Interview: Seksueel misbruikte Wouter Springer: “Als kind dacht ik dat ik slecht was en dit verdiende om te krijgen”

Tot je zesde levensjaar seksueel misbruikt worden door je eigen vader en de rest van je verdere jeugd fysiek en geestelijk mishandeld worden. Nachtmerries die je blijven achtervolgen tot ze je uiteindelijk aan het denken zetten. Dit overkwam kunstenaar Wouter Springer (34). Op zijn 28ste is hij gaan praten over hoe heftig zijn jeugd is geweest en zijn ervaring met seksueel misbruik. Hij schreef er een boek over, genaamd ‘Jij bent van mij’. Midden in de open ruimte van het World Trade Centrum Amsterdam doet hij zijn verhaal.

Jeugd

“Ik zou mijn jeugd niet in één woord kunnen omschrijven, omdat ik ook mooie momenten heb gehad naast de afgrijselijke dingen die mij zijn aangedaan. Bijvoorbeeld toen mijn opa en oma besloten te emigreren naar Frankrijk, dat was een geweldig moment. Mijn opa zei daar namelijk bij: ‘We gaan opzoek naar een huis met een grote tuin, zodat de jongens een boomhut kunnen bouwen.’ Het verbaasde mij dat ze rekening hielden met ons, dat gebeurde thuis niet.”

Jeugd foto Springer

Springer werd na zijn zesde levensjaar niet meer seksueel misbruikt. Wel werd hij met regelmaat nog fysiek en psychisch mishandeld, verder werd hij door zijn vader ingezet als goedkope werkkracht voor zijn bedrijf.

Uit een onderzoek over de oorzaken van geweld bij kinderen, concludeert de Vrije Universiteit van Amsterdam dat mannen vaker de aanrichter van seksueel misbruik bij kinderen zijn. Moeders falen vaker in het beschermen van hun nakomelingen en werken passief dan wel actief mee aan het misbruik van hun kind, dit was ook het geval bij Springer.  “De grootste fout die mijn moeder heeft gemaakt, is dat zij het nagelaten heeft om voor mij een moeder te zijn”, zegt hij met een betreurde blik in zijn blauwe ogen.

Foto van de jonge Springer geschminkt

Het blijft even stil.  “Als kind dacht ik dat ik slecht was en dit verdiende om te krijgen. Terwijl tegelijkertijd het besef er was dat het ergens niet klopte. Ik dacht dan blijf van mijn lijf. Op een gegeven moment had ik ook schuldgevoel ten opzichte van mezelf, had ik maar harder moeten terugslaan. Raar genoeg voelde het vroeger alsof ik iets aan de mishandelingen had kunnen doen.”

“Op mijn twaalfde is uiteindelijk de fysieke mishandeling ook gestopt. Ik werd op een gegeven moment te sterk en sloeg terug, wat mijn vader natuurlijk niet tof vond. De geestelijke mishandeling ging wel door en werd steeds verfijnder. Toen ik was afgestudeerd aan de opleiding Journalistiek en geen werk kon vinden, zei mijn vader bijvoorbeeld: ‘Zo zie je maar, hoe kansloos zo’n opleiding is.’ Met dat soort opmerkingen voelde het alsof hij een kaasschaaf in mijn identiteit zette en net zolang doorging met raspen tot er niets meer van mij over was.”

 Zorgverlening

“Mijn vader was een succesvol zakenman, het geld klotste tegen de plinten. Ik had vroeger het gevoel dat hij overal zijn connecties en vriendjes had. Ik durfde daardoor nooit mijn verhaal eerlijk te doen bij een zorgverlener. Ik voelde mij gevangen in een web, waar ik geen uitweg in wist.”

Springer beweegt zijn koffiebeker onrustig heen en weer.

“Niemand heeft ooit ingegrepen of opgemerkt dat ik thuis seksueel misbruikt en mishandeld werd. Ik kan dat niet begrijpen, er waren te veel tekenen aan de wand. Ik kan mij bijvoorbeeld nog goed herinneren dat ik voor de zoveelste keer in het ziekenhuis werd binnengebracht, deze keer voor drankmisbruik, dat één van de verpleegsters zei: “Ah, daar hebben we meneer Springer weer”. Ook toen zijn er nooit kritische vragen gesteld. Een ander voorbeeld van een verdachte situatie is dat ik op mijn tiende met een ontstoken heup in het ziekenhuis terecht ben gekomen. Dat kwam omdat ik zoveel door mijn vader geschopt, geslagen en door de kamer gegooid werd. Er was niemand die zich afvroeg waar de ontstoken heup vandaan kwam.”

“Als een kind structureel en meerdere malen wordt binnengebracht in het ziekenhuis en uit een arbeidsgezin komt waar allebei de ouders een bijstandsuitkering hebben, wordt er gelijk ingegrepen. Terwijl als een kind uit een welvarend gezin komt, worden er geen vragen gesteld. Dat is toch raar? Ik vind de zorg belabberd.”

Een lange tijd is in de zorg en de wetenschappelijke literatuur te weinig aandacht besteed aan jongens die slachtoffer zijn geweest van seksueel misbruik. Een gevolg hiervan kan zijn dat jongens en mannen daardoor minder snel over hun negatieve seksuele ervaringen praten dan vrouwen, verklaart het tijdschrift voor seksuologie. Springer herkent het:

“Ik ben op mijn 28ste gaan praten over mijn ervaring met seksueel misbruik. In de zomer van 2014. Toen een vriendin bij mij is komen wonen en merkte dat het helemaal niet goed met mij ging. Erover praten heeft mij geholpen. Ik heb mijn eigen pad gekozen om het trauma te verwerken.”

Springer draagt voor uit eigen boek ‘Jij bent van mij’.

Erover praten is iets wat voor veel mannen niet vanzelfsprekend is. Het stigmatiseren van de man in de maatschappij zorgt ervoor dat veel mannen het idee hebben dat zij niet zwak mogen zijn. Kortom, het man-zijn belemmert jongens en mannen om in het openbaar hun verhaal te vertellen, verklaart magazine PsyXpert

“Ik denk dat als een man toegeeft dat hij vroeger seksueel misbruikt is, dat hij dan bang is dat het zijn mannelijkheid aantast en het iets zegt over zijn identiteit, maar dat is niet zo.”Reageert Springer erop. “Als de maatschappij niet accepteert dat ook de man zijn eigen pad kiest om seksueel misbruik te verwerken, dan ontneem je iemand het hele verwerkingsproces.”