Het is half twee, je hebt net je bus aansluiting gemist, een half uur wachten in de kou of twintig minuten lopen naar huis. Je kiest voor de tweede optie. De eerste paar straten gaan goed en je bent al bijna thuis. Dan loop je een donker straatje in, de kortste route, je kiest er toch maar voor. Er staat iemand aan de andere kant van de straat, het is een man, je passen versnellen en je doet alsof je hem niet ziet staan. Je hebt je sleutels al in je hand geklemd en snakt naar adem als je de voordeur eindelijk achter je dichttrekt.
Volgens de Veiligheidsmonitor 2019 wordt Nederland steeds veiliger. De veelvoorkomende criminaliteit neemt af en ook het vertrouwen in politie stijgt. Daarnaast voelen Nederlanders zich ook steeds veiliger. In 2012 gaf 37 procent aan zich weleens onveilig te voelen, in 2019 is dat gezakt naar 32 procent. Toch is het voor veel vrouwen net zo normaal om alleen over straat te gaan met sleutels tussen de vingers geklemd als de deur er vervolgens mee te openen. Van de ondervraagde jonge vrouwen gaf 54 procent aan zich weleens onveilig te voelen, tegenover 26 procent van de jonge mannen. Hoewel vrouwen zich vaker onveilig voelen, zijn mannen volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vaker slachtoffer geweest van een misdrijf zoals geweld of vandalisme.
Een straat kan nog zo veilig zijn, maar als je zelf gevaar ziet dan voelt het voor jou niet veilig. De subjectieve veiligheid is de mate waarin iemand zich (on)veilig voelt. Het risico wat een persoon zelf ziet om bijvoorbeeld slachtoffer te worden van een misdrijf of een overval. Het is lastig om veiligheidsbeleving te meten, omdat dit voor iedereen anders is. De mate waarin jij je onveilig voelt als persoon wordt gevormd door je eigen ervaring, je waarneming, je contact met anderen en de media. Veiligheidsbeleving verschilt per persoon, per geslacht en leeftijd. ‘De veiligheidsbeleving op straat is de afgelopen jaren enorm verbeterd’, aldus Marnix Eysink Smeet, lector veiligheidsbeleving aan de Hogeschool Inholland. ‘Rond de millenniumwissel was het ongenoegen in Nederland erg groot. We hadden een verloederd straatbeeld, veel junk en de kans dat je autoradio werd gestolen was erg aanwezig. Vanaf 2002 is dit beter aangepakt en is het veiligheidsgevoel met sprongen vooruitgegaan. Het beleid was toen daadkrachtiger en repressiever en dit werkte als een speer.’ Toch zijn we er nog niet. In Amsterdam krijgt 81 % van de vrouwen tussen de 15-34 jaar te maken met straatintimidatie. Hier worden vaak geen meldingen van gemaakt en komen dus niet terecht in de criminaliteitscijfers.
Evolutionair is de mens gebouwd om gevaar de herkennen. Angst is dus een positieve eigenschap. Marnix Eysink Smeets zegt hierover; ‘bang zijn is niet zozeer een issue. Emotie zet je aan tot gedrag en je wilt dan iets aan de situatie doen, wegwezen, duiken, vluchten of vechten.’ De criminaliteit wordt steeds minder en Nederlands is dus steeds veiliger, hebben we dan nog wel ‘recht’ om bang te zijn? ‘Als je overal gevaar gaat zien, waar het niet is, dan heb je een probleem. Dan is het niet meer gezond. Het is alleen lastig, omdat het huidige medialandschap je kan beïnvloeden. Er gebeuren een aantal uitzonderlijke gevallen en die worden dan uitvergroot door de media. Dit kan effect hebben op jouw onveiligheidsbeleving.’
Volgens Marnix Eysink Smeets is het logisch dat mannen zich veiliger voelen op straat. ‘Aan de ene kant heb je de dreiging en aan de andere kant het vermogen om wat aan dat risico te doen. Vaak vergeten we in de discussie dat laatste en hebben we het alleen maar over de dreigingen. Veiligheidsbeleving verschilt per persoon, zo reageert een oud broos mannetje anders op een fysieke dreiging dan een jonge gespierde vent die in vaak in de sportschool staat. Want de jonge vent kan een hoop dreigingen makkelijk aan. Dit verschil heb je ook tussen mannen en vrouwen. Voor een jonge vrouw is het moeilijker om iemand van zich af te houden dan voor een jonge man.’ De cijfers geven aan dat mannen vaker slachtoffer zijn van een delict. Het kan zijn dat vrouwen risicomijdend zijn en mannen dat minder doen. Vrouwen kiezen dus bijvoorbeeld vaker een andere route. Marnix vervolgt en vertelt dat het type dreiging anders is tussen man en vrouw. ‘De meeste mannen zijn niet bang voor seksuele delicten, maar de meeste vrouwen wel. Van een hele hoop seksuele delicten doen vrouwen geen aangiften. Veel vrouwen krijgen dag in dag uit kleine toespelingen, die niet strafbaar zijn, maar wel iets doen met het veiligheidsgevoel. Hier wordt tegenwoordig in de discussie over straatintimidatie wel meer rekening mee gehouden. Als je vaak kleine signaaltjes krijgt, van mannen die iets van je willen, dat geeft je geen fijn gevoel. Deze signaaltjes komen natuurlijk ook nooit terecht in de criminaliteitsstatistieken.’
Veel vrouwen die zich onveilig voelen nemen maatregelen, de één doet haar capuchon op, de ander heeft altijd haarspray bij zich en weer een ander klemt haar sleutelbos tussen haar vingers. Ook zijn er vrouwen die ervoor kiezen om een weerbaarheidscursus te doen, waar je leert hoe je een gevaarlijke situatie kan herkennen en wat de volgende stappen zijn. Amir Niknam is forensisch psycholoog en gaf in het verleden veel weerbaarheidscursussen. ‘Door een dreiging te leren herkennen, kun je de dader voor zijn. Door bijvoorbeeld ergens anders te gaan pinnen of een persoon die woede uit extra ruimte te geven.’ Amir Niknam focuste tijdens zijn trainingen vooral op het instinct van de mens. ‘Je kan jezelf leren om met een vuist te slaan, maar vaak sla je uit instinct met een vlakke hand. Tijdens de cursussen leer je je instinctieve handeling te verbeteren.’ Door jezelf weerbaarder te maken voel je je veiliger op straat en gaat je veiligheidsbeleving omlaag. ‘Uit onderzoek blijkt dat mensen die een weerbaarheidscursus hebben gedaan, minder kans hebben om aangevallen te worden. Het maakt je dus echt veiliger. Ik vind dat we in Nederland veel meer aandacht moeten hebben voor het daderschap, daar ligt het daadwerkelijke probleem. Natuurlijk heb je altijd outsiders, die door de media worden uitvergroot. Het is belangrijk om in het onderwijs hier al veel eerder op te focussen en ik denk dat we het dan al een stuk veiliger kunnen maken.’ Marnix Eysink Smeets waarschuwt dat we niet te snel moeten willen. ‘Het gaat hierover diepe driften van mensen, door hierover te blijven praten zal de veiligheidsbeleving van de vrouw langzaam minder worden.’