Tobias Druijf

Als beginnend journalist/filmmaker focus ik mezelf nog volledig op mijn specialiseringsproces, Ik haal mijn kracht vooral uit samenwerken en nieuwe mensen ontmoeten. Ik ben creatief, experimenteel met een oog voor sociaal-maatschappelijke onderwerpen. Mijn passie ligt films/documentaires maken en conceptontwerp. Ik hou ervan om verschillende thema’s zoals bijvoorbeeld kunst/cultuur en psychologie aan elkaar te verbinden om zo een volledig beeld mee te geven over een onderwerp of project.

Artikelen, Informatie kunstenaar peter koros

Informatie over de kunstenaar

Peter koros is een Hongaarse kunstenaar die samen met Reka Magyar sinds 2018 het ontwerpbureau Koros Design runnen. Terwijl Koros eigenlijk afgestudeerd is als ingenieur en ook meubelvormgeving aan de universiteit heeft gedaan lag zijn passie toch meer bij beeldende kunst, waar hij alle kennis als ingenieur en meubelbouwer handig kan toepassen. Magyar is in Boedapest als modeontwerpster afgestudeerd.

Naast het maken van opblaasbare lichtobjecten (vooral voor theaterinstellingen), hebben ze ook een voet in de interieur en lichtontwerpen wereld. Vaak representeert hun werk een dramatisering of uitvergroting van een herkenbaar/iconisch object. In het geval van het Nederlandse “Amsterdam Light Festival” werd er dus uiteraard gekozen voor de iconische tulp.

[aesop_parallax img=”https://svjmedia.nl/tobiasdruijf/wp-content/uploads/sites/740/2022/01/ezgif-2-4d83ab444b.gif” parallaxbg=”on” captionposition=”bottom-left” lightbox=”off” floater=”off” floaterposition=”left” floaterdirection=”none” overlay_revealfx=”off”]

Artikelen

Restitutie van koloniale roofkunst heeft een kantelpunt bereikt

 

Afrikaanse kunstcollectie van het Louvre- Door Tobias Druijf

“Ongemakkelijk erfgoed” brengt de huidige situatie van ons teruggavebeleid in beeld.

Nederlandse musea houden nog altijd tot ongenoegen van veel activisten vast aan een van de laatste beetjes imperialistisch gedachtengoed, hier hoopt de adviescommissie koloniale collecties een eind aan te maken, ze brachten onlangs een rapport uit die een kantelpunt in ons beleid kan zijn. Wat moet Nederland met de duizenden gestolen koloniale erfgoedobjecten die in musea liggen? Roofkunst expert Jos van Beurden waagde zich aan deze vraag voor zijn nieuwe boek “ongemakkelijk erfgoed”.

“Wat gestolen is zal terug moeten gaan” zo luidde het historische besluit van de adviescommissie koloniale collecties van de raad van cultuur onder leiding van Lilian Gonçalves-Ho Kang You. De adviescommissie koloniale collecties heeft vorig jaar onderzoek gedaan naar de rol van Nederlandse staat en musea in het “stelen” van cultureel erfgoed uit voormalig koloniën of gekoloniseerde landen.  Uiteindelijk werd er een rapport van opgesteld met een advies wat voorgelegd is aan de tweede kamer. Aan de hand van dit advies werd een beleidsplan opgesteld die nu zo goed als klaar is.

“Zogezegd zo gedaan, nou zo makkelijk is het nog net niet” stelt Jos van Beurden. De Auteur en professor schreef het boek ‘ongemakkelijk erfgoed’.

Het boek schetst aan de hand van persoonlijke ervaringen en anekdotes hoe meneer van Beurden voor het eerst in aanraking kwam met koloniale roofkunst en de erfgoed drainage die veel landen in het zuidelijk halfrond als gevolg van kolonialisme meemaakten.

