Terwijl er in heel Nederland kinderen van vluchtelingen, asielzoekers en arbeidsmigranten wachten op onderwijs, heeft azc school Wereldkidz de Hoogstraat in Leersum opvallend genoeg juist ruimte vrij voor meer kinderen. De school wordt niet volledig benut, door de verdeling van asielzoekers over de azc’s in Nederland. Wat betekent het voor de ontwikkeling van een kind, als deze een langere tijd geen onderwijs volgt?
Onderwijs is van groot belang, voor elk kind. Kinderen die bijvoorbeeld opgroeien in een omgeving waar niet wordt gelezen, zullen dit zichzelf niet eigen maken. “Omdat er zaken zijn die we niet vanzelf leren, moeten we die aangeleerd krijgen”, vertelt onderwijsexpert Maja Zuiderveld. “En voor deze zaken zijn we dus afhankelijk van het onderwijs. Dit is zo bij lezen, maar ook bij schrijven, rekenen, bij alle vaardigheden die we culturele vaardigheden noemen. Het belangrijkste is dat we al een hele hoop kennis hebben verworven als mensheid. Die kennis moeten we blijven overdragen.”
[aesop_content color=”#000000″ background=”#ebebeb” columns=”1″ position=”none” imgrepeat=”no-repeat” disable_bgshading=”off” floaterposition=”left” floaterdirection=”up” revealfx=”off” overlay_revealfx=”off” aesop-generator-content=”
Maja Zuiderveld is sinds de zomer van 2020 zelfstandig actief onder de bedrijfsnaam ‘Bureau d’r Bij’. Hiermee helpt ze scholen voor anderstalige nieuwkomers, dus scholen op azc’s, maar bijvoorbeeld ook taalscholen, met onderwijs aan leerlingen in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar. Daarnaast helpt ze het reguliere onderwijs. Na een jaar taalschool zijn leerlingen namelijk vaak nog niet op het niveau waar ze moeten zijn voor het Nederlandse onderwijs. Veel scholen hebben daar vragen over, waar Zuiderveld hen bij helpt.
“]Maja Zuiderveld is sinds de zomer van 2020 zelfstandig actief onder de bedrijfsnaam ‘Bureau d’r Bij’. Hiermee helpt ze scholen voor anderstalige nieuwkomers, dus scholen op azc’s, maar bijvoorbeeld ook taalscholen, met onderwijs aan leerlingen in de leeftijd van 4 t/m 12 jaar. Daarnaast helpt ze het reguliere onderwijs. Na een jaar taalschool zijn leerlingen namelijk vaak nog niet op het niveau waar ze moeten zijn voor het Nederlandse onderwijs. Veel scholen hebben daar vragen over, waar Zuiderveld hen bij helpt.
[/aesop_content]
Voor nieuwkomers zijn er in de klas vanzelfsprekend veel culturele vaardigheden waar ze nog nooit mee te maken hebben gehad. Om deze aangeleerd te krijgen, heb je mensen met ervaring nodig. “Het is belangrijk dat je een leerkracht hebt, iemand die erin geschoold is om onderwijs te geven en je meeneemt in dat soort praktijken.” En dit aanleren werkt goed in groepsverband. “Met name leerlingen voor wie het leerproces moeizamer verloopt, hebben veel voordeel van het leren in een groep. Omdat ze daar goede voorbeelden hebben en worden meegenomen in de praktijk met andere leerlingen van wie ze veel kunnen leren.”
Effecten
Onderwijs heeft voor een kind meervoudige effecten. “Het heeft effect op de ontwikkeling, op het functioneren in een groep én op het leren van de culturele vaardigheden. Dit zijn vaardigheden die je uiteindelijk nodig hebt om je in de maatschappij staande te kunnen houden.” Zuiderveld geeft burgerschap als voorbeeld: “Burgerschap is de afgelopen jaren een groot agendapunt geworden. Maar op het moment dat het leesniveau dermate achterblijft, dan kun je wel ophouden met burgerschap. Want hoe kun je democratisch burgerschap vormgeven als je niet eens een voldoende leesniveau hebt om een krant te lezen of om een brief van de gemeente te begrijpen.”
Missen van onderwijs
Door de huidige situatie in Nederland volgen kinderen van vluchtelingen, asielzoekers en arbeidsmigranten soms langere tijd geen onderwijs. Dit missen van onderwijs kan zorgen voor gaten in de ontwikkeling. “Het is dan aan het onderwijs om deze gaten op te sporen en hier actief op te instrueren. Tegelijkertijd moet er van uit worden gegaan dat het wel kinderen zijn die met kennis binnenkomen. Er is dus een kennisbasis. De leerkracht moet vervolgens uitzoeken waar die kennis verworven is en om wat voor kennis het gaat.” Bij kinderen die heel weinig onderwijs hebben gevolgd, is er wat meer werk aan de winkel: “Op zo’n moment heb je inhaalwerk te doen. Dat betekent dat je als leerkracht heel goede kennis moet hebben van de leerlijnen wat voorliggende kennis is en hoe je die kennis het beste aanleert. Sommige kinderen zijn tien jaar oud en moeten nog beginnen met lezen. Wij kunnen ze dit in twee jaar leren, waar we normaliter vier jaar over doen. Dus ook het weten van zaken als ‘bij deze leerling kunnen we versnellen’ en hoe je dit dan vorm geeft, is heel belangrijk.
