‘Mijn familie is in Syrië, ik ben daar geboren en wil daar uiteindelijk sterven’

 

Hoe is het als je in Syrië je diploma tot dierenarts hebt, maar in Nederland helemaal onderaan de ladder moet beginnen? Samer Alsaloum maakt dit mee. Hij had het moeilijk hier in Nederland en voelde zich in het diepe gegooid. Hoe heeft hij het ervaren om weer een nieuw leven op te bouwen in een vreemd land?   

“Ik zat op een boot van maar zeven meter. Om mij heen zaten wel 45 mensen. Ik was bang, zo bang. Ik kon niet zwemmen, had een veel te duur zwemvest gekocht en de boot was echt te vol. Na anderhalf uur kwamen we eindelijk aan op Lesbos, waarna we naar Athene reisde op een groter schip. We reisden verder naar Macedonië. We liepen, vooral ’s nachts, extreme afstanden in een groep van wel 600 vluchtelingen. De omstandigheden waren echt verschrikkelijk; als we geluk hadden aten we wat maïs van het land en dronken we water uit plassen op de grond. Verder hadden we helemaal niks.”

"Ik hoorde van mensen uit mijn omgeving dat het in Nederland goed was en ze hadden er veel koeien. Daar wilde ik dus heen.”
Samer Alsaloum is opgeklommen op de ladder. Hij heeft nu een schoon-maakbedrijf en verdient genoeg geld om zijn familie te kunnen steunen.

Samer is nu 32 jaar. Vier-en-een-half jaar geleden vluchtte hij vanuit Syrië naar Nederland, met als grootste aanleiding de oorlog. Samer woonde in Idlib, waar Assad wordt gesteund door de Sjiieten. Maar Samer is Soenniet, dus het was voor hem echt te gevaarlijk om in Idlib te blijven. Voor de oorlog studeerde Samer in Idlib en haalde hier zijn diploma tot dierenarts voor groot vee. Als eerste poging om Syrië te ontvluchten heeft Samer een tijd in Libanon gewerkt. “Ik werkte in een slachthuis voor vleeskippen en kuikens. Hier heb ik bijna anderhalf jaar gewerkt.” Daarna ging hij terug naar Syrië, maar de situatie daar liep zo uit de hand dat hij besloot te vluchten. “Ik hoorde van mensen uit mijn omgeving dat het in Nederland goed was en ze hadden er veel koeien. Daar wilde ik dus heen.” Vanaf dat moment begon zijn lange reis naar Nederland.

"Ik had iemand nodig die me aan de hand nam en liet zien waar ik heen moest.”

Eenmaal in Nederland verliepen de eerste dagen moeizaam. Samer kwam binnen in Venlo en reisde vanuit daar naar Amsterdam. “De eerste dag was voor mij niet goed. Ik sprak de taal niet echt en ik had iemand nodig die me aan de hand nam en liet zien waar ik heen moest.” Maar die hulp kreeg Samer de eerste dagen niet. “Ik had het moeilijk en voelde me echt verloren.” Samer moest zich melden in Ter Apel, hier moet iedere vluchteling als eerste heen om zich aan te melden bij de IND. Daarna verbleef Samer in verschillende asielzoekerscentra. “Na Ter Apel verbleef ik 73 dagen in Hoogeveen, daarna 15 dagen in Alphen aan de Rijn en daarna ging ik door naar Doetinchem. Dat was eindelijk het goede kamp waar het onderzoek van de IND kon beginnen. Na een maand kreeg ik eindelijk goed nieuws: ik kreeg mijn verblijfsvergunning!” Samer moest in een kamp in Luttelgeest wachten tot hij een huis zou krijgen. “Ik koos voor Utrecht, want hier zit de universiteit van diergeneeskunde. Ik kreeg heel snel een huis; al na één maand had ik een woning in Kanaleneiland.”

Toen Samer eenmaal zijn plekje had gekregen, begon hij snel met het leren van de taal. “Ik wilde graag als dierenarts aan het werk. De papieren had ik in Syrië gehaald”, maar Samer kwam er achter dat zijn Syrische diploma hier niet genoeg waard was om als dierenarts aan de slag te kunnen. Samer moest dus weer studeren, maar hiervoor moest hij echt de taal kunnen. “Ik volgde verschillende taalcursussen, maar wilde graag sneller dan het ging. In Syrië was ik heel goed in studeren, maar dat was vooral theorie en dat lukte heel goed. Maar hier liep het heel slecht, het was veel theorie en de taal was echt moeilijk voor mij.” Samer wilde graag beter worden in gesprekken voeren, maar dit leerde hij niet bij de cursussen. “Ik probeerde op veel manieren de taal te leren, maar het lukte niet goed en de taal bleef lastig.”

"Soms werkte ik ’s avonds tot laat bij DHL en moest ik de volgende ochtend alweer vroeg bij Avivet zijn. Het was dus hard werken, maar dit vond ik niet erg.”

Al met al zorgde de taal er voor Samer dus voor dat het niet lukte om verder te studeren.  Maar Samer wilde graag werken en wilde zijn beroep kunnen uitoefenen. “Ik had een baan gevonden bij Avivet, een bedrijf waar ze kippen houden. Hier werkte ik in het laboratorium en gaf ik de kippen vaccinaties. Ik leerde veel en werkte daar zes maanden.” Door zijn werk leerde Samer beter communiceren en hij kreeg veel hulp van zijn collega’s. De dagen dat Samer niet bij Avivet werkte, werkte hij als sorteerder bij DHL. “Soms werkte ik ’s avonds tot laat bij DHL en moest ik de volgende ochtend alweer vroeg bij Avivet zijn. Het was dus hard werken, maar dit vond ik niet erg.” Samer wilde graag geld verdienen om zijn familie in Syrië geld te kunnen sturen. Na DHL en Avivet werkte Samer nog een tijdje op een kippenboerderij in Zeewolde en later nog in een hotel/restaurant in Utrecht als afwasser. “Ik werkte overal super hard. Ik werkte me letterlijk in het zweet.” Maar helaas kreeg Samer, vooral door de taal, vaak problemen met werkgevers De taal bleef een obstakel waar hij tegenaan liep.

Na veel gewissel van banen en gedoe met werkgevers gaat het nu goed met Samer. “Ik heb een eigen schoonmaakbedrijf opgericht en verdien hiermee genoeg geld om ook mijn familie te kunnen steunen.” Samer is dus een stukje omhoog geklommen op de ladder tot waar hij nu staat. “Maar schoonmaken is natuurlijk niet mijn passie, dit is nog altijd het worden van dierenarts. Maar voor nu is het goed.” Samer zijn hart ligt nog altijd in Syrië. “Mensen vragen mij wel eens of ik in Nederland wil blijven. Ik begrijp niets van die vraag! Het leven hier is goed en de mensen zijn aardig. Maar als het zou kunnen zou ik zeker teruggaan naar Syrië en daar dierenarts worden. Maar dat kan nu echt niet. Het is er veel te gevaarlijk en als ik nu terugga ben ik waarschijnlijk snel dood. Maar mijn familie is in Syrië, ik ben daar geboren en ik wil daar uiteindelijk ook sterven.”