Het leven en de dood

Tonio, A.F.Th van der Heijden 

Uitgeverij Querido, 2011

Tonio: 633 pagina’s over het leven en de dood van de zoon van A.F.Th. van der Heijden. In de vroege ochtend van Eerste Pinksterdag gaat de deurbel bij Van der Heijden en zijn vrouw Mirjam. De politie staat voor de deur, en vertelt dat hun zoon Tonio als gevolg van een verkeersongeluk is afgevoerd naar het ziekenhuis en zich ‘in kritieke toestand’ bevindt. Tijdens de rit naar het ziekenhuis houden Van der Heijden en zijn vrouw constant de woorden ‘in kritieke toestand’ tegen het licht: ‘Kritiek betekende niet: dood. Zelfs niet: zo goed als dood. Kritiek wilde zeggen: leven, zolang het tegendeel niet aangetoond was’. Nog geen paar uur later overlijdt de 21-jarige Tonio in het ziekenhuis in het bijzijn van zijn ouders.

Tonio overleed in 2010, en een jaar later lag het boek klaar om uitgegeven te worden. Het moet een verschrikking zijn geweest voor Van der Heijden om tijdens het schrijven van deze requiemroman alle herinneringen aan zijn pas overleden zoon terug te halen. De lezer zit in de rol van een voyeur die meer te zien krijgt dan hem lief is. Dankzij de geweldige en krachtige manier van schrijven is de rouw en ellende indringend en voelbaar.

Om enige structuur aan het verhaal te geven, maakt de auteur een reconstructie van de laatste levensdagen van zijn zoon: Waar is hij geweest? Wie heeft hem voor het laatst gezien? En wat deed hij nou precies op dát kruispunt rond dát tijdstip? Deze zoektocht is verweven met herinneringen aan vroeger. Meer dan de helft van het boek bestaat uit herinneringen: elke geur, elke kleur, elk moment, elk gevoel en elke situatie. Om zoveel mogelijk aan Tonio vast te kunnen blijven houden.

De ouders gaan ook op zoek naar Jenny, het mysterieuze meisje dat misschien wel Tonio’s laatste liefde was. Ondanks het bijzondere literaire werk dat Van der Heijden van zijn tragedie heeft gemaakt, worstelt de auteur met het uitdrukken van zijn zwarte gevoel in woorden. Meermaals verbindt hij ‘de zin van het leven’ aan ‘het waarom van de dood’. Hierbij stelt hij existentiële vragen als: Welke zin heeft het leven als het eindig is? Waarom is Tonio dood? En welke zin heeft het leven nog als Tonio er niet meer is?

Alle herinneringen, gesprekken, zoektochten en 633 bladzijdes gewijd aan Tonio ten spijt; het verdriet over het verlies van Tonio is niet te bevatten. De leegte en ontgoocheling waar Van der Heijden en zijn vrouw mee achterblijven laat zich amper in woorden vatten.

Als Tonio’s ouders de plek van het ongeluk bezoeken, accepteren zij de dood van hun zoon voor het eerst:

‘Vandaag, bijna twee maanden na Eerste Pinksterdag, is tot me doorgedrongen dat Tonio dood is. Eerder waren er alleen vermoedens, gevolgd door ontkenningen. Aanwijzingen, die voor de waarheid wilden doorgaan. Het ongeloof heerste. Nu is alles anders geworden.’

Dit einde van hun zoektocht vind ik goed aansluiten bij laatste fase van rouw: aanvaarding.

Beauty with a good heart

Een Instagram-post zorgt ervoor dat Fenna een indrukwekkende tijd tegemoet zal gaan. “Vrijwilligers gezocht voor hulp aan vluchtelingen! April 2021.” Bij het lezen van deze woorden voelt Fenna aan alles dat ze dit moet doen. Voordat ze het weet, zit ze in het vliegtuig naar Griekenland.

Na de standaard lange wachttijd voor het vertrek en de nodige coronatesten, komt Fenna na een vliegreis van vier uur aan in Athene. De blondine gaat bij aankomst gelijk in quarantaine, om te voorkomen dat zij niet tóch het coronavirus verspreidt in het vluchtelingenkamp waar zij een week later kan beginnen als vrijwilliger.

Na zeven dagen in een Airbnb in Athene en een negatieve coronatest, gaat Fenna eindelijk naar de plek waar zij een maand zal verblijven.In het dorpje Dilesi staat het vrijwilligershuis dat wel iets wegheeft van een studentenhuis; nét iets te krakkemikkig om goed te kunnen wonen. Daar ontmoet Fenna haar mede-vrijwilligers: twee Engelsen, één Fransman en één Duits meisje. Met hen zal ze de komende vier weken in de keuken staan om eten te maken voor iedereen in het vluchtelingenkamp.

 

Onuitwisbare indruk

De smalle bergpaden in Dilesi, de straathonden, de lokale supermarkten en kleine stenen kerkjes langs elke weg bepalen de idyllische sfeer die er in het dorp hangt. Deze bijna romantische sfeer staat haaks op wat er twintig kilometer verderop in Malakasa gebeurt. Als Fenna voor het eerst voet zet in het kamp, weet ze niet waar ze moet kijken: in het door hoge hekken en met prikkeldraad omheinde kamp ziet ze honderden mannen, vrouwen en kinderen die daar bezig zijn met – voor hen – alledaagse dingen. Fenna’s eerste blik op het vluchtelingenkamp laat dan ook een onuitwisbare indruk achter. De rotsachtige oppervlakte staat vol met wooncontainers en tenten waar de vluchtelingen in leven. De geur van droge, kiezelige grond wisselt af met die van rozenbloesem en dennenbomen, en de geur van gewassen kleding die aan lijnen door heel het kamp hangt.

Wie aan een vluchtelingenkamp denkt, ziet mensen voor zich die onder erbarmelijke omstandigheden wanhopig wachten op hulp: vieze kleding, kapotte tenten, altijd honger en huilende mensen. Toch klopt dat beeld maar ten dele. Ondanks de schrijnende realiteit, ervaart Fenna haar tijd in het vluchtelingenkamp verrassend positief. De verhalen op het internet deden Fenna voorbereiden op het ergste. Maar het tegendeel blijkt waar: iedereen is zó lief voor elkaar. Ze beseft dan ook dat wij daar in Nederland een voorbeeld aan zouden moeten nemen.

