020. Het CBS neemt in daarvoor meerdere jaren mee in haar berekeningen. Een voorbeeld hiervan is het aantal overledenen in de volgende jaren: In week 14 van 2020 stierven er 5.085 mensen, in 2019 waren dit er 2.898, in 2018 3.040, in 2017 2.764 en in 2016 3.010.

`Geen reden om 17 miljoen mensen een jaar lang op te sluiten`
Volgens Baudet is er geen sprake van oversterfte en is er dus ook geen reden om 17 miljoen mensen ‘een jaar lang op te sluiten’. Maar Baudet heeft het mis. Zo schreef het CBS in haar jaaroverzicht dat er sinds de Tweede Wereldoorlog nog nooit zo veel mensen zijn overleden als in 2020. Het noteerde 162.000 overledenen; 9,2 procent hoger dan in 2019. Het Algemeen Dagblad schreef op basis van dit jaaroverzicht, dat tijdens de eerste coronagolf (van 9 maart tot 9 mei) de oversterfte naar schatting bijna 9000 bedroeg. De oversterfte tijdens de eerste dertien weken van de tweede golf (van 21 september tot kerst) bedroeg 6100. Ook de hittegolf van augustus zorgde voor de nodige oversterfte. Ondanks corona telde dit jaar echter ook periodes met minder sterfgevallen dan het CBS vooraf verwachtte. Vandaar dat de totale oversterfte niet de som is van beide coronagolven en de hitte.

Conclusie 
Kortom: Het CBS vergelijkt niet alleen 2020 en 2019 met elkaar, maar neemt ook de jaren voor 2019 mee in haar berekeningen. Daarnaast noteerde het CBS het hoogst aantal overleden sinds de Tweede Wereldoorlog. Er was in 2020 dus wel degelijk sprake van oversterfte. Het is dus wel zeker nodig om, zoals Baudet het zegt, 17 miljoen mensen een jaar lang op te sluiten. Baudets bewering is dus niet waar.

#CBS #oversterfte #oversterfte2020 #Baudet #Baudetrommeltmetcijfers

Fact-check: “Wie volhoudt dat 2G géén fundamentele ingreep in grondrechten is, liegt”

Sheila Sitalsing claimde in haar column in de Volkskrant dat, wie volhoudt dat 2G geen fundamentele ingreep in de grondrechten is, liegt. Maar klopt dit wel?

Nu de ziekenhuisopnames stijgen buigt het demissionair kabinet zich over de grondrechten, om te kijken of zij een wet kunnen maken die toestaat dat de 2G-regel kan worden ingesteld. Deze regel houdt in dat mensen alleen ergens naartoe mogen, wanneer ze gevaccineerd zijn of recentelijk hersteld zijn van corona. De 2G-regel zou ervoor moeten zorgen dat ongevaccineerden over de streep getrokken worden en bereid zijn om zich toch te laten vaccineren. Dit is bedoeld om de stijgende ziekenhuisopnames de kop in te drukken.

Echter is er over het instellen van deze beruchte 2G-regel veel te doen. Zo vinden velen, net als Sitalsing, dat de invoering van deze regel een fundamentele ingreep in de grondrechten is. In deze fact-check zal ik door middel van vakliteratuur, wetenschappelijke literatuur en samen met een jurist naar de grondrechten kijken en beslissen of deze claim wel terecht is en of de invoering van de 2G-regel daadwerkelijk een fundamentele ingreep op de grondrechten is.

De grondrechten en verdragen
In hoofdstuk 1 van de grondwet zijn de grondrechten gewaarborgd. Dit zijn rechten die burgers de vrijheid geven om zonder bemoeienis van de overheid te leven. Ook bevat de grondwet de rechten om deel te nemen aan de samenleving en de politiek. In Nederland kennen wij twee soorten grondrechten.

-De klassieke grondrechten: de burgerlijke en politieke rechten. Dit zijn onder andere het kiesrecht, vrijheid van meningsuiting, recht op privacy, godsdienstvrijheid en het discriminatieverbod.

-De sociale grondrechten: de economische, sociale en culturele rechten. Dit zijn onder andere de rechten op huisvesting, sociale zekerheid, gezondheidszorg en onderwijs (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 2020).

