De culturele sector heeft flink te lijden onder alle maatregelen die van kracht zijn. Zo zijn de deuren van onder andere musea gesloten. Museum Het Schip heeft iets bedacht om toch nog hun tentoonstelling over Bruno Taut te kunnen presenteren. Verslaggeefster Sammie Druppers volgt een één-op-één rondleiding via FaceTime.

 Een vriendelijke glimlach, blonde haren en een soort spionnenoortje zijn het eerste wat ik zie na het opnemen van de FaceTime-oproep. “Met Marieke.” stelt ze zich voor. “Leuk dat je meegaat!” Ze begint met haar introductie, door kort te vertellen over de geschiedenis van het gebouw en hoe mooi het wel niet is. “Het is ontw…” De verbinding slaat kort vast. “…orpen rond 1920.” De camera draait om naar het imposante trappenhuis, met een balustrade die typerend is voor scholen uit vroeg in de vorige eeuw. De oriëntatie die ik normaal gesproken voel in een fysiek museum, mist nu. Marieke blikt daarom op het raam met uitzicht op het torentje, als helder startpunt. Het beeld en geluid slaan vast. “Oh, slechte verbinding.” zegt ze dan. De blauwe muren raken wat meer gepixeleerd. “Hoor je me nu beter?” vraagt ze op het moment dat ze weer beter te horen is. Ze gaat precies verder waar ze is gebleven.

Online musea in trek
De reden dat Museum Het Schip online opereert, is de coronacrisis. Door alle maatregelen is het niet mogelijk om fysieke rondleidingen te faciliteren. De culturele sector heeft daar dan ook flink onder te lijden. Volgens Kunsten ’92 lopen musea per week tien miljoen euro aan inkomsten mis. Tot 1 juni gaat dit om een omzetverlies van 969 miljoen euro. Wel heeft Ingrid van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, op 15 april aangekondigd dat er 300 miljoen euro naar de cultuursector gaat.

Er zijn nauwelijks musea die echt interactieve online tours organiseren, zoals Het Schip doet. Het populairste alternatief voor de fysieke musea lijkt nu vooral Google Arts & Culture, waar je foto’s van tentoongestelde stukken met beschrijving ziet. Een ander voorbeeld van een creatieve oplossing is Virtual Reality, ofwel VR. Museum Belvedère lanceerde zo onlangs een VR-tour. En hoewel men niet fysiek naar een museum kan, heeft de afgelopen museumweek een recordaantal bezoekers getrokken. Maar liefst 120.000 mensen bezochten een museum online, zo publiceerde de Museumvereniging. Musea hebben allerlei online extra’s in het leven geroepen voor de bezoekers. Zo zijn er vanzelfsprekend de tours, maar bijvoorbeeld ook cursussen in online schilderen.

Persoonlijke sfeer
Marieke vertelt relaxt, ondanks de tijd waar ze zich aan moet houden. De sfeer is eigenlijk heel persoonlijk. Marieke deelt soms haar mening, bijvoorbeeld als ze aankomt bij een maquette van het Glashuis – een esthetisch, glazen huis: “Ik vind dit zelf misschien wel het allermooiste stuk van de tentoonstelling.” Hoewel de afstand groter is dan ooit, is die tegelijkertijd ook weer heel klein. Ik zit tenslotte in mijn persoonlijke omgeving, met de camera gericht op mijn gezicht. Het dwingt me haast tot betrokkenheid. Gelegenheid om even weg te zinken in mijn gedachten of om mijn berichten te checken is er niet, aangezien ik praktisch face-to-face ben.


Foto: Het Glashuis van Bruno Taut, via FaceTime
Bron: Museum Het Schip

Directrice van het museum, Alice Roegholt, is heel blij om te horen dat ik vind dat de boodschap van de tentoonstelling overkomt met dit alternatief. Dat was ook het doel, zegt ze. Maar liefst twee jaar aan hard werk zit er in de kleurrijke expositiezalen, dus het kwam extra hard aan toen de overheid aankondigde dat alles dicht moest. “We waren net vijf dagen begonnen met tentoonstellen en toen moest alles dicht.” zegt Roegholt. Bruno Taut: de fantasie voorbij is met veel bravoure aangekondigd. De recensies waren lovend en de expositie liep de eerste vijf dagen al goed. Om tóch door te gaan met de expositie, bedacht het team van Museum Het Schip de online museumtour. Een gids van het museum neemt de bezoeker online mee door de hele tentoonstelling. Zo laten ze de ‘economie toch nog een beetje draaien’. Ook zijn de wekelijkse lezingen sinds 7 mei live te volgen, met gelegenheid om vragen te stellen.