 

Saamhorigheid

Als Fenna haar moeder belt om haar ervaringen te delen, merkt ze dat het ‘binnen’ komt. Maar wat raakt haar nou precies? Misschien dat ondanks de trieste omstandigheden waarom mensen in een kamp leven, er toch een gevoel van harmonie en veiligheid overheerst. Ze voelt de onderlinge harmonie, rust en liefde in het vluchtelingenkamp. Ze ziet het schooltje dat eigenhandig door vluchtelingen is gebouwd en waar kinderen Engels en tekenles krijgen. Ze denkt aan de talloze rondrennende en spelende kinderen die net gearriveerde vrijwilligers bespringen. Het naleven van de 1,5 meter maatregel blijft de hele maand moeilijk, op die manier. De bewoners, voor een groot deel afkomstig uit Afghanistan en Iran, hebben zelfs een heuse moskee gebouwd. Als Fenna in het kamp is valt dit samen met ramadan, dus die moskee is dan dé plek waar bewoners van het kamp samenkomen.

Fenna is natuurlijk niet naar Griekenland gekomen om de toerist uit te hangen. Er wordt hard gewerkt. De vrijwilligers werken namens de organisatie foodKIND: een organisatie die zoveel mogelijk verse maaltijden klaarmaakt voor vluchtelingen in verschillende kampen over de hele wereld. In de ochtend begint Fenna met het snijden van oneindig veel groente, terwijl een andere vrijwilliger alvast begint met koken.

Het uitdelen van het eten is logistiek een hele operatie. Maar ook dat gaat er opvallend gemoedelijk aan toe. Mensen staan netjes in een rij te wachten bij het uitgiftepunt. Hoewel … één jongetje krijgt het elke dag weer voor elkaar zich door de menigte naar voren te werken, om vervolgens aan Fenna’s gele shirt te trekken. Zonder iets te zeggen kijkt het jochie met zijn grote, glinsterende bruine ogen omhoog en houdt hij zijn lege bordje op. Daar kan je natuurlijk geen nee tegen zeggen.

 

Er het beste van maken

Naast het koken, verzorgen de vrijwilligers ook voedselpakketten met fruit, groente en aardappelen voor de bewoners van het kamp. Zwangere vrouwen en jonge moeders krijgen speciale pakketten, met meer vitamines en eiwitrijke voedingsmiddelen zoals extra fruit, noten en melk. Al het eten en drinken halen de vrijwilligers eens in de week bij een lokale winkel van een oud Grieks stel. De inhoud van de pakketten is afhankelijk van wat zij op voorraad hebben.

Het zien van deze beperkte mogelijkheden, waar de mensen het maar mee moeten doen, heeft Fenna aan het denken gezet. Hoe bizar is het eigenlijk, dat wij in Nederland op ons gemak door de Albert Heijn lopen en geïrriteerd raken als ons favoriete broodbeleg is uitverkocht? Terwijl de mensen in het kamp geen keuze hebben en er nóg het beste van weten te maken.

Mooie herinneringen zijn er zeker gemaakt. Tijdens de ramadan brengen de vrijwilligers persoonlijk een zakje dadels naar iedereen in het kamp. Dadels zijn een echte delicatesse. Fenna vindt dit het allerleukste om te doen, omdat je dan ziet hoe blij iedereen kan zijn. Bij het openen van de deur en het zien van de dadels wordt er volop gejuicht en gedanst.

Nadat iedereen uit het kamp heeft gegeten en alle voedselpakketten zijn rondgebracht, zit de dag er rond 9 uur ‘s avonds op. Na twaalf uur vrijwel onafgebroken buffelen in de keuken, zijn de vrijwilligers behoorlijk uitgeteld. Met een pendelbusje worden ze teruggebracht naar hun vrijwilligershuis in Dilesi. Meestal sluiten ze de dag af met een wandeling door het dorp.

Na een maand verruilt Fenna het kamp weer voor haar comfortabele huis in Nederland, met op elke straathoek een supermarkt waar je kunt kopen wat je maar wil. De herinneringen aan ‘haar’ vluchtelingen zullen altijd blijven. En misschien wel in het bijzonder de herinnering aan dat ondeugende jongetje, die nu waarschijnlijk bij andere vrijwilligers met zijn lege bordje en grote vragende ogen staat te wachten.

Te lezen in de herfst/winter editie van Vol Magazine 

Lipoedeem: vet onderschat

Volgens de huisarts was Nella Geugjes (52) gewoon te zwaar. Maar na oneindig veel verschillende diëten, sportsessies en uiteindelijk zelfs een maagband gingen er wel kilo’s van haar bovenlijf af, maar bij haar benen veranderde er weinig. Hierdoor werd de verhouding tussen haar boven- en onderlichaam nog groter; haar boven- en onderlichaam verschillen namelijk wel drie maten. Broeken zitten aan de onderkant vaak veel te strak, terwijl de broek bij de taille dan weer veel te los zit.

Huid- en oedeemtherapeut Amanda van Niel (30) ziet in de praktijk regelmatig mensen voorbijkomen met deze verschijnselen. Vaak wordt het gekenmerkt als overgewicht, en zou je volgens de huisarts dus ‘gewoon’ op dieet moeten. Maar juist tijdens het afvallen wordt de aandoening duidelijk: de taille wordt dunner, terwijl er bij de ledematen niks verandert. De huisarts herkent dit niet en stelt dus een verkeerde diagnose.

 

Maanlandschap

Nella strijdt al haar hele leven tegen de kilo’s, maar niks lijkt te helpen om slankere benen te krijgen. Eigenlijk begon het veertig jaar geleden al, toen Nella’s benen in haar puberteit buitenproportioneel groter werden dan haar bovenlichaam. Het was een voettherapeut die haar erop wees dat ze weleens lipoedeem zou kunnen hebben. Haar slanke taille in combinatie met haar zware benen die de structuur hebben van een – hoe zij het zelf noemt – maanlandschap, zijn erg typerend voor de aandoening. Nella had er nog nooit van gehoord, en besloot na Google te hebben afgestruind een afspraak te maken bij een ziekenhuis in Drachten dat gespecialiseerd is in lipoedeem. De wachttijden waren fors, maar na vijf maanden kon ze er eindelijk terecht. Met een apparaat hebben ze de omtrek en structuur van Nella’s benen gemeten. Toen inderdaad (inmiddels is dit vijf jaar geleden) de diagnose ‘lipoedeem’ werd vastgesteld, viel er een hele last van haar af.

