Het is de laatste vrijdag voor de kerstvakantie, iets voor halfeen ’s middags en docent Bart Alberink stapt binnen met een grote bak vol tijdschriften. De geur van vers gedrukt papier vermengt zich met die van mandarijnen —Alberink heeft een netje meegenomen en gooit ze met grote vaart naar de studenten, die schor en brak napraten over het LEF-feest van de nacht ervoor. Anderen slaan hun tijdschrift open en kijken naar hun eigen artikelen.

Het geluid van ritselende tijdschriften en opmerkingen vult het lokaal. Vincent van Leeuwen constateert mopperend dat zijn achternaam verkeerd is geschreven, terwijl een andere student teleurgesteld opmerkt dat elke ‘ik vind’ in het blad verkeerd is gespeld.

Wat de vak, man

Het tijdschrift, met passende naam, draait helemaal om werk. Van tips voor arbeidsconflicten en bijzondere bijbanen tot een quiz over wat voor soort collega je bent. Een van de pronkstukken is een diepte-interview met Ole Kroes, die ooit als acteur de hoofdrol speelde in Dolfje Weerwolfje en nu werkt als bestboy (lichtman). Het is al snel duidelijk: dit is geen simpel project, maar een tijdschrift met ambitie. Toch moesten velen in het begin nog wennen aan het onderwerp. ‘Om eerlijk te zijn dachten we dat ons onderwerp heel saai zou zijn, maar uiteindelijk bleek het echt heel leuk om te maken,’ vertelt student Elske Looijen. Het blad opent dan ook met een passende paragraaf: ‘Waarom zou je in vredesnaam een tijdschrift over werk lezen? Stel, je staat aan het begin van je loopbaan en je hebt geen idee welke studie je moet kiezen of wat voor werk je wil doen. Daarvoor is ‘Wat de vak, man’.

De sfeer in het klaslokaal wordt alleen maar beter als Bart een kerstmuts opzet en ‘Feliz Navidad’ door de speakers klinkt. Om de overwinning te vieren heeft Alberink ‘de grote D10 kerstquiz’ voorbereid. Student-assistent Merle Anema komt net op tijd binnen en mag de punten bij gaan houden.

Trots vanaf het digibord

Nadat team 3 de kerstquiz nipt wint van team ‘maak me gek’ en team ‘Diederik Gommers’, lijkt Alberink de les te willen afsluiten, maar komen ze toch nog even terug op het tijdschrift. ‘We zouden Neeltje toch nog inbellen?’, merkt een student op. ‘Oh ja!’, schrikt Alberink. Dus gaat zijn laptop open en verschijnt al snel Neeltje Huirne, de begeleider van de tijdschriftweek van D10, op het digibord.

Tussen verhuisdozen, luchtbedden en stepjes vertelt ze hoe trots ze is op D10. Naast haar verschijnt een klein blond meisje dat nieuwsgierig meekijkt. ‘Kijk eens,’ zegt Huirne tegen haar dochter, wijzend naar het scherm: ‘dit is de klas met het beste tijdschrift!’

‘Niet om te slijmen, maar het was gewoon allemaal inhoudelijk heel sterk,’ gaat Neeltje trots verder tegen haar klas. ‘De tijdschriftweek kan soms best lastig zijn, maar bij jullie was het echt gewoon ‘hatsie flatsie klassie’. Jullie kozen interessante beroepen en de samenwerking ging heel goed. Ik zeg dit niet altijd, maar ik had eigenlijk al zo’n voorgevoel dat jullie zouden winnen.’

(Bijna) alles ging soepel

De trots is ook zichtbaar bij Friso Brommer, een van de twee student-hoofdredacteuren van het tijdschrift. ‘Bij andere klassen hoorde je dat het soms stroef ging, maar bij ons ging eigenlijk alles soepel,’ vertelt hij. ‘Of nou ja, niet alles: er was nog wat gedoe met de marges van het tijdschrift. Op het laatste moment dreigde dat mis te gaan, waardoor we bijna geen fysiek tijdschrift hadden. Maar gelukkig is het allemaal goedgekomen.’

Het moment wordt afgesloten met luid applaus en een gezamenlijk fotomoment met de tijdschriften. De mandarijnen zijn inmiddels opgegeten en de laatste quizvragen worden nog nabesproken. Het is duidelijk: D10 heeft niet alleen gewonnen vanwege de sterke inhoud van het tijdschrift, maar ook door de fijne samenwerking en sfeer in de groep. Terwijl de klas het lokaal uitloopt, klinkt ‘All I Want for Christmas Is You’ nog na uit de speakers van Alberink: de perfecte afsluiting van een geslaagde ochtend en het tijdschriftenproject. ‘Fijne kerst nog he!’, roept Alberink de laatste paar studenten na, die snel naar de tram lopen om te beginnen aan hun welverdiende vakantie.