Potentie in de online ervaring
De online musea zouden best een goede uitkomst kunnen zijn voor liefhebbers uit andere landen. Een derde van al het museumbezoek komt namelijk uit het buitenland. Reizen is nu niet mogelijk, maar online musea bezoeken wellicht wel. Toch benadrukt directrice Roegholt dat dit tijdelijk is. De boodschap komt virtueel wel over, maar de hele museumervaring mist. “Je wilt de beleving.” zegt ze. ‘Beleving’ lijkt een sleutelwoord voor Roegholt en keert dan ook telkens terug. En volgens Roegholt is die beleving het best in het echt, wanneer je van een museumbezoek een heel uitje kunt maken. “Naar het museum met je geliefde of met je clubje, even wat drinken in het museumcafé: dat kan nu niet.”

Online content dient voor musea nu meer als aanvulling op de fysieke collectie. Het is een manier om de bezoeker actiever te betrekken bij wat het museum doet. Roegholt ziet geen digitale toekomst voor Museum Het Schip voor zich, maar dat neemt niet weg dat er volop mee wordt geëxperimenteerd in andere musea. Het White Earth Reservation in Minnesota heeft bijvoorbeeld een pilotproject met online 3D-museumstukken gedaan, omdat een 3D-ervaring zorgt voor meer verbondenheid met de stukken dan een platte foto met tekst. Ook zit er volgens Stanford University veel potentie in virtuele musea, mits er meer emotie in de beleving wordt aangebracht.


Foto’s: Scrollen door de website van Museum Het Schip
Bron: Sammie Druppers

‘Slechte internetverbinding’, staat er weer in beeld, maar Marieke gaat er goed mee om. “Gewoon even zeggen hoor, dan houd ik er rekening mee.” Toch durf ik het niet altijd te melden, omdat ik haar niet constant wil onderbreken. Het zijn immers vaak kleine haperingen – even een lettergreep die wegvalt bijvoorbeeld. Dat ik het niet durf te melden ligt overigens niet aan Marieke, maar aan mijn introverte karakter. Ik vind het af en toe moeilijk om vragen te stellen, omdat het haast onbeschoft voelt om haar verhaal te verstoren. In een groepsrondleiding is er bijna altijd wel die ene, dappere kunstliefhebber die de ene na de andere vraag stelt. Nu is het wat confronterend. Soms heb ik even de neiging om mezelf te bekijken in het kleine kader rechts onderin, alsof ik door de zalen loop met een klein spiegeltje.


Foto: FaceTimen met Museum Het Schip
Bron: Sammie Druppers

Normaal veel drukker
Het is wat donker in Museum Het Schip. Alsof de ruimte niet leeft nu er geen mensen lopen. Mariekes opgewekte stem vult de stilte nog altijd op. Dat het normaal gesproken helemaal niet zo stil is, vertelt directrice Roegholt. “Op een normale dag hebben we zo’n tweehonderd bezoekers.” zegt ze. Nu zie ik niemand. De afwezigheid van bezoekers geeft me niet de gelegenheid om de algemene indruk te peilen. Geen vrolijke of verveelde gezichten. Enkel en alleen maquettes, tekeningen en andere stukken die met architect Bruno Taut te maken hebben.

Twintig minuten zou de rondleiding eigenlijk duren, maar Marieke vertelt inmiddels al bijna drie kwartier. Het scherpe geluid van mijn telefoon heeft mijn oren een beetje doen bonzen. Het is tijd om af te ronden. Marieke blikt op het torentje, waar ze ook is begonnen. Dan breekt het moment aan om gedag te zeggen. De camera draait om naar het gezicht van Marieke. Steeds wanneer iemand van ons gedag zegt, begint de ander toch weer kort te praten. Na drie keer ‘doei’ zegt Marieke uiteindelijk toch beleefd dat ze door moet en hangt ze even later op. De tour stopt – zonder geklets in het museumcafé, zonder treinreis naar huis.