 

Herkenning en erkenning

Huid- en oedeemtherapeut Amanda behandelt veel lipoedeem-patiënten, en vertelt dat het een aandoening is die tot nu toe vaak slecht herkend wordt. De vrouwen die zij in de praktijk ziet, horen bij haar pas voor het eerst dat ze kenmerken hebben van lipoedeem, terwijl het in de meeste gevallen al vanaf de puberteit speelt.

 

 

Wat is lipoedeem?

Lipoedeem, dat ook wel bekend staat als pijnlijk vetsyndroom, is een chronische aandoening van het vetweefsel dat vrijwel alleen bij vrouwen voorkomt. Het vet verdeelt zich ongelijk over het lichaam en stapelt zich in grote hoeveelheden op bij de benen, dijen en/of armen. Het gezicht en de romp blijven buiten schot, en bij de polsen en enkels ontstaat een opvallend scherpe begrenzing van het vet, omdat de handen en voeten onaangedaan zijn.

 

Lipoedeem kent drie fases. In de eerste fase kan je al voelen en zien dat het een grover soort vet is dan normaal, maar het is in de eerste fase vrijwel niet te onderscheiden van ‘gewoon’ vet. Vetcellen zijn bij lipoedeem groter en hebben meerdere kernen. In een verder stadium voelt de structuur van de armen en/of benen onregelmatig aan. Er ontstaat dan een gevoelige sinaasappelhuid waar snel blauwe plekken op kunnen ontstaan. Wanneer er vermoedens van lipoedeem zijn, is het aanbevolen om bij een arts een officiële diagnose te laten stellen.

 

Moed zakt niet in de hardloopschoenen

Door de gevoeligheid van Nella’s benen doet het vaak ontzettend veel pijn om te bewegen. Hardlopen – wat ze vroeger veel deed – gaat moeizaam. Het ene moment gaat (hard)lopen haar makkelijk af, maar het andere moment doet het veel meer pijn en gaat bewegen moeilijk. Maar júist door veel te bewegen zwakt de pijn sneller af. Toch klinkt de bank aantrekkelijker dan hardloopschoenen als je constant pijn aan je benen hebt.

Dit is de negatieve spiraal waar je met lipoedeem snel in terechtkomt. De spieren van mensen met lipoedeem verslappen met 30%, waardoor bewegen nog moeilijker wordt. Het is lastig om uit deze negatieve spiraal te komen, maar toch probeert Nella op haar goede dagen het hardlopen rustig op te pakken. Niet alleen fysiek, maar ook mentaal is de aandoening zwaar. ‘Ga gewoon op dieet’, is een opmerking die Nella maar al te vaak te horen krijgt. Het is frustrerend om mensen op straat afkeurend te zien kijken als Nella bijvoorbeeld een patatje eet. Ze hoort de mensen denken: “Zou je dat nou wel doen?”

Met behulp van een psycholoog kan ze nu beter met haar aandoening omgaan, en heeft ze geaccepteerd dat het ‘gewoon zo is’. Bepaalde blikken en opmerkingen zullen altijd moeilijk blijven, maar over het algemeen loopt Nella met haar hoofd omhoog over straat, en laat zij de mening van anderen van zich af glijden.

 

Behandeling

Ondanks dat de aandoening chronisch is, zijn er een aantal behandelingen die bijkomende klachten kunnen verminderen. Als iemand met lipoedeem voor de eerste keer bij Amanda in de praktijk komt, wordt er een breed behandelplan opgesteld. De eerste taak is om te kijken naar zelfmanagement en het aanmeten van een compressiekous of broek. Dit helpt verergering van het lipoedeem en eventuele bijkomende lymfoedeem en vaatproblemen te voorkomen. Vanuit haar expertise draagt Amanda haar steentje bij, maar om een persoon goed te kunnen helpen, is doorverwijzen onvermijdelijk. Zo is de patiënt doorgaans ook gebaat met hulp van een fysiotherapeut, beweging/voedingscoach of podotherapeut.

Ook met andere behandelingen, zoals bijvoorbeeld een bindweefselmassage, kan het weefsel soepeler worden en kunnen pijnklachten verminderen. Dit haalt echter de vetcellen niet weg. Bij liposuctie worden vetcellen wél helemaal weggehaald, maar dit is een zware ingreep die je financieel ook niet in de koude kleren gaat zitten. Deze behandelingen worden nu namelijk nog als cosmetisch gezien, en dus niet vergoed, waardoor het voor de meeste vrouwen niet te betalen is. Verschillende verzekeraars zijn bezig om in de toekomst liposuctie en dergelijke behandelingen te kunnen vergoeden voor mensen met lipoedeem.

 

Meer aandacht

Het feit dat lipoedeem vaak niet herkend wordt geeft aan dat er meer aandacht moet worden besteed aan de aandoening. In 2016 is Amanda daarom regiocoördinator geworden in Flevoland, bij NLNet (Nederlands Netwerk voor Lymfoedeem en Lipoedeem). Zij strijdt voor meer bekendheid van de aandoening in Nederland, zodat het vaker op tijd en al in een vroeg stadium ontdekt wordt. NLNet organiseert dagen waarbij lotgenoten elkaar kunnen ontmoeten, ervaringen met elkaar kunnen delen en informatie kunnen krijgen over lymfoedeem en lipoedeem. Hopelijk krijgt de aandoening op deze manier meer bekendheid in Nederland, en wordt lipoedeem in de toekomst bij een eerste consult meteen herkend.

Te lezen in de herfst/winter editie van Vol Magazine

Amsterdam Dynamics brengt hockey naar stadsdeel Zuidoost

De hockeybond heeft met de Hockey Foundation als doel om in de komende 10 jaar dertig nieuwe hockeyclubs op te richten op plekken in Nederland. Op deze manier hopen zij tienduizend extra kinderen aan het sporten te krijgen. Amsterdam Dynamics is naast Noorderlicht en UNO de derde club die vanuit de Hockey Foundation ontstaan is.