Zuiderveld vindt het zorgelijk dat er de laatste tijd soms vrijwilligers of leerkrachten met minder kennis onderwijs gegeven aan deze groep kinderen: “Dit baart mij met name zorgen vanwege de bestaande kritiek op nieuwkomers over deelname aan de maatschappij en deelname in arbeid. Als wij onze leerlingen niet meenemen in de beste praktijken in het onderwijs, kan dat deze kritiek bevestigen of versterken. Juist deze leerlingen hebben die leerkracht nodig met heel goede basiskennis. In feite gaat het om meer didactische kennis en pedagogische kennis, dan voor het reguliere onderwijs. Dus juist deze doelgroep zou goedgeschoolde leerkrachten moeten hebben.”
[aesop_content color=”#000000″ background=”#ebebeb” columns=”1″ position=”none” imgrepeat=”no-repeat” disable_bgshading=”off” floaterposition=”center” floaterdirection=”up” revealfx=”off” overlay_revealfx=”off” aesop-generator-content=”In Nederland is het zo geregeld dat alle kinderen recht hebben op onderwijs, onafhankelijk van de verblijfsstatus. Om te zorgen dat ook kinderen van asielzoekers zo snel mogelijk onderwijs kunnen volgen, volgt Nederland de Europese Richtlijn: ‘Asielzoekerskinderen moeten na het indienen van de asielaanvraag binnen maximaal drie maanden toegang hebben tot onderwijs’.</p>
<p>”]In Nederland is het zo geregeld dat alle kinderen recht hebben op onderwijs, onafhankelijk van de verblijfsstatus. Om te zorgen dat ook kinderen van asielzoekers zo snel mogelijk onderwijs kunnen volgen, volgt Nederland de Europese Richtlijn: ‘Asielzoekerskinderen moeten na het indienen van de asielaanvraag binnen maximaal drie maanden toegang hebben tot onderwijs’.
[/aesop_content]
Azc school Wereldkidz de Hoogstraat
Een school die gespecialiseerd is in het geven van onderwijs aan asielzoekerskinderen is Wereldkidz de Hoogstraat in Leersum. Deze school bevindt zich op het terrein van het azc Leersum en is hieraan gekoppeld. Eva van der Weiden is leerkracht op de school en vertelt hun verhaal:
Werkt de link niet? Klik dan hier.
Indeling
Wereldkidz de Hoogstraat heeft dus ruimte over op school om meer kinderen onderwijs te geven, maar door de indeling van het azc wordt de school niet volledig benut. Dit probleem begint bij het COA, Centraal Orgaan opvang Asielzoekers. Het COA is verantwoordelijk voor de opvang van asielzoekers in Nederland en dus ook voor de verdeling van de asielzoekers. Jan Scholten van het COA legt uit hoe dit werkt. “Wij geven elke dag onze vrije plekken door aan de centrale afdeling Plaatsing/Bewonerslogistiek. Hierbij geven wij ook duidelijk aan wat voor plek dit is. Dus: alleenstaande man/vrouw, gezinnen bestaande uit een x-aantal personen et cetera. Het ligt er hierbij aan hoe de kamer/unit van deze vrije plek is ingedeeld. Zo zijn er losse kamers met gedeelde voorzieningen, maar ook kleine units met een eigen keuken en sanitair. Bij het plaatsen van nieuwe personen wordt er gekeken of het enigszins matcht met de personen die al aanwezig zijn op deze kamer/unit.” Maar naast deze aanpak van indelen, is er nog een andere manier: “Als een azc minder dan 97% aan bezetting heeft, worden de personen ‘ongesorteerd aangeleverd’. Hiermee bedoelen we dat vanuit de afdeling Plaatsing iedereen zou kunnen doorstromen naar het azc, puur omdat er lege bedden zijn.”
Beweging
De laatste tijd is er een ontwikkeling gaande, waardoor er minder gezinnen aankomen in Leersum. Scholten vertelt: “De huidige toestroom van asielzoekers bestaat grotendeels uit alleenstaande mannen, die allemaal een plek dienen te krijgen. Azc Leersum heeft een tijd geleden redelijk wat uitstroom gehad van gezinnen, waardoor op deze locatie de bezetting onder de 97% is gedoken en er veel lege bedden waren. Deze plekken zijn vervolgens opgevuld met mensen die op dat moment geplaatst moesten worden, in dit geval dus veel alleenstaande mannen.” Door deze verdeling wonen er dus minder gezinnen op deze locatie, maar dit kan na een tijd zo maar weer veranderen. “Het plaatsingsbeleid wordt centraal geregeld. Het wel of niet hebben van een school op de locatie speelt op dat moment geen doorslaggevende rol bij toewijzing van plekken. In Leersum zijn ze dagelijks in de weer om door middel van interne verhuizing meer ruimte te creëren, om bijvoorbeeld meer gezinnen te kunnen huisvesten. Maar dit is helaas niet altijd mogelijk”, aldus Scholten.
Zoals hierboven uitgelegd, wordt er bij plaatsingen dus niet gekeken naar het wel of niet aanwezig zijn van een school op het azc. Eva van der Weiden zou dit graag anders zien: “We willen heel graag dat er echt gerichter wordt gekeken of er een school zit op een azc. Er zijn meerdere azc’s met scholen, dus stuur daar dan de gezinnen naartoe. Als die kinderen in Nederland mogen blijven, is het ook voor onze toekomst goed dat deze een school hebben gehad en dat ze op niveau komen.”