Achtergrondverhaal: Jong, dom en slachtoffer van cybercrime

Het begrip cybercrime is sinds het begin van deze eeuw in zijn opmars, oftewel een andere vorm misdaad is geboren. In de afgelopen maanden is, dankzij de coronacrisis, het aantal cybercrime misdaden toegenomen. Al snel denk je aan ouderen die gehacked worden op hun computer, maar niet aan jongeren die hier het slachtoffer van zijn. Wat voor gevolgen heeft een digitale aanval op een jong mensen leven?

De benadeelde bij dit cybercrime delict kunnen zowel overheden als bedrijven zijn, maar dus ook de normale burger is slachtoffer van internetcriminaliteit. Twee jaar geleden overkwam het Daan (22): “Op Instagram heb ik een bedrijf benaderd genaamd Snel Verdienen. Ik zat op dat moment krap bij kas en wilde wat extra geld verdienen. Ze vroegen of ik kon investeren in een gokspel en beloofde mij dat ik 2500 euro zou krijgen. Het enige wat ik moest doen was één cent overmaken en mijn persoonsgegevens opsturen.” Een paar maanden later kwam hij erachter dat er een rekening op zijn naam geopend was en hij drieduizend in het rood stond. “Ik schrok daarvan, dat zelfs mij zoiets kan overkomen”

In 2018 waren er in totaal 1,2 miljoen Nederlanders slachtoffers van cybercrime, blijkt uit een onderzoek van het CBS. De leeftijdsgroep tussen 18 en 25 jaar werd, met 12,7 procent, het meeste getroffen. Ze werden op de hielen gevolgd door de jongeren met de leeftijd van 12 tot 18.  In de groep 65-plussers was minder dan vier procent slachtoffer van een cybercrime delict. Kortom het stereotype-beeld van oude mensen die benadeeld worden door internetoplichters is onjuist. Het is de jongere generatie die via deze manier bestolen wordt.

Hoe komt het dan dat wij denken dat vooral oude mensen slachtoffer worden?‘Niet iedereen meldt zich bij de politie als ze zijn getroffen door een cybercrimecrimineel, hierdoor ontstaat een scheef en vertekend beeld van de werkelijkheid’ vult Mila Cassée, adviseur Fraude bij CCV (centrum van criminaliteitspreventie en veiligheid), aan.

De jongeren van twaalf tot veertien die voor het eerst actief zijn op sociaalmedia, bijvoorbeeld Instagram, WhatsApp en Snapchat, zijn gevoeliger voor nep-berichten vergeleken met jongeren die al langer gebruik maken van sociale media.  ‘Ze kunnen op deze leeftijd nog niet goed inschatten wat de intenties  achter sommige berichten zijn’, redeneert cybercrime onderzoeker Remy Koens. ‘Ik denk dat deze groep, dus de meeste cybercrime slachtoffers heeft’, gaat hij verder. Het gaat hier echter om een specifieke vorm van internetcriminaliteit. Omdat bij deze groep financieel nog niet zoveel te halen valt, zijn gegevens veel interessanter voor hackers. ‘Bijvoorbeeld hun PlayStationaccount of sociaalmedia-accounts, daar staat heel veel geld op’, vertelt Koens verder. Bij meisjes staat op hun Instagram vaak (in de ogen van een internetoplichter) chantage materiaal, zoals schaars geklede foto’s. Het digitale bezit in waarde is bij meisjes over het algemeen minder dan bij jongens. Voor de cybercrimineel is het bij deze groep interessanter om te verzinnen op wat voor manier hij dus geld uit, bijvoorbeeld een Instagram foto kan halen.

Bij minderjarige tieners is het niet vanzelfsprekend dat je hulp vraagt aan een volwassenen, als je een probleem hebt. Het gevolg hiervan is dat de jongeren het zelf gaan proberen op te lossen, waardoor ze meestal meer in de moeilijkheden komen.

De jongeren van vijftien tot vierentwintig worden ook regelmatig gehacked, net zoals de tieners van twaalf tot veertien. Echter trappen de adolescenten geregeld ook in de truc koop-en verkoopfraude, meldt cybercrime in beeld.

Het probleem bij jongeren is dat ze zowel slachtoffer, als dader kunnen zijn. Bij testen die wij onder jongeren uitvoeren wordt duidelijk dat alles in hun leven zowel offline als online gebeurt, vertelt Mila Cassée van CCV (centrum van criminelenpreventie en veiligheid). ‘Online zijn, je leven online lijden, is de normaalste zaak van de wereld geworden.’ Uit een onderzoek in 2018 bleek dat jonge daders van een digitaal delict, deze vorm van criminaliteit als minder schadelijk ervaren voor het slachtoffer dan een offline inbreuk. Kortom ze hebben niet door wat voor leed ze bij een cybercrime aanval de benadeelde aan doen.

Kinderporno is ook een vorm van cybercrime. Hierbij denken mensen vaak aan een man van middelbare leeftijd die achter zijn computer contact zoekt met jonge meisjes. Niets is minder waar. Het soort digitale delicten waar de jongeren zichzelf het meeste schuldig aan maken is, het doorsturen van naaktfoto’s, vertelt cybercrime onderzoeker Koens.  ‘Hierbij maken ze twee overtredingen volgens de Nederlandse wet, namelijk: het in bezit hebben van kinderporno en het verspreiden van iemands anders bezit zonder toestemming’.

Maar hoe voorkom je eigenlijk een cybercrime aanval? Het is belangrijk om updates, zodra deze beschikbaar zijn, te installeren.  Een back-up maken van waardevolle bestanden heeft, volgens de politie, ook nut om een internetcrimineel te slim af te zijn. En voor jongeren? Zij krijgen tegenwoordig les op school over wat cybercrime precies is en leren niet zomaar gegevens aan iemand te geven, zonder dat zij weten wie dat is.  Ook leert deze groep hoe hackers te werk gaan, oftewel zij weten in de toekomst als de beste hoe je aan iemands privé gegevens komt.