Verborgen hockeytalent

Kinderen komen vaak voor het eerst in aanraking met hockey tijdens Urban Hockey; dit is een vorm van hockey die je overal kunt spelen, gewoon thuis, op de stoep of bijvoorbeeld op pleintjes in de buurt. Urban Hockey, ook wel ‘pleintjeshockey’ genoemd, bestaat uit wedstrijdjes van 3 tegen 3 en 5 tegen 5, Urban Skills & Tricks, Urban Challenges, Urban Battles en Urban Parcours. Op deze manier maken steeds meer kinderen op een speelse manier kennis met de sport.

Een belangrijk onderdeel waar de Hockey Foundation zich op focust, is nabijheid in de wijk. Urban hockey wordt daarom georganiseerd met de buurt, met hulp van de Hockey Foundation. De Hockey Foundation heeft als doel om de kinderen en ouders uit de buurt te ondersteunen en te begeleiden om door te groeien van buurtsportclub naar een volwaardige hockeyclub. Amsterdam Dynamics is ook ontstaan vanuit buurthockey, vertelt voorzitter Peter Hoitinga.

Amsterdam Dynamics is de eerste hockeyclub in Amsterdam Zuidoost. Dit is een van de stadsdelen in Amsterdam die laag scoort op gebied van sportparticipatie en jeugdgezondheid. Maar toch schuilt er veel verborgen hockeytalent in dit stadsdeel, en daarom moest er volgens de voorzitter een hockeyclub komen.

Het doel van de club is om jongeren die wonen in Amsterdam Zuidoost aan het sporten te krijgen. Op jonge leeftijd wordt vaak de eerste keuze voor een sport gemaakt, en deze is erg belangrijk voor de verdere ontwikkeling van het kind. ‘Sporten in groepsverband zorgt voor hechtheid en verbintenis met elkaar. Je doet alles in teamverband waardoor de sociale vaardigheden sterker worden. Dit zal bevorderend zijn voor de wijk, en voor de ontwikkeling van kinderen’ , aldus Peter Hoitinga.

Eerste competitiewedstrijd

Op het moment dat de club begin 2020 net was opgericht, hockeyde de leden vooral intern met elkaar. Er waren toen nog niet genoeg leden om complete teams mee te vormen, maar de club organiseerde veel leuke evenementen en hockeytrainingen voor de jongeren. Kinderen kunnen bij Amsterdam Dynamics een aantal keer gratis mee komen trainen om te kijken of ze het leuk vinden. Alle hockeykleding en hockeyspullen stelt te club beschikbaar voor de proeftrainingen, zodat dit geen drempel hoeft te zijn.

Inmiddels heeft de club één compleet team bestaande uit jongens en meisjes, waarmee zij onlangs voor het eerst wedstrijden hebben gespeeld tegen andere clubs. ‘ Na een jaar alleen maar met elkaar te hebben getraind, was het enthousiasme om voor het eerst tegen andere hockeyclubs te spelen enorm groot’ , zegt Hoitinga.

Vergoedingen en tegemoetkomingen

Niet iedereen kan hockey financieel veroorloven. Het Jeugdfonds Sport & Cultuur heeft hier daarom een regeling voor. Daar kan je namelijk een vergoeding krijgen voor zowel een lidmaatschap als bijkomende kosten voor bijvoorbeeld het tenue en een stick.

Men kan ook gebruik maken van de stadspas. Dat is een andere vergoeding die de gemeente beschikbaar stelt. Amsterdam Dynamics helpt ouders om in contact te komen met zowel het Jeugdfonds als de gemeente om gebruik te maken van de stadspas. Hoitinga: We proberen op alle mogelijke manieren de drempel zo laag mogelijk te houden. Met de contributie is daar ook rekening mee gehouden. Door de steun die we krijgen van de Hockey Foundation en sponsors lukt het ons om de kosten voor leden te beperken. Op deze manier maken we hockey voor iedereen toegankelijk.’

‘Over vijf jaar hoop ik dat we een bloeiende vereniging zijn met veel jeugdleden. We hebben nu nog geen volwaardige eigen hockeyvelden, maar ik hoop dat Amsterdam Dynamics in de toekomst minimaal twee eigen hockeyvelden krijgt op een andere plek in Amsterdam Zuidoost waar genoeg ruimte is. Zodat we daar met een groot aantal leden lekker kunnen gaan hockeyen in de reguliere competitie’, besluit Hoitinga.

Te lezen op sportenlife.nl

Cobra Museum eert Frida Kahlo & Diego Rivera met fraaie expositie

Haar grootste kunstwerk was zijzelf. Uniek, een geboren feministe en een ongelooflijke doorzetter, die uit haar levenslange lijden inspiratie voor indrukwekkende kunstwerken haalde: Frida Kahlo. Een powervrouw pur sang dus. De expositie ‘Frida Kahlo & Diego Rivera: A Love Revolution’ in het Cobra Museum geeft van 28 mei 2021 t/m 26 september 2021 een kijkje in haar werk en leven.

Bij binnenkomst door de draaideuren in het Cobra Museum in Amstelveen loop je gelijk tegen de balie aan, waar je je tickets kan laten scannen. Bij de balie krijg je ook gelijk een informatieboekje, waar naast informatie over elk schilderij die in de tentoonstelling te zien is, ook staat uitgelegd hoe de audiotour werkt. Nadat je de app die in het boekje staat hebt gedownload op je telefoon, kun je tijdens de tentoonstelling je smartphone tegen een aantal scanpunten aan de muren houden. Dan begint er een stem te praten die vertelt over de schilderijen aan de betreffende muur van dat scanpunt. Je kunt kiezen voor een Nederlandse of Engelse audiotour.

De tentoonstelling bestaat is een collectie die bestaat uit werken van verschillende Mexicaanse modernisten, waarbij Frida Kahlo en haar echtgenoot Diego Rivera de kern van de expositie vormen. De werken zijn onderdeel van de Gelman Collection of Mexican Art – beheerd door de Vergel Foundation – en is een bijzondere collectie die voor het eerst in Amstelveen te zien is. Deze collectie is samen met de Dolores Olmedo collectie de belangrijkste verzameling van het werk van de wereldberoemde kunstenaar Frida Kahlo.