“Ongemakkelijk erfgoed” beschrijft ook de lange weg die de houding van landen ten opzichte van een restitutiebeleid door de jaren heen hadden. Waar Nederland jarenlang het teruggeven van roofstukken uit de weg ging lijkt er afgelopen jaren en zeker met het nieuwe beleidsplan een kantelpunt te zijn gekomen zoals van Beurden dit ook in zijn boek omschrijft, maar dat betekend volgens hem nog niet dat we er nu al zijn. “Ik zie dit als een goede ontwikkeling en mogelijk ook een kantelpunt, maar we spreken hier niet van een goed begin of eind.”

Houding Nederland

De houding van Nederland over teruggave roofkunst is door de jaren heen niet echt bepaald voorbeeldig te noemen, De teruggave van roofobjecten kwam voor het eerst ter sprake na de onafhankelijkheid van Indonesië in 1949, waar Nederland expliciet over de teruggave als uitwisseling sprak, die toon had te maken met het feit dat het in de ogen van Nederlanders niet als een verlies zou klinken na het grote verlies van Indonesië aan Nederland

“Alhoewel Nederland nu bereid is om geroofde voorwerpen terug te geven moet het wel goed met de positie om kunnen gaan en zich niet weer als kolonisator of machthebber het gesprek bepalen zoals hoe dat in het verleden nog gebeurde.”

Hoewel er nu wordt gesproken over meer bereidheid blijkt dat er in de afgelopen 14 jaar maar 2 kunsttukken zijn teruggeven aan land van herkomst (Dat is grofweg 0.001% van de totale betwiste collectie). Dit terwijl we weten dat er van de 375 000 stukken in het tropenmuseum de helft zeker als gevolg van kolonialisme daar ligt, hoeveel daadwerkelijk precies daarvan is gestolen is en de manier waarop is nog onduidelijk.

Hernieuwd activisme

Voor veel activisten was het huidige teruggavebeleid van musea en westerse landen reden om protest aan te voeren, dat werd dan ook al hevig gedaan maar in Nederland bleef dit meestal bij een klein debat. Dit was totdat activist Mwazulu Diyabanza twee jaar geleden een video op YouTube plaatste waarin te zien is dat hij samen met zijn actiegroep een beeld meenamen uit het Afrika museum, die ze claimde tot hun cultuur te behoren en gestolen te zijn. De video zorgde voor enorme ophef en veel mensen vonden dan ook dat dit niet de manier was om het debat aan te gaan. De activisten staan erom bekend dat ze met dit soort uitbundige acties de aandacht pakken, een aantal leden van de actiegroep moest dan ook nog voorkomen in Frankrijk voor eenzelfde voorgeval terwijl de situatie in Berg en Dal zich afspeelde.

“De acties van meneer Diyabanza waren natuurlijk bedoeld om voor ophef te zorgen hij wist zelf denk ik ook wel dat hij niet zomaar een beeld uit een museum mee kon nemen. Of je het nou vindt kunnen of niet zijn acties hebben er wel toe geleid dat het debat in de samenleving weer aanwakkerde, uiteindelijk misschien ook wel met een beetje succes”

Doorbraak beleid

Voor van Beurden die al meer dan 30 jaar bezig is met roofkunst en resitutiebeleid komt er eindelijk verandering na vele jaren van actievoeren. “Van een doorbraak in het beleid hebben we eigenlijk nooit kunnen spreken, tot nu” dit proces is zo langzaam gegaan, mede doordat dit een ethische kwestie is die bij beide partijen erg gevoelig ligt. Het is een proces wat eigenlijk al in gang werd gezet bij de onafhankelijkheid van veel koloniestaten.

Dat er nu eindelijk verandering komt (of daar lijkt het iniedergeval op) heeft Nederland niet alleen aan zijn eigen activisme te danken. Veel beleid is overgenomen van andere landen zoals Frankrijk die al langer en nadrukkelijker bezig zijn met het teruggeven van kunst aan oud koloniën. Het is dan ook naïef om te kijken naar deze “doorbraak” als of wij daarmee vooroplopen in het aankaarten van ons gewelddadige koloniale verleden. Zo laat van beurden weten dat zelfs België, die geacht werd beleid van Nederland over te nemen het misschien in de ogen van het volk nog beter heeft aangepakt ondanks de trage vooruitgang.