Daarnaast beschermen wij in Nederland de grondrechten ook met verdragen, denk hierbij aan het Europees verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens (EVRM). Dit verdrag dient individuen te beschermen tegen schending van de mensenrechten (Europa.nl, 2020). Men kan naar aanleiding van dit verdrag ook in beroep gaan bij rechters of de politiek.

Afweging tussen sociale grondrechten en de klassieke grondrechten
Ten tijde van corona en de invoering van maatregelen wordt er telkens de afweging gemaakt tussen de klassieke en sociale grondrechten. In de klassieke grondrechten zijn, zoals hierboven beschreven, vrijheid van meningsuiting, discriminatieverbod, godsdienstvrijheid en lichamelijke integriteit gewaarborgd. In de sociale grondrechten is onder andere gezondheidszorg gewaarborgd. De politiek moet zich ten alle tijde inzetten voor de sociale grondrechten en dus voor de gezondheidszorg. “Ten tijde van een crisissituatie als corona weegt het belang van gezondheidszorg zwaarder op tegen de klassieke grondrechten”, aldus jurist Cees Wagenaar.

Argumenten tegen invoering 2G beleid
Nu er wordt gediscussieerd over de invoering van de 2G-regel in de Tweede Kamer, buigen voor- en tegenstanders zich extra over de grondrechten. Een argumenten dat veelal gebruikt wordt door tegenstanders, is: “ik bepaal zelf wat er met mijn lichaam gebeurt”. Zij zijn van mening dat de 2G-maatregel een inbreuk is op hun lichamelijke integriteit. Volgens Wagenaar is dit echter niet terecht. “Mensen hebben immers nog steeds een vrije keus om zich wel of niet te laten vaccineren. Er heerst weliswaar een verkapt vaccinatiebeleid maar dat is niet genoeg om tegen het 2G-beleid in beroep te gaan”.

In Nederland is er een regel dat rechters niet de macht hebben om zich uit te spreken over dit soort maatregelen. “Het is niet aan de rechters om de geldigheid van maatregelen als het 2G-beleid te toetsen aan de grondwet”, aldus Wagenaar.

“Bovendien zijn vrijheden nooit absoluut. In het geval van het 2G-beleid weegt de volksgezondheid zwaarder op dan grondrechten als discriminatie, lichamelijke integriteit, godsdienstvrijheid en vrijheid van meningsuiting”, voegt Wagenaar toe.

Wettelijke basis
Het 2G-beleid is volgens een wettelijke basis (coronawet) ingevoerd. Dit maakt dat de rechters hier niet meer verantwoordelijk voor zijn, maar de politiek. Eerdere uitspraken rondom coronamaatregelen zijn veelal ook op grond van de coronawet afgewezen.

Dat daargelaten, is het 2G-beleid nog niet van kracht. De politiek moet eerst nog een nieuwe wet maken die deze maatregel toestaat. “Als men nu naar de rechter zou stappen en het 2G-beleid zou aanspannen bij de rechter, zou deze maatregel direct de prullenbak in verdwijnen. Er is immers nu nog geen onderliggende wet die het 2G-beleid zwaarder doet wegen dan de klassieke grondrechten”, aldus Wagenaar.

Mede hierom is het demissionair kabinet nog steeds in debat over het 2G-beleid. Een uitspraak wordt een dezer weken verwacht.

Eerdere zaken rondom coronamaatregelen
Bij eerdere zaken, die werden aangespannen door tegenstanders van coronamaatregelen, kregen zij telkens ongelijk van de rechter. Gerrard Boot en Yvonne Erkens schreven samen een opinieartikel in de Trouw over het wel of niet vragen van een QR-code op het werk. Volgens hen is het vragen van een QR-code op het werk een inperking op de grondrechten, maar wel een geoorloofde. Zij beargumenteerde dit als volgt: “De plicht om een vaccinatiebewijs te tonen betekent een inperking van grondrechten. Het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens beschermt de persoonlijke levenssfeer (privacy) en onze Grondwet erkent het recht op lichamelijke integriteit. Beide grondrechten zijn echter geen absolute rechten, in die zin dat zij nooit beperkt kunnen worden.

