Reflectie

Hieronder lees je mijn kijk op hoe ik graag in de journalistiek wil werken.

Reflectie

Het is begin februari als The Final Countdown van Europe om 8.30 door de speakers schetterde. Het afstuderen is begonnen. Al snel maak ik kennis met mijn “BNR-redactie”. Op Luuk na ken ik nog helemaal niemand. Ik ben benieuwd wat de komende tien weken mij gaan brengen.

Al snel leer ik het groepje kennen. Ook ontmoetten we de opdrachtgever BNR snel. De start is moeizaam. BNR lijkt erg terughoudend te zijn. Gelukkig deert dat ons niet en gaan we er met volle enthousiasme in. Dat resulteert erin dat BNR onze kwaliteiten gaat zien en luistert naar onze ideeën. Terugblikkend ben ik tevreden met wat wij in tien weken tijd neergezet hebben. We droegen onderwerpen aan die gebruikt zijn. We ontwikkelden een strategie waarmee BNR hopelijk meer luisteraars naar de podcast trekt en we schreven een draaiboek voor de Big Five-uitzendingen.

Al met al vloog dit blok voorbij. Het bevestigde voor mij dat het werken in een redactie is wat ik wil. Het haalt veel in mij naar boven. Doordat ik samenwerk met mensen raak ik zelf ook gemotiveerd. Bovendien deel je lief en leed met elkaar in een korte tijd. Je voelt je verbonden met elkaar. Voor mij werkt dat heel fijn.

Daarnaast ontdekte ik nog iets. Als ik klaar ben wil ik niet bij BNR werken. Dat klinkt stellig en dat is het ook. Ondanks dat ik hen dankbaar ben voor de gekregen kans, is het niet mijn organisatie. Dan praat ik niet over de mensen, maar over de onderwerpen en invalshoeken. Ik besteed graag aandacht aan sport. Ook BNR doet dit. Tot zover niets aan de hand zou je zeggen. Toch brengen zij sport op een hele andere manier dan ik zou willen later.

Het radiostation maakt vooral content over de randzaken van sport. Als voorbeeld geef ik het dossier waar ik aan gewerkt heb. Samen met het groepje hield ik mij bezig met de Formule 1 in Zandvoort. Niet over de sport zelf maar al het andere. Zo had ik contact met lokale ondernemers over bedachte initiatieven tijdens de race. Ook dook ik in de retail- en horecavisie van de gemeente Zandvoort. Ik vond dit leerzaam om te doen, maar ik zie mijzelf meer bezig zijn met het sportgedeelte.

Naast school ben ik daar al mee bezig bij het Brabants Dagblad. Ieder weekend sta ik als sportverslaggever langs de lijn. Daar word ik gelukkig van. Onder de mensen zijn en samen kijken naar een wedstrijd. Of een trainer interviewen als er een bijzondere gebeurtenis binnen de selectie heeft plaatsgevonden. Dat is wat ik wil worden.

Het tweede blok viel mij zwaarder dan het eerste. Aanvankelijk had ik al helemaal in gedachte wat voor productie ik wilde maken. Een podcastserie over het EK Voetbal 2020 in Amsterdam. In die serie wilde ik in gesprek gaan met de hoofdrolspelers rondom die organisatie. Maar helaas kwam corona en werd het Europees Kampioenschap uitgesteld met een jaar. Niks aan te doen.

Omdat we ook niet naar school mochten, voelde ik me soms wat eenzaam. Normaal gesproken werk je met je klasgenoten om je heen. Nu ging dat voornamelijk via Teams. Ik miste het persoonlijke contact en het ‘even snel overleggen’. Het is voor mij de bevestiging dat ik thuis op een redactie hoor waar een werksfeer hangt. Vanuit huis kan ik mij moeilijker motiveren. Bovendien is het niet bevorderlijk om alleen te zijn als je even niet zo goed weet welke kant je op moet gaan met de producties. In de normale situatie maak je even een praatje met je klasgenoot of overlegt met de docent. Dat ging nu minder.

Maar ik ben enorm trots op wat ik in deze vier jaar op de School voor Journalistiek heb mogen en kunnen doen. Van een hyperlocal in Stichtse Vecht tot een stage bij PSV. Als ik zie hoe erg ik gegroeid ben in die vier gaar. Dat is ongelofelijk. Ik ben zoveel beter in staat te zien hoe een opbouw van een tekst in elkaar steekt, of hoe je een goede radioreportage maakt. De jaren waren onvergetelijk. Nu is het tijd om de speeltuin achter me te laten en verder op ontdekkingsreis te gaan in de wereld van de journalistiek.