Door alle media-aandacht naar donorconceptie lijken er steeds meer mensen op zoek te gaan. Het aantal leden in de geheime facebook groep van Stichting donorkind neemt toe en er komen ook meer inschrijvingen dan gemiddeld binnen bij de DNA Databank van Fiom. Een aantal van deze volwassen donorkinderen komen er achter een kind van de dokter te zijn. Meerdere van deze donorkinderen hebben zich uitgesproken in de media dat het iets met de manier doet naar hoe ze naar zichzelf kijken, maar wat?
Wie is vader en wie is je moeder? Terwijl we aan haar keukentafel zitten zegt Maureen Davis, psycholoog en coach rondom afstammingsvragen (van o.a. donorkinderen) dat dit de normaalste vraag van de wereld is. Veel donorkinderen heeft ze tijdens haar werk al mogen ontmoeten. Van jonge, tot oudere donorkinderen. Ook hun ouders. Vooral komend, vindt zij heel toevallig, vanuit de kliniek van Jan Karbaat. Zij ondersteunt hen bij de verschillende vragen, waaronder de vragen rondom hun eigen identiteit. Als ik haar vraag naar hoe de identiteitsproblematiek over het algemeen speelt bij donorkinderen, zit er verschil, maar vaak ook een overeenkomst. ‘’De behoefte in de mate van het willen weten en vanaf wanneer je als donorkind meer wil weten over waar je vandaan komt, is erg verschillend. Dus ook hoe dit meespeelt in hun identiteit. De één is er vanaf jongs af aan mee bezig, de ander krijgt pas de behoefte rondom de geboorte van een eigen kind. Het ligt er ook maar aan wanneer en hoe je erachter komt.’’
Het interview met Maureen Davis over wat een vraag over afkomst/identiteit inhoudt en hoe donorkinderen deze kunnen beleven en je daarin kan bijstaan, is te hier volledig te lezen.
Sinds 2017 zijn de namen Jan Karbaat, Jan Wildschut, Jos Beek en Henk Nagel, de zogenoemde ‘’babygods’’ die de kinderwens van ouders met fertiliteitsproblemen in vervulling lieten gaan niet meer uit Nederlandse media weg te denken als het gaat om fertiliteits fraude. Zij zijn niet de enige, in Nederland zijn in totaal 10 doktoren bekend waarvan Stichting donorkind op de hoogte waarbij zij hun eigen sperma hebben gebruikt om donorkinderen te verwekken, maar de rest blijft op dit moment uit de media. Kunstmatige inseminatie met donorzaad (KID) zat in het Nederland van de jaren vijftig tot zestig nog in het verdomhoekje; de kerk noemde het zelfs overspel. Maar toch waren er artsen zoals hierboven genoemd die kosten wat kost aan de behoefte van wensouders wilde voldoen.
Doktoren wezen ouders er heel lang op dat donorkinderen niet over hun afkomst mochten weten en adviseerde vroeger heel vaak om gewoon seks te gaan hebben en te vergeten wat er was gebeurd, meldt Stichting donorkind. Onder de donorkinderen waarvan dokter donoren waar ik onderzoek naar heb gedaan wist 46,2% pas op latere leeftijd dat ze verwekt zijn met behulp van donorzaad.
Datavisualisatie onderzoek naar donorkinderen van fertiliteit dokters. Hoe ze er zijn achter gekomen dat ze donorkinderen zijn
Astrid Rensen is een donorkind van dokter Jan Wildschut en ze wist het al vanaf een jonge leeftijd dat ze een donorkind is, wat ze direct benoemd terwijl ik haar spreek is dat haar ouders niet degene waren die het haar hebben vertelt. ‘’Ik ving het op tijdens een kerstmis tijdens een gesprek van mijn zus en mijn tante. ik had het geloof ik niet moeten horen.’’ Ze was toen erg verward door de situatie. Want waarom hadden Astrid haar ouders het haar nog nooit zelf vertelt? Daarnaast was er ook wel een nieuwsgierigheid laat ze weten terwijl we op haar bank vertoeven. ‘’Hoor ik wel in deze familie thuis.’’ was een gevoel waarmee ze lang speelde. Haar ouders ontkennen dan ook tot op de dag van vandaag dat ze een donorkind is, terwijl het bewijs er is, de DNA matches met haar halfbroers en halfzussen. Astrid vindt dit ergens heel vervelend, dat ze haar ontstaansgeschiedenis ontkennen.
Complexe emoties`
Dat je wilt weten van wie je afstamt is een menselijk gevoel. dit ondersteunt afstammings- counselor en coach Davis. Het is ook begrijpelijk dat er complexe emoties bij de donorkinderen kunnen zijn die er achter zijn gekomen dat de dokter hun ouders donor bleek te zijn. Astrid had veel verschillende gevoelens toen ze erachter kwam dat Jan Wildschut haar biologische vader. ‘’Ik was blij! Verrast, geschrokken, maar vooral opgelucht.’’ Astrid kon eindelijk plaatsen waar ze bepaalde dingen vandaan had bij zichzelf, door onder andere het contact met halfbroers en halfzussen.