Onder juristen is er veel discussie over de vraag of een beperking van een grondrecht in de relatie tussen werkgever en werknemer een wettelijke regeling behoeft. Onze hoogste rechter heeft in enkele vergelijkbare situaties – mag een werkgever een bloed- of urinetest eisen – geoordeeld dat het neerkomt op een afweging van belangen”, (Boot, G, 2021).

Het College voor de Rechten van de Mens oordeelde in het begin van de coronacrisis dat de overheid geoorloofd is om maatregelen te treffen tegen het coronavirus die een inperking zijn op de grondrechten. “De mensenrechten laten behoorlijk wat ruimte aan de overheid om maatregelen te treffen ter bescherming van de volksgezondheid, ook als die een beperking van de vrijheid van burgers opleveren. Er zijn zelfs mensenrechtenbepalingen die juist van de overheid verlangen dat ze optreedt. Zo is de Nederlandse overheid verplicht om maatregelen te treffen ter bevordering van de volksgezondheid (art. 22 Grondwet). Zij moet epidemieën zoveel mogelijk voorkomen (art. 11 Europees Sociaal Handvest) en moet het recht op een zo goed mogelijke gezondheid van eenieder garanderen (art. 12 Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten) “,(College voor de Rechten van de Mens, 2020).

Conclusie
De claim die Sheila Sitalsing in haar column deed is deels waar. Het 2G-beleid is wel degelijk een fundamentele ingreep op de grondrechten. Het belang van volksgezondheid weegt immers sterker dan het verbod op bijvoorbeeld discriminatie en lichamelijke integriteit. Bovendien is het maar net hoe je de claim van Sitalsing interpreteert. Hoe je het ook went of keert, het nemen van een vaccinatie is en blijft een keus, ook nu het mensen zo lastig mogelijk wordt gemaakt.

“De wet is telkens bezig met het wegen van belangen, kijk naar vrouwe Justitia en haar weegschaal. Soms weegt het ene belang zwaarder dan het ander. Dit is ook in het geval van het 2G-beleid en om die reden wordt de invoering hiervan ook op terechte gronden gedaan”, eindigt Wagenaar.

Bronnen:
Boot, G. (2021, 9 november). Werknemer verplichten tot coronatest lijkt juridisch gezien geen bezwaar. Trouw. Geraadpleegd op 17 november 2021, van https://www.trouw.nl/opinie/werknemer-verplichten-tot-coronatest-lijkt-juridisch-gezien-geen-bezwaar~be582110/

Cees Wagenaar: docent juridische vakken aan hogeschool Inholland

Coronavirus en mensenrechten. (2020). College voor de Rechten van de Mens. Geraadpleegd op 17 november 2021, van https://mensenrechten.nl/nl/coronavirus-en-mensenrechten#Vraag1

Europa.nl. (2020). Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Europa Nu. Geraadpleegd op 18 november 2021, van https://www.europa-nu.nl/id/vh7dovnw4czu/europees_verdrag_tot_bescherming_van_de

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. (2020, 20 februari). Grondwet. En Statuut | Rijksoverheid.nl. Geraadpleegd op 16 november 2021, van https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/grondwet-en-statuut/grondwet.

 

PIM VISSER: ‘De brexit is tot nu toe het meest waanzinnige besluit van de 21e eeuw en zal zorgen voor enorme problemen onder de Nederlandse visserij’

Een follow up naar aanleiding van het eerder bericht over de brexit. Echter ga ik hier meer in op een specifieke sector die het zwaar te voorduren krijgt bij een brexit, de visserij.

benieuwd?
lees dan vooral verder!

De gevolgen die de brexit na 1 januari met zich mee brengt hangen af van een deal of geen deal en van de groep in de visserij. Visser schetst twee scenario’s, het scenario na een deal en het scenario na een no-deal. De focus ligt hierbij op de gevolgen voor de Nederlandse visserij. Visser is directeur van de visafslag in Den Helder (VisNed) wat de spreekbuis van de Nederlandse commerciële tak van de zeevisserij en kustvisserij is. VisNed behartigt de belangen van vissers uit Zuidwest Nederland, Urk, de Kop van Noord-Holland inclusief Texel. Veel regels zoals onbeperkt toegang tot wateren van lidstaten verdeling van vastrechten die vaststaan in het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB), zullen door de brexit per 1 januari komen te vervallen of anders worden.   