“Vaak denken we dat Nederland vooroploopt. Maar in België laat de regering niet alleen koloniale collecties onderzoeken, maar ook de rol van het koningshuis, het bedrijfsleven en de missie tijdens het kolonialisme. Vertaald naar Nederland zouden wij dan niet alleen de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd onder de loep moeten laten nemen, zoals nu gebeurt, maar ook de koloniale tijd, en de rol daarin van koning Willem I, II en III, van bedrijven als Shell, en van de kerken. In die zin loopt België weer voorop.”

Volgens van Beurden zal het nog een lastige klus worden voor elke betrokkenen om volgens beleid te werk te gaan bij een ethische kwestie. “Voorop moet staan dat de welwillendheid van musea en landen van herkomst het belangrijkst zijn voor dit proces om in gang gezet te worden, maar er spelen zoveel meer factoren mee dan alleen dat en om de overheid alles over een lijn te laten trekken en te zeggen alles moet onmiddellijk terug kan verkeerd uitpakken”.

Wat van Beurden hier mee bedoeld is dat de factoren en partijen die meespelen om bijvoorbeeld een beeldje naar land van herkomst te krijgen al zo groot is dat je niet opeens met een nieuw beleid kan zeggen dat alles maar in een keer terug moet.

Naast dat bijvoorbeeld het feit dat er over veel roofkunst twijfel is wat nou het echte land van herkomst is of de regio kan er ook in het land zelf (wanneer bepaald) allerlei dingen meespelen waardoor terugkeer op z’n minst in twijfel kan worden getrokken. Corrupte regeringen die er mee aan willen verdienen, burgeroorlogen en conflict maar wat ook meespeelt is roofkunst gebruiken als politiek statement.

“De regering van Indonesië kan bijvoorbeeld een Moluks beeldje in handen krijgen en het in Jakarta tentoonstellen om zo hun claim op de Molukken te valideren terwijl voor de Molukkers die onafhankelijk willen zijn dat als een soort nieuwe vorm van onderdrukking kan worden gezien”.

Afrikaanse kunstcollectie van het Louvre- Door Tobias Druijf

Afrikaanse kunstcollectie van het Louvre- Door Tobias Druijf

Beleidsvisie voor komende jaren

Nu er een beleidsplan ligt bij de overheid is het eigenlijk wachten tot het wordt uitgevoerd, dit kan wel nog even duren volgens van Beurden. “De vorige regering heeft een aanzet tot het rapport gegeven die uiteindelijk pas een regering verder zijn taak had volbracht, met de val van dit kabinet liggen veel beleidsplannen voor de toekomst stil en het valt nog maar te bezien of de volgende regering deze plannen over resitutiebeleid overneemt.”

Volgens van Beurden is er de laatste jaren is er ook zeker door de black lives matter movement meer aandacht gekomen voor koloniale collecties en het bespreekbaar maken van ons koloniale verleden. “De restitutie van roofkunst helpt ons om ons koloniale verleden beter in beeld te brengen en het taboe ook rondom slavernij bespreekbaarder te maken”.

Er spelen zoveel factoren mee bij koloniale roofkunst en met dit mogelijke nieuwe beleid kunnen we volgens van Beurden zeker wel spreken over een kantelpunt, maar of dat kantelpunt ook de juiste richting uitvalt zal alleen de toekomst uitwijzen.

Artikelen

‘Ik produceer op gevoel, ik heb van tevoren nooit een duidelijk beeld van wat ik ga maken’

Na lang te twijfelen lijkt Lorin (20) zijn focus volledig te gaan leggen op het produceren van muziek. De producer uit Berlicum was een tijdje gestopt met muziek maken maar heeft door een slechte periode juist zijn passie herontdekt. Hij weet nu naar eigen zeggen eindelijk te weten waar zijn prioriteiten liggen voor de komende tijd. ‘Ik wil me nu 100% focussen op het maken van muziek, dat is mijn grootste passie’

Ik ontmoet Lorin in het centrum van Den Bosch, hij was in de bibliotheek geweest om te werken aan zijn muziek en was dus in de buurt. ‘Soms wil je wel eens ergens anders werken als je studio, dat brengt soms extra creativiteit of focus met zich mee’.

