Daling geboortecijfers

In de periode van 1988 tot 2000 zijn de geboortes in Nederland gestegen. Maar na 2000 zijn de geboortecijfers gaan dalen. In 2019 zijn de aantal geboortes zelf nog lager dan dat ze in 1988 waren. In 1988 waren er ruim 186.000 baby’s geboren. In het jaar 2000 waren dit er meer dan 200.000 en in 2019 waren dit er nog maar 160.000 baby’s. In de periode van 1988 tot 2019 is dit een daling van ruim 10% en in de periode van 2000 tot 2019 zelf een daling van 20%.

Studie en flexwerken

Uit een onderzoek van het CBS is de verklaring voor de minder geboortes te lezen. Daar wordt beschreven dat een reden voor de dalende aantal geboortes medeverantwoordelijk is doordat de vrouwen langer gaan studeren en steeds meer aan het flexwerken gaan. Het aantal twintigers dat een universitaire- of hbo-studie doet is erg gestegen. Het is dan logisch dat zij dan minder vaak klaar zijn voor een baby dan de vrouwen die al wel een opleiding hebben afgerond.

Het CBS zet zelf wel een kanttekening bij. Het effect van het flexwerken en het studeren is ‘vrij klein’. Het uitstellen van een eerste kind, zorgt voor een groter effect, wat voornamelijk bij vrouwen van 33 jaar te zien is.

Locatie ziekenhuizen

De meeste baby’s worden ook geboren in de provincies waar de meeste mensen wonen, en dus ook waar de meeste ziekenhuizen staan. De dunbevolktste provincies met minder ziekenhuizen hebben een lager geboorte aantal dan de dichtbevolktere provincies.

De dalende geboorte aantallen in Nederland is dus deels te verklaren doordat vrouwen langer studeren en meer zijn gaan flexwerken. Hoewel dat niet de grootste reden is, is dat wel een trend die de afgelopen jaren goed te zien is. Daarnaast zorgt het uitstellen van een eerste kind ook voor een lagere aantal baby’s in Nederland.

Bron:

https://www.cbs.nl/nl-nl/longread/statistische-trends/2020/minder-geboorten-door-studie-en-flexwerk-