No-deal scenario
‘Als de Britten de EU verlaten zonder deal zijn de Britse wateren per 1 januari niet meer toegankelijk voor vissers uit de EU, dus ook niet voor Nederlandse vissers’. De groep vissers die in het kanaal bij de Franse havenstad Boulogne sur Mer (bij Calais) op allerlei soorten vis vist, zal na de brexit de helft van zijn visgebied moeten afstaan wat tot problemen kan leiden. ‘Fransen, Nederlanders en andere EU-vissers zullen met zijn allen in een veel kleiner gebied moeten vissen, doordat het gebied gewoonweg te klein is zullen er ruzies ontstaan’.

‘Voor vissers uit IJmuiden, Goeree-Overflakkee en Texel is het Britse water traditioneel viswater. Al verschillende generaties vissen ze hier en kennen het water zo goed als hun eigen broekzak. Sommige vissers halen tot wel 90 procent van al hun vis uit deze wateren. Na de brexit is het water niet meer toegankelijk en zullen zij in het Europese gedeelte van de Noordzee moeten vissen’. Volgens Visser lopen zij in dit gedeelte van de Noordzee weer tegen problemen op. ‘Er vist al iemand anders, de vissers kennen dit gedeelte van de Noordzee helemaal niet goed en moeten kortgezegd hun hele visserij herontdekken. Daarnaast neemt de visserijdruk toe omdat ze met zijn allen op een kluitje zullen vissen wat totaal niet duurzaam is’.

De vloot van grote trawlers die op haring en makreel vist, vissen met name in het noorden van de Noordzee, maar ook ten westen van Schotland en Ierland. Dit gebied is zo groot dat het wordt aangeduid in mijl: ‘200 mijl uit de kust van Engeland is de afstand tot Amersfoort. Na de brexit is dit gebied gesloten en moeten de vissers van deze vloot ergens anders heen’.

‘Ook het ruilen onderling van quota zal na de brexit niet meer kunnen’.  Door de regels omtrent het GVB is het voor vissers mogelijk om binnen de quotaverdelingen te ruilen. ‘Nederlandse vissers ruilden voor de brexit regelmatig quota met Britse vissers. Zo hadden de Britten vaak een overschot in bijvoorbeeld Noordzeekreeftjes en Nederlandse vissers in schol. Na de brexit is het ruilen met de Britten niet meer mogelijk en zullen Nederlandse vissers andere ruilpartners moeten zoeken’.

Scenario na een deal
Na de brexit kunnen de Britten de EU verlaten met een deal. De deal kan volgens Visser bepalend zijn voor de gevolgen voor de Nederlandse visserij. ‘Als er uit de deal naar voren komt dat de Britten zo dicht mogelijk op de huidige visregels blijven zitten dan gebeurt er niet zo veel. Maar als er uit de deal naar voren komt dat de Britten een kwart of zelfs de helft van de vangstrechten van onze vloot opeisen zal de EU moeten bepalen wie er wel en wie er niet kan uitvaren’. Het kan volgens Visser nog erger. ‘Als de Britten zeggen dat de volledige visbestanden in hun water van hen is, dan zijn de gevolgen voor de Nederlandse vissers niet te overzien’.

‘Het wordt een grote papierwinkel’
Naast veel speculaties over de mogelijke gevolgen van de brexit voor de Nederlandse visserijsector, is het wel duidelijk dat er veel nieuwe regels zullen komen, wat veel papierwerk zal opleveren. ‘De brexit brengt een grote onzekerheid met zich mee en kost voor vissers veel tijd omdat ze moeten wennen aan alles wat nieuw wordt’. De onzekerheid is volgens Visser groot. Er is namelijk nog geen deal. Niemand weet precies waar ze aan toe zijn en hoe zij zich op de brexit moeten voorbereiden. ‘Hoe bereid je jezelf op iets voor terwijl er nog niet duidelijk is wat er gaat komen?’.