We rijden naar Berlicum, een dorpje in de buurt van ’s-Hertogenbosch waar hij met zijn ouders en zijn hond ‘Pepper’ woont.  Hier heeft hij ook zijn studio staan, de plek waar hij naar eigen zeggen zijn meeste tijd spendeert.

Lorin bracht zijn eerste nummer reece in 2019 uit, daarop volgde later dat jaar zijn gelijknamige album die ervoor zorgde dat hij voor het eerste stappen in de muziekwereld kon zetten. Het album betekend nog steeds heel erg veel voor de 20-jarige producer. Met nummers zoals ‘why you’ en ‘closure’ heeft Lorin ondertussen al meer dan een miljoen streams weten te behalen op streamingservices.

Waar komt de naam Lorin vandaan?

‘Een name generator haha…Ik ben via internet gaan zoeken en ik kwam uiteindelijk uit op een site waar ik mijn voor-achter en al mijn doopnamen moest invullen zodoende kwam er Lorijn uit, dit vond ik toch niet helemaal lekker klinken dus ik heb net zoals bij martin Garrix (Martijn) een Engelse vervoeging van gemaakt.’

Hoe zou je je eigen genre omschrijven?

‘Genre weet ik niet per se, ik maak gewoon veel gebruik van piano met een “mellow beat” eronder een beetje lounge achtig. Als ik een genre moest kiezen dan zit het meer richting lo-fi maar dan niet doffe vervormde geluiden maar met echte instrumenten. Ik heb erg lang proberen te zoeken naar mijn eigen genre, ik ben sinds 2018 echt veel bezig met het maken van muziek en om mijn eigen sound te vinden probeerde ik veel naar andere genres te kijken en veel sounds te gebruiken voor mijn eigen muziek en dat heeft langzaam gemaakt tot waar mijn eigen Lorin sound vandaan komt.’

Hoe ben je begonnen met “Project Lorin”

‘Eigenlijk is dat er altijd al geweest, ik speel als sinds mijn 6e gitaar en toen ik daar mijn interesse in verloor toen ben ik begonnen met het produceren van muziek. Ik begon in 2017 te overwegen om zelf muziek te gaan produceren omdat ik naar veel tutorials van FL-studio keek en met mijn muzikale achtergrond een passie voor muziek leek het me interessant om te doen. Op gegeven moment heb ik tegen mezelf gezegd ”fuck it” en toen heb ik de knoop doorgehakt en FL Studio gekocht, zodoende ben ik begonnen met het produceren van muziek onder wat later mijn alias “Lorin” zou worden.’

Je bent al vroeg begonnen met gitaar spelen, vanwaar de switch naar produceren?

‘Ik heb sinds mijn 12e mijn gitaar bijna niet meer aangeraakt, ik wist niet zeker wat voor muziek ik wilde maken (ik wilde ook dj worden). Het kwam er uiteindelijk toch op neer dat ik wel muziek wilde maken maar ik was gewoon te lui om te oefenen, vandaar dat mijn interesse in gitaar spelen uiteindelijk is verwaterd.’

Ben je ook niet ergens bang dat je net zoals je interesse voor gitaar je interesse voor produceren verliest?

‘Nee eigenlijk niet, ik heb veel hobby’s gehad die uiteindelijk wat wegvielen zoals zeilen gamen maar dit zie ik ook niet echt overwaaien eigenlijk. Produceren heeft zoveel meer componenten dan bijvoorbeeld alleen gitaar spelen, er valt voor mij nog zo veel te ontdekken zowel technisch als met het gebruik van verschillende instrumenten als producer en daarom zie ik mijn interesse komende jaren nog niet afnemen.’