‘Het is de eerste keer dat dit werk in Nederland komt, en het is best lastig om zo’n tentoonstelling te organiseren’, vertelt gastconservator Stefan van Raay. ”Dit is dus echt dé kans om het prachtige werk van Frida Kahlo in het echt te zien. Er is ook een georganiseerde fietsroute door Amsterdam naar het museum. Dit is in samenwerking gegaan met gemeente Amsterdam, om meer mensen te stimuleren om te fietsen, en musea te bezoeken. Twee vliegen in één klap dus’, aldus de gastconservator.

De selfie queen avant la lettre

Op achttienjarige leeftijd slaat bij Frida Kahlo het noodlot toe. Als kersverse eerstejaars student medicijnen raakt Kahlo levensgevaarlijk gewond bij een aanrijding tussen een tram en een bus in Mexico-Stad. Een stuk stalen leuning doorboort haar lichaam en verwondt haar dusdanig dat zij 35 operaties moet ondergaan en twee jaar bed moet houden. Haar droom om arts te worden valt volledig in het water. Maar waar de ene deur sluit, opent een andere. In Frida Kahlo’ s geval de deur van de kunst. Vanuit haar hemelbed, waaraan haar moeder spiegels heeft laten bevestigen, begint ze haar inmiddels beroemde zelfportretten te schilderen. In publicaties wordt Frida Kahlo daarom wel eens ‘de selfie queen avant la lettre’ genoemd. Haar schilderdoeken worden persoonlijke dagboeken waarin ze zich volledig blootgeeft. Frida Kahlo is een van de weinige kunstenaars die de werkelijkheid op een pijnlijke manier weergeeft, zonder de kijker een plezier te willen doen met een geromantiseerd beeld. Door zichzelf groot en centraal op het doek te schilderen, laat Kahlo zien dat ze zich ondanks alle onzekerheden, tegenslagen en pijn niet zomaar uit het veld laat slaan. Ze erkent haar imperfecties en accepteert dat pijn een wezenlijk onderdeel van het leven is.

Op haar 22e trouwde Frida Kahlo met kunstenaar Diego Rivera. Zij had Rivera leren kennen via gemeenschappelijke communistische partijgenoten en kunstenaarsvrienden en begon met hem een stormachtige relatie die leidde tot hun huwelijk in augustus 1929. Zij was 22 en hij 42 jaar oud. Kahlo noemde Rivera liefkozend ‘El Zapo’, vertaald: ‘de pad’; met zijn zware lichaam, uitpuilende ogen en dikke lippen. Het was een open huwelijk, waarin beide affaires hadden. Kahlo zowel met mannen als met vrouwen. In 1939 scheidden zij. Ze hertrouwden een haar later op basis van platonische liefde; een voorwaarde die Kahlo had gesteld.

Taboedoorbrekende thema’s

‘In de tentoonstelling hangen 23 werken van Frida Kahlo’, vertelt Stefan van Raay. ‘Het schilderij met de krans om haar hoofd is het hoofdbeeld van de tentoonstelling. Dat is ook haar beroemdste stuk dat van haar in deze tentoonstelling hangt. Er zijn drie thema’s die duidelijk naar voren komen in de kunst van Frida Kahlo en Diego Rivera: politiek, wederzijdse bewondering voor elkaar, cultuur en identiteit.’

Hoewel haar tijdgenoten haar taboedoorbrekende thema’s vaak nog verontrustend vinden, wordt ze vandaag de dag op handen gedragen, omdat haar werk juist de herkenbare worstelingen van vrouwen laat zien. Ze zet in haar werk taboeonderwerpen zoals miskramen, menstruatie en borstvoeding in de schijnwerpers. Zelfs haar onvruchtbaarheid – een gevolg van het ongeluk – wordt een terugkerend thema in haar kunst.

‘En Omdat haar werk herkenbare worstelingen laat zien, hebben heel veel bewegingen hebben haar ook geclaimd, denk bijvoorbeeld aan de feministische beweging of de LHBTIQ+ gemeenschap. Omdat zoveel mensen empathie voelen met Frida Kahlo, en zichzelf herkennen in haar kunst, is ze nu de beroemdste vrouwelijke kunstenaar ooit’, zegt de gastconservator.

Kahlo weigert zichzelf in het hokje vrouw te laten stoppen en benadrukt in haar kunst haar mannelijke trekken. Ze cultiveert haar monobrow door deze met eyeliner extra te benadrukken en ook in haar zelfportretten aan te zetten. Hetzelfde doet ze met haar gezichtsbeharing, die ze onaangeroerd laat én die ze weergeeft op haar zelfportretten. Ook op het gebied van mode manifesteert Kahlo zich als trendsetter. De selectie van 25 jurken in de tentoonstelling in het Cobra Museum is bedoeld als een aanvulling op de schilderijen om een beeld te krijgen van de historische kleding en accessoires die Kahlo droeg.

De uitgebreide selectie traditionele Mexicaanse vintage jurken werd geïnspireerd door de grote populariteit van de garderobe van Frida Kahlo in de tentoonstelling in het Victoria ad Albert Museum in Londen in 2018. Het is bekend dat Kahlo zelf met de hulp van haar moeder, een bekwame naaister, veel van haar rokken heeft gemaakt of aangepast, waarbij ze ruches aan de zoom aanbracht of opnieuw ontwierp, zodat de lengte Kahlo ’s beenbeugels verborg.

Beroemd na haar dood

Na een vruchtbare artistieke periode gaat de gezondheid van Kahlo in 1950 nóg verder achteruit. Ze brengt opnieuw negen maanden in een ziekenhuis door, waar zij zelfportretten blijft schilderen. In de jaren die volgen ondergaat ze een rugoperatie en een beenamputatie en in 1954 krijgt ze een longontsteking die haar fataal wordt. De combinatie van bewondering en empathie voor haar werk en persoonlijke leven maakte Kahlo zo beroemd in de jaren na haar dood. Meer dan 65 jaar na haar dood zijn de thema’s uit haar werk springlevend, en worden er tot op de dag van vandaag nog steeds veel kunstenaars geïnspireerd door haar werk.

