Hoe gaat Europa loskomen van de soja-import

Europa wil, om maatschappelijke en economische redenen, minder afhankelijk zijn van de import van soja. Is het in staat om zelf eiwithoudende gewassen te verbouwen? “Momenteel hebben we twee sojarassen die markt klaar zijn voor Europa”, aldus Benjamin Laga.

De Europese Commissie is druk bezig met onderzoek naar de productie van eiwithoudende gewassen, zoals soja, luzerne, lupine en veldbonen. Hierbij wordt gekeken hoe er kan worden ingespeeld op de behoeften van consumenten, landbouwers en producenten.  Een bedrijf dat hier momenteel middenin zit, is het Vlaamse Protealis. Benjamin Laga is CEO van Protealis en vertelt wat het bedrijf doet. “Wij veredelen zaaigoed en zijn nu bezig met het ontwikkelen van sojarassen die geschikt zijn voor Europa. Momenteel hebben we twee sojarassen die markt klaar zijn. Deze soja kan ongeveer worden verbouwd vanaf de breedtegraad van Parijs tot Noord-Nederland en dat strekt zich dan naar het oosten verder uit tot helemaal in Oekraïne en delen van Rusland.” Daarnaast is Protealis bezig met bodem-symbionten. Laga legt uit wat dit inhoudt: “Dit is een bacterie die samenleeft met de plant in de bodem. Dankzij deze ontwikkeling hebben planten uiteindelijk geen stikstofbemesting meer nodig, omdat ze de stikstof zelf uit de bodem halen. De bedoeling is om de bacterie als een soort coating over de zaden heen aan te brengen. Zo besmet de boer, als hij zijn gewas inzaait, de zaden automatisch met deze goede bodembacterie.”

Beeld: Protealis

 

De kansen en risico’s

Laga vertelt over de kansen van Europa om minder afhankelijk te worden van de import. “We kunnen niet alle import van soja in Europa gaan vervangen, want daar heeft Europa simpelweg de capaciteit niet voor”, legt hij uit. Maar volgens Laga kunnen we wel iets bijdragen. Hij legt uit hoe het nu gaat: “We importeren continu eiwitten, in de vorm van soja, uit Zuid-Amerika voor ons veevoer. Veel stikstof, een bestandsdeel van soja, blijft achter in onze bodem, want we verbouwen weinig gewassen die de stikstof uit de grond kunnen halen. En het vee dat we voeden met onder andere de geïmporteerde soja, vertrekt vaak weer naar China. We moeten dus beginnen die stikstof lokaal te recyclen door een eigen soja te kweken die de stikstof, met behulp van een bacterie, uit de grond haalt. Dit zal ervoor zorgen dat we de soja-import kunnen beperken. Bovendien dragen we dan bij aan oplossen van het stikstofprobleem.”

 

Laga benadrukt naast de kansen ook de risico’s: “Het moet natuurlijk rendabel zijn voor de boer. Zelfs al is het een goed idee vanuit ecologisch perspectief, de boer zal verbouwen wat voor hem het meest rendabel is. Wat wij wel in de hand hebben, is zorgen dat we hier goeie zadenrassen hebben die aangepast zijn aan onze omstandigheden. Rassen die kunnen bloeien in onze condities. En dus proberen wij zowel de rassen als de bodembacterie te optimaliseren voor het vereiste klimaat.”

 

 

Een verschuiving van de markt

Europa was lang de grootste afnemer van soja. Tegenwoordig is die markt iets verschoven. Chris de Visser, deskundige van de Wageningen Universiteit, legt uit hoe die is veranderd. “Tegenwoordig is China een heel grote speler geworden en nemen zij een steeds groter deel voor hun rekening. In de loop van de tijd is de balans omgeslagen en is niet meer Europa de grootste klant, maar China.” Helaas kleven hier wel consequenties aan op het gebied van duurzaamheid. “Europa houdt vast aan veel duurzaamheidseisen, die China niet heeft. Momenteel kun je wel zeggen dat China de grootste verantwoordelijke is voor de ontbossingen”, aldus De Visser.

Beeld: Protealis

De omslag

De Europese boeren zijn dus degenen die het soja-ras moeten gaan verbouwen en een verbeterd teeltrendement zal er voor moeten gaan zorgen dat de boeren overtuigd zullen worden. “En dat zal niet eenvoudig zijn”, begint Laga. “We werken daarbij wel samen met landbouwcoöperatieven, die ons helpen. Ons product staat in de publieke catalogus van nieuwe geregistreerde rassen. Vandaar dat registratie zo belangrijk is, want de boer kijkt in de catalogus en bedenkt: ‘oké, wat kan ik verwachten als ik dit ga inzaaien’. Dat ons product daar ook tussen staat, helpt bij de beslissing. Daarnaast helpen de coöperaties de boeren bij de ondersteuning. Ze adviseren de boer hoe hij een gewas moet verbouwen en verzorgen.”

 

Helemaal loskomen van de soja-import gaat nog wel even duren, dus Europa blijft medeverantwoordelijk voor de wereldwijde ontbossingen. Maar het gaat om de omslag die gemaakt zal moeten worden. “Uiteindelijk gaat het grotendeels om de consumptie van dierlijke producten en die is in de afgelopen decennia enorm toegenomen”, legt De Visser uit. Maar gelukkig verandert de consumptie in Europa langzaam. “Er is een duidelijke trend in Europa, zeker aan de westkant, waarin te zien is dat mensen steeds meer vleesvervangers eten. Dat vertaalt zich, langzaam, in minder consumptie van dierlijke eiwitten en meer vraag naar plantaardige eiwitten. Dit gaat nog niet heel hard, maar die markt groeit wel gestaag”, eindigt de deskundige.