Je bent een tijd gestopt met muziek maken, waarom?

‘Dat was omdat ik hele andere verplichtingen had dit was vooral door school. Toen ik echter een tijd lang verplicht thuis zat om te revalideren had ik niks te doen en daarom ben ik me uiteindelijk weer vol gaan focussen op het maken van muziek, de passie kwam gewoon weer terug door de moeilijke periode die ik eigenlijk had. Ik had eindelijk de tijd om te doen wat wilde en daardoor werd muziek alles voor me ook emotioneel ik stopte al mijn emotie in mijn muziek. Daaruit kwam uiteindelijk mijn eerste album reece’

Wat is het nummer waar je het meest trots op bent?

‘Hold on van mij en Carston, de productie de melodie alles klopte het was technisch tot nu toe mijn best uitgebrachte nummer, het klinkt een beetje als een anthem.’

Hoe kwam de samenwerking met Carston tot stand?

‘Eigenlijk heel toevallig, we zaten op dezelfde hogeschool en na een tentamen sprak hij me opeens aan, hij vond mijn muziek goed en was oprecht geïnteresseerd. Hij vroeg of we een keer samen de studio in konden en drie dagen na onze ontmoeting zat ik met hem samen aan closure te werken.’

Komen samenwerkingen bij jou vaker zo tot stand?

‘Nee bijna nooit, ik zoek meestal zelf naar vocalisten die binnen mijn bereik zitten. Ik kijk vaak gewoon op Instagram naar mensen die bijvoorbeeld covers doen van een nummer of ik doe een beetje research op Spotify waardoor ik soms ook vette vocalisten vind. ‘

‘Mijn focus ligt niet alleen op vocalisten hoor ik ben wel eens random in een netwerkgroep terecht gekomen voor producers waarbij er al een paar artiesten bij een label getekend hebben. Via netwerken komen toch vaak samenwerkingen tot stand.’

Wat is je slechtste ervaring tijdens het samenwerken?

‘Ik was op gegeven moment met een vocalist in de studio, ik geen namen noemen maar… we hadden beide een totaal ander idee van hoe wij het nummer wilde vormgeven en om dat uiteindelijk die dag in de studio nog op te lossen werd erg lastig, ik schreef ook nog eens zijn tekst terwijl de vocalist dat in mijn ogen wel vooral zelf moet doen. Uiteindelijk hebben we toch nog een nummer kunnen maken die ook is uitgebracht. We hoeven er dus beide niet 100% slecht op terug te kijken, dit soort dingen gebeuren nou eenmaal bij het maken van muziek.’

Wie is voor jou een rolmodel, of een inspiratie voor je werk?

‘Nou… Omdat ik heel erg Martin garrix fan was door dat dj’en keek ik veel video’s van hem waarin hij uitlegde hoe produceren in elkaar zat als ik er nu ook op terugkijk dan denk ik echt dat dat ook is wat mij echt heeft geïnspireerd.’

Wat wil je graag bereiken de komende tijd?

‘De komende 5 jaar wil ik het onderwijs in gaan voor mijn productie en daarnaast nog mijn eigen projectjes met Lorin uitbrengen. Ik wil alles leren over produceren en de beste in mijn vakgebied worden. Ik heb een duidelijke visie van ik wil en ik denk niet dat ik die snel verlies door een opleiding te volgen, ik kan die creativiteit uiteindelijk wel vasthouden. Door deze opleiding word ik ook een betere producer die beter weet hoe hij die creativiteit gebruikt.’

‘Je moet altijd groot dromen en ik wil een top notch producer worden maar ook dj/performer zie ik wel in mijn toekomstbeeld staan. Ik wil gewoon met de allerbeste vocalisten kunnen samenwerken en muziek maken waar ik mezelf goed bij voel. Samenwerken binnen andere genres lijkt me ook vet, samenwerken met rappers ben ik nu al mee bezig en dat vind ik ook erg leuk.’