Te lezen op sportenlife.nl

Haat aan geluid

Misofonie, wat direct uit het Grieks vertaald ‘haat voor geluid’ betekent, is een aandoening waarbij bepaalde geluiden extreme gevoelens oproepen. Wetenschappers zijn er nog niet helemaal over uit of het een aangeboren aandoening is in de hersenen, of dat het iets psychisch is dat zich in de loop van je leven ontwikkelt.

Het in huilen uitbarsten van Judith is een goed voorbeeld van het verdriet dat misofonie met zich mee brengt. Ook komen gevoelens als woede en frustratie vaak om de hoek kijken. Zo deelde Judith een keer een bitchclap uit aan één van haar broers. “Toen ik aan zijn loopje zag dat hij eten ging pakken vroeg ik of hij alsjeblieft een beetje rekening met mij wilde houden. Hij zei dat ik me niet zo moest aanstellen. Hij was gewoon irritant, en toen heb ik hem een harde klap in zijn gezicht gegeven. Dit was trouwens nog vóórdat ik in therapie ging bij het AMC.”

In deze documentaire vertelt Judith hoe het is om met misofonie te leven en is te zien hoe Judith haar huisgenoten vertelt over haar aandoening.

https://www.youtube.com/watch?v=Rkijx4A3Kig

 

Echte mannen huilen niet?

“Wat vind jij ervan als een man huilt?”

“…”

“Stoer, triest of grappig?” 

“Triest.”

“Ik vind het juist stoer.”

Het jongetje begint te lachen. 

Vroeger zagen de mannen hun vrouwen het liefst achter het aanrecht en zagen de vrouwen hun mannen het liefst buitenshuis aan het werk. Maar tegenwoordig is er een duizelingwekkende veelheid aan ideeën over mannelijkheid, vrouwelijkheid en alles wat daartussenin zit.

Onderweg naar het Tropenmuseum in Amsterdam zie ik tientallen mensen die mij tegemoet komen lopen. Het valt mij sowieso altijd op dat er in Amsterdam veel meer ‘alternatievelingen’ rondlopen dan waar ik vandaan kom. Alsof daar een soort orkaan doorheen is geraasd die alle vooroordelen en onzekerheden heeft meegesleurd.

Nadat ik mezelf bij de ingang van het museum een abonnement bij de BankGiro Loterij heb laten aansmeren door een jongen met een net iets te vlotte babbel, kom ik aan bij de balie. Het gesprek met de vrouw achter de balie, waaruit blijkt dat het verplicht is om een mondkapje te dragen, verloopt iets wat ongemakkelijk door het doorzichtige scherm tussen ons in dat negentig procent van mijn woorden lijkt te laten verdwijnen.

Na mijn jas in een kluis te hebben gefrommeld, loop ik het museum in: verrast door het imposante gebouw dat doet denken aan een Romeins badhuis. Op de tweede verdieping is de tentoonstelling ‘What a Genderful World’ te zien.

Lopend langs een gesprek tussen moeder en zoon over de stelling of mannen mogen huilen of niet, besef ik me dat ‘gender’ iets veel groters omvat dan alleen naar welk toilet je gaat. Het gaat om het mogen zijn van wie je bent.

Het voortdurend vechten voor wie je bent, functioneert als een soort hoeksteen in onze samenleving waar we niet meer zonder kunnen. De oneindige begrippen gelijkheid, rechtvaardigheid en eerlijkheid cirkelen rond en lijken zich steeds op een ander onderwerp te laten landen: Zwarte Piet, homogeweld, MeToo, Black Lives Matter en vrouwenrechten zijn slechts een handvol aan voorbeelden waarbij men constant bezig is met het vechten voor eigen identiteit.

Het begrip ‘gender’ wordt officieel omschreven als: ‘de gedrags- en identiteitsaspecten van sekse, ter onderscheiding van lichamelijke en biologische aspecten.’ Oftewel: men wordt van elkaar onderscheiden door biologische kenmerken. Maar in de werkelijkheid gaat het over veel meer, namelijk hoe wij ons als mensen van binnen voelen.

Begrijp me niet verkeerd, Nederland is goed op weg. Het homohuwelijk, gender neutrale toiletten en dienstplicht voor vrouwen zijn een aantal uitkomsten van de constante strijd. Maar toch zijn we er nog niet.

“Wat vind jij ervan als een man huilt?”

“…”

“Stoer, triest of grappig?”

“Triest.”

Quarantaine beschermt niet tegen huiselijk geweld 

Coronavirus en huiselijk geweld. Twee begrippen die je in de eerste instantie misschien niet gelijk aan elkaar zou koppelen. Toch blijkt er een relatie. Organisatie Veilig Thuis ziet sinds de start van de corona crisis een stijging van het aantal telefoontjes naar de kindertelefoon die te maken hebben met huiselijk geweld. 

De verwachting is dat er bij Veilig Thuis meer meldingen gaan komen, hoewel uit onderzoek blijkt dat dit nu nog niet zo is. 

 “Bij de vorige crisis was er een toename van huiselijk geweld te zien”, vertelt Iris (45). Zij werkt al vier jaar bij Veilig Thuis. Bij de vorige crisis ontstond veel werkeloosheid waardoor veel mensen hun baan verloren en thuis kwamen te zitten. De (financiële) problemen gaven veel stress en relaties kwamen mede hierdoor onder druk te staan. Kwetsbare gezinnen werden nog kwetsbaarder en gezinnen die hun leven goed op orde hadden kwamen opeens in zwaar weer, met alle gevolgen van dien. 

Nu is dit weer de verwachting. Je zit de hele dag bij elkaar in beperkte ruimte en daardoor lopen de irritaties soms hoog op.  Oplopende irritaties kunnen een crisis veroorzaken die volwassenen (al dan niet met kinderen) niet zelf meer kunnen oplossen. Dit zijn situaties waar medewerkers van Veilig Thuis gelijk naartoe moeten. Volgens Iris zijn dit situaties waarbij onveiligheid en/of mishandeling altijd een rol speelt. De onrust die dit met zich meebrengt wordt afgereageerd op elkaar en dat is het moment wanneer Veilig Thuis om de hoek komt kijken. 