Daarnaast waren er nog meer complexe emoties bij de donorkinderen in het onderzoek. Een minderheid, maar liefst 40% is wel eens boos geweest op de dokter omdat hij zijn eigen zaad heeft gebruikt zonder het medeweten van hun ouders. Astrid daar in tegen ook niet boos op dokter Jan Wildschut ‘’Ik kan niet boos zijn op 50% van mijn DNA, ik bezit de eigenschap om goed te kunnen relativeren’’ laat ze weten. Dit is anders dan hoe sommige andere donorkinderen van doktor donoren op het onderzoek hebben gereageerd. De enige bekende donorzoon van dokter Henk Nagel Remon is namelijk wel eens boos geweest ‘’Hij had eerlijk en open moeten zijn dat de donor niet kwam opdagen en niet heimelijk zijn eigen zaad gebruiken’’ Dit laat gaat zien dat je donorkinderen niet aan een kant kan zitten over hun gevoelens.
Link interactieve data visualisatie: https://docs.google.com/spreadsheets/d/e/2PACX-1vQmRhId_OqJ8IbfWczpe7o53QMeJ14lk13D9Gnu52-4kWBf_sPad3sYBU_vuXPyvwbAcEs1zyPxG2z6/pubchart?oid=1323803827&format=interactive
De slechte media-aandacht
De media-aandacht rondom de dokter donoren kun je niet om heen. Zodra er weer iets in de media is geweest dat staat heel twitter en facebook weer vol met reacties. De reacties zijn niet om aan te zien. Stichting donorkind adviseert dan ook vooral bij dat soort reacties weg te blijven als je het als donorkind al de kritiek niet aan kan. Astrid vindt het maar het maar niks hoe ze Jan Wildschut in het nieuws naar voren brengen ‘’De media maken vaak de sensatie link met andere dokters die hetzelfde hebben gedaan terwijl wildschut als een hele vriendelijke integere man te boek staat en zijn zaad niet verkocht uit commercie.’’ Een halfje van Astrid geeft daar tijdens het onderzoek een goede aanvulling op en het laat zien hoe een gedeelte van de donorkinderen van Wildschut zich voelen ‘’Dat Jan Wildschut als viezerik en narcist wordt neergezet in de media steekt mij. Ja, hij heeft iets verkeerd gedaan, maar Jan Wildschut als mens was meer dan alleen dit verhaal.’’
Meerdere mogelijkheden om donor te achterhalen
Vandaag de dag zijn er meerdere mogelijkheden om je donor te achterhalen, waarvan de basis op zich hetzelfde is: DNA. De donorkinderen van de dokters zijn erachter gekomen door DNA testen dat hij hun vader is. Echter, gebeurt het steeds vaker dat donorkinderen via internationale DNA testen zoals MyHeritage, Ancestry en 23andme op zoek gaan naar hun donor in plaats van via het Fiom, een DNA-databank voor donorkinderen en donoren. Het is geen makkelijke zoektocht, het uitbouwen van stamboom van een man waarvan je niet weet wie is. Hier zitten verschillende soorten donoren tussen. Normale mannen die inmiddels een stuk ouder zijn maar ook artsen.
‘’We hebben inmiddels sterke aanwijzingen dat er in ieder geval tien artsen gedoneerd hebben in Nederland.’’ laat Ester de Lau, Donor detective en bestuurslid van Stichting Donorkind weten. Er is één ding dat de Lau wil dat mensen zeker weten over het op zoek gaan naar vaders: ‘’Ik vind het belangrijk dat mensen begrijpen dat die artsen ‘bijvangst’ zijn. Mensen zoeken hun biologische ouder, gebruiken daarbij genetische genealogie, en dan kan blijken dat de arts de onbekende ouder is. Het is geen heksenjacht. Mensen hebben gewoon de oerwens om te weten van wie ze afstammen.’’
[aesop_quote type=”block” background=”#282828″ text=”#ffffff” align=”left” size=”1″ quote=”De data die ik gebruikt hebt komt uit een recent uit onderzoek onder donorkinderen in zweden, zij doen als land over het algemeen het meeste onderzoek naar hoe het met donorkinderen gaat. Ik heb mijn data gecombineerd vanuit mijn survey onderzoek die ik heb gedaan onder een groep van donorkinderen die verwekt zijn door dokter donoren van een oudere dan de generatie van de donorkinderen in zweden. Dit laat goed zien hoe door verschillende generaties er naar dit venomeen gekeken wordt. NCBI is een erkend bedrijf dat onderzoek doet naar donorconceptie. Het kleine onderzoek is onder een beperkte groep van 15 donorkinderen van dokter donoren uitgevoerd om zo toch hun beeld bij de situatie te brengen. <br />
NCBI. (2022, maart). National survey of donor-conceived individuals who requested information about their sperm donor—experiences from 17 years of identity releases in Geraadpleegd op 17 juni 2022, van https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC8888998/
Mijn onderzoek resultaten https://docs.google.com/document/d/1uOKEte7ls535Z4YR9cNCI9UUVzqfuANXE0S85PfNaM8/edit?usp=sharing” parallax=”off” direction=”left” revealfx=”off”]
WcMgcq