Voor nu zijn de Britten namelijk nog druk bezig met het onderhandelen over een deal. ‘Zonder deal zullen de gevolgen, niet alleen voor de Nederlandse visserij, maar voor alles en iedereen enorm zijn. ‘Zonder deal kunnen we niet leven en is de chaos compleet’. Volgens Visser is het onderhandelen over een deal ingewikkeld. ‘De visserij is de kabouter van het economisch bruto binnenlands product (bbp), maar emotioneel staat het onderwerp bovenaan. Daarnaast is de visserij voor de Britten de enige sector waar ze door de brexit iets in kunnen winnen’.

Voor de export naar het VK verandert er volgens Visser niet zo veel. ‘Nederland exporteert maar voor een klein gedeelte naar het VK. De export van vis die na de brexit weg zou kunnen vallen wordt gecompenseerd door de export naar andere Europese landen. De grote veranderingen zijn toch echt voor de Nederlandse vissers die onder de Britse vlag vissen. ‘Vissers moeten ineens in de beschikking hebben over een landcertificaat, gezondheidscertificaat en veel andere certificaten en verklaringen. Daarnaast moet er bij de douane aangifte worden gedaan over allerlei zaken. Dit alles leidt voor hen tot een enorme papierwinkel en kosten’.

‘Als het met onze vissers goed gaat, gaat het met ons uiteindelijk ook goed’Voor Visser zal zelf ook het een en ander veranderen. ‘Als directeur van VisNed zal ik zelf meer in Brussel moeten lobbyen’. Als belangenbehartiger werkt Visser samen met zijn Europese collega’s om mee te praten over het beleid rondom de visserij. Voor de brexit trok VisNed nauw op met de Engelse collega’s na brexit kan dit niet meer. ‘Er komt een ander evenwicht in Europa en er valt een groot deel van de draagkracht en budget van de organisaties weg dus we moeten op zoek naar een nieuw partner’.

De Europese Unie had voor de brexit al een belangrijke rol, namelijk het bevorderen van samenwerking tussen landen op het gebied van milieuwetgeving en andere Europese wetgeving. ‘Nu de Britten uit deze interne samenwerking stappen kunnen zij makkelijk een nieuw wet op het gebied van milieu of visserij aannemen, deze wet zal ondergeschikt zijn aan de Europese wetgeving’. Als belangenbehartiger moet VisNed ervoor zorgen dat de Nederlandse vissers niet ondergeschikt raken en zullen wij met de EU blijven praten over goede wetgeving. ‘Zolang het met onze vissers goed gaat, gaat het met ons ook goed’.

Voorbereiden
Omdat niemand precies weet wat er na de brexit precies gaat gebeuren, is voorbereiden lastig. ‘Het enige wat vissers kunnen doen is het papierwerk op orde hebben’. Volgens Visser bevat een aantal vissers nog niet wat er gaat gebeuren na 1 januari. ‘Vissers gaan voor nu nog de zee op en zijn blij als ze aan het einde van de week veilig terugkomen en met een volle vracht. Vissers leven van dag tot dag en van week tot week en zullen dit na de brexit ook blijven doen. Tegelijk zullen vissers zich er wel op moeten voorbereiden dat na de brexit alles anders zal zijn. Ook moeten we ervoor zorgen dat de visserijsector economisch niet onder break even zakt, als dat wel gebeurt dan zal de sector imploderen dus ook visafslagen, visserijopleidingen en visserijonderzoek’.

Alles bij elkaar is volgens Visser de brexit de druppel die de emmer doet overlopen. Vissers hadden het immers niet makkelijk door de vele windmolenparken, milieuregels, verbod op puls visserij en de Natura 2000-gebieden. ‘Vissers hebben nog nooit in zulke onzekerheid geleefd. Ik hoop trouwens wel dat de Britten de goede verstandhouding die we al heel lang hebben niet door de brexit overboord gooien, we moeten namelijk ook na de brexit nog met elkaar verder’. Visser geeft dan ook de volgende boodschap mee: ‘We zitten allemaal in dezelfde boot en moeten er met z’n allen ervoor zorgen dat vissers niet de dupe zijn van dit politieke spel. Kortom, vissers mogen daarin niet als wisselgeld dienen’.