 

Wat is Veilig Thuis?

 Veilig Thuis is een organisatie die ondersteuning biedt aan mensen die in een onveilige situatie zitten. “Slachtoffers, plegers, omstanders en professionals kunnen contact opnemen met Veilig Thuis als zij een vermoeden hebben van kindermishandeling of huiselijk geweld”, meldt de website van Veilig Thuis. 

Iris vertelt dat het vaak de politie is die een melding maakt: “Als er een melding binnenkomt wordt een triage gedaan door Veilig Thuis om de ernst en aard van de situatie te beoordelen. Als er is beoordeeld dat er sprake is van onveiligheid gaan er twee medewerkers van Veilig Thuis langs bij de mensen over wie het gaat. Twee paar ogen zien immers meer dan één paar. Er moet goed geobserveerd worden; hoe ziet het huis eruit? Als er sprake is van geweld: heeft het slachtoffer verwondingen? Zijn er kinderen betrokken, hoe gaat het met het kind, wat heeft hij/zij nodig? Een andere reden om altijd met z’n tweeën langs te gaan heeft te maken met veiligheid. Als er in het huishouden sprake is van veel geweld of als er iemand bekend staat als agressief, sta je met twee sterker dan alleen. “

 

Het gesprek

 Eenmaal aangekomen bij het desbetreffende huis gaan de medewerkers in gesprek met de betrokkenen: “Er is iemand die zich zorgen om hen maakt dus je wil weten hoe het gaat met de betrokkenen, wat vinden zij van de melding? is er hulp nodig?”

“Je komt niet altijd gewenst dus regelmatig zijn mensen wantrouwend of bieden enige vorm van weerstand en willen niet in gesprek. We nemen mensen hierin heel serieus en door ze goed te informeren. Door in te voelen in hun situatie kunnen we vaak wel in gesprek met de mensen. Door de jaren heen leer je op welke manier je dit het beste kan aanpakken. In geval van agressie let je bij binnenkomst goed op en zoeken we vaak een tactische plek uit in de woonkamer zodat je in geval van nood snel weg kunt”, vertelt Iris. “Bij collega’s is het wel eens gebeurd dat zij weg moesten, bij mij gelukkig nog nooit.” 

 Aan de hand van de gesprekken die de medewerkers hebben gehad met alle betrokkenen maken zij een veiligheidsplan samen met het gezin of met het systeem. In zo’n plan staan de afspraken tussen partners, tussen ouders en kind, tussen kinderen onderling die helpend zijn om de veiligheid te vergroten. Wie doet wat bij welke ruzie of spanning, wie kan gebeld worden voor steun, neemt iemand een time-out nemen en zo ja hoe/wat dan? In een veiligheidsplan staat dus concreet beschreven wat er moet gebeuren vanaf nu zodat het voor iedereen veilig is in zijn huis.

 

Ouderenmishandeling 

Elke casus is verschillend, waardoor ook elk veiligheidsplan verschillend is. Hoewel het in de media vaak over kinderen gaat, is er ook veel sprake van ouderenmishandeling. Dit is het gebied waar Iris vooral in werkzaam is. Ouderenmishandeling is mishandeling van een 65-plusser die afhankelijk is van een ander. “Bij ouderen is het soms lastig om ze te helpen, zij vinden verandering lastig en houden daardoor de situatie deels in stand. Sommige mensen wil je redden maar laten zich niet redden.” 

Slachtoffers kunnen de mishandeling accepteren om verschillende redenen. Vaak zijn ze bijvoorbeeld financieel afhankelijk van de pleger, of krijgen ze mantelzorg van die persoon. Anderen willen bij hun partner blijven uit angst voor verandering.

“In het algemeen geldt dat pas na gemiddeld 43 incidenten huiselijk geweld naar buiten komt. Dat is het moment als professional om een slachtoffer een luisterend oor te bieden, steun te geven en hopelijk hulp te organiseren voor alle betrokkenen.” 

Voor die tijd is het belangrijk voor de omgeving om te signaleren; de buren die een oogje in het zeil kunnen houden, de huisarts die informatie geeft of school die een kind een veilige plek biedt. “Dan hoop je op die manier dat iemand eerder een kans krijgt om een arm om iemands schouder heen te slaan en betrokkenen hulplijnen te bieden.” 

 

Kindermishandeling 

 Kindermishandeling is een ander verhaal. Waar we bij ouderenmishandeling alleen kunnen helpen als zij dat zelf ook willen, ligt dit bij situaties waar kinderen bij betrokken zijn anders. 

“Met kinderen erbij móet je doorpakken als de onveiligheid te groot is. Wij zijn gericht op samenwerking, partnerschap en we kijken hoe we een gezin kunnen helpen. Het komt voor dat onze hulp niet genoeg. Als de situatie te onveilig blijft kan het zijn dat Veilig Thuis de Raad voor Kinderbescherming inschakelt om een onderzoek te doen naar wat het kind nodig heeft en hoe dit geregeld kan worden.”

 Dit is bijvoorbeeld het geval als ex-partners in complexe echtscheidingen elkaar zwartmaken. Vaak kunnen de ouders dan niet meer relativeren. Elk klein signaal wordt aangewend als een reden om het kind niet meer naar de partner te laten gaan, het kind wordt dan ingezet als middel in de strijd. 

Jeugdzorg is een organisatie waar Veilig Thuis op gebied van jeugd veel mee samenwerkt. De doelgroep die onder ‘jeugd’ valt zijn de kinderen van 0 t/m 18 jaar. Soms is er sprake van een verlengde jeugdzorg. Dan val je tot je 23e  onder deze doelgroep. 

Jeugdzorg is een algemene omschrijving voor álle maatschappelijke zorgvoorzieningen voor de jeugd, maar Jeugdzorg gaat in de volksmond meestal over jeugdbescherming en het uit huis plaatsen van kinderen. Als Veilig Thuis alle informatie heeft verzameld en vervolgens vindt dat Jeugdzorg hierbij betrokken moet worden dan contacteren zij de gemeente hierover. De gemeente is als het ware de makelaar tussen Veilig Thuis en Jeugdzorg. De gemeente zorgt er vervolgens voor dat de benodigde zorgaanbieder jeugdhulp biedt in het betreffende gezin. Dit kan lichtere hulp zijn voor ouders, voor het kind of voor een heel gezin, maar het kan ook een intensievere vorm van hulp zijn, bijvoorbeeld het uit huis plaatsen van een kind of jongere.

 

Uitzonderingen

 Er zijn ook uitzonderingen waarbij Veilig Thuis wel direct Jeugdzorg mag benaderen. Bijvoorbeeld als er sprake is van crisis. Dan kan Veilig Thuis crisishulp inschakelen. Een crisissituatie kan bijvoorbeeld de situatie zijn dat kinderen ernstig verwaarloosd zijn (op de grond slapen, geen eten in huis, etc.), maar ook een kind dat is weggelopen en zichzelf in gevaar brengt door bijvoorbeeld drugsgebruik of omdat er vermoed wordt dat hij/zij mogelijk actief is in de prostitutie. 

Ook als er sprake is van ernstig huiselijk geweld waarbij de vrouw (met kinderen) tijdelijk op een veilige plek moet verblijven kan meteen via Veilig Thuis een plek in de vrouwenopvang worden geregeld. In zo’n situatie hoeft de gemeente niet als tussenpersoon te fungeren. Ook tijdens de corona-crisis kan jeugdhulp sneller door Veilig Thuis zelf worden geregeld, echter wel altijd in samenspraak met de gemeenten.

 

“Ik probeer het niet op mijzelf te betrekken”

 Over het algemeen worden er in de media veel rampverhalen uitgelicht met betrekking tot Veilig Thuis en Jeugdzorg. Iris vertelt dat zij het jammer vindt dat er zoveel negatieve verhalen de ronde doen. 

“Tuurlijk zitten er verhalen tussen die waar zijn, want er werken duizenden mensen en het zal echt wel eens misgaan, maar er wordt vaak geen wederhoor gepleegd. Het kan bijvoorbeeld de waarheid zijn dat er acht mensen op de stoep staan om een kind uit huis te plaatsen en dat dit gepaard gaat met de nodige commotie. Maar dit wordt door zoveel mensen gedaan omdat de onveiligheid groot wordt geacht bij het betreffende gezin. Het verhaal dat zich in alle jaren daarvoor heeft afgespeeld waardoor dit punt bereikt is én de inspanningen die geleverd zijn om er wel samen uit te komen wordt vaak niet toegelicht.” Iris betrekt de negatieve publiciteit nooit op zichzelf, maar vindt het wel jammer.

 Het is volgens Iris een bepaald type mens dat dit werk kan doen; stressbestendig en flexibel. Eigenschappen als respect hebben voor anderen, zich niet snel persoonlijk aangevallen voelen, en inlevingsvermogen passen ook in dit rijtje. 

“Ik vind dat je altijd moet denken ‘het zou mij maar overkomen. Ik zou maar in zo’n situatie zitten’; wat vind ik dan prettig? Heb respect. Ook al zit je tegenover een vermeend crimineel. Als iedereen zich meer en beter in de ander zou verplaatsen dan is dat beter voor de onderlinge relatie en ik hoop dat mensen dan ook respectvoller gaan praten over ons beroep”, aldus Iris.

 Ben je zelf slachtoffer van huiselijk geweld of heb je het vermoeden dat iemand in je omgeving slachtoffer is? Bel gratis naar: 0800-2000

 

Jong of oud: zelfde regels

De boodschap van premier Rutte is duidelijk:“blijf thuis” in drie verschillende talen galmt het door de woonkamer. Dit advies geldt voor jong én oud.

Ja, ik ben jong en ja ik weet dat we afstand moeten houden. En dat doe ik ook. Maar als je de oudere mensen die op straat regelmatig naar me schreeuwen moet geloven, ben ik zo’n onverantwoordelijke jongere. 

 

Hardlopen

 Net als vele anderen heb ik tijdens deze quarantaine besloten mijn hardloopschoenen weer uit de kast te trekken. Samen met een vriendin probeer ik drie keer per week een half uurtje hard te lopen over de hei. Terwijl het eigenlijk de bedoeling is dat mensen zoveel mogelijk binnen blijven, lijkt het alsof alle inwoners uit Hilversum op de hei zijn komen wonen: je moet toch wat? 

Waar normaal niemand te bekennen is lopen nu tientallen mensen rond. Gezelligheid.

 

Anderhalve meter 

Met anderhalve meter afstand rennen mijn vriendin en ik over de hei. Tot onze grote verbazing lopen er veel ouderen en groepen van meer van drie volwassenen rond. Na een half uur hardgelopen besluiten wij uit te rusten op een bankje; ik helemaal aan het ene uiteinde, mijn vriendin aan het andere. 

Na nog geen vijf minuten loopt er een vrouw langs die expres nét iets harder begint te praten aan de telefoon: “Zie ik hier weer van die jongeren zitten die geen afstand houden.” Waarna mevrouw zelf langs een wildvreemd persoon loopt, zonder anderhalve meter afstand te houden. Mijn vriendin en ik kijken elkaar verbaasd aan, want wij houden toch gewoon voldoende afstand? 

Vijf minuten later stopt er een mevrouw in een scootmobiel voor ons en vraagt ons of wij zusjes zijn. Na ons ontkennende antwoord, krijgen wij van een preek over dat wij wel voldoende afstand moeten houden en eigenlijk helemaal niet samen op de hei mogen zijn. We besluiten naar huis te gaan. 

 

Sociaal contact

 Ondanks sociale media en de vele online-borrels, mis ik het fysieke sociale contact met vriendinnen. Gewoon écht met elkaar zijn, in plaats van via FaceTime waarbij om de minuut  de computer vastloopt. 

 Dus poging twee: picknicken op de hei. Om nog enige vorm van sociaal contact te behouden merk ik dat ik, en vele andere leeftijdsgenoten om mij heen, nu vaak met z’n tweeën in de natuur afspreken. Een wandeling over de hei met anderhalve meter afstand ertussen moet kunnen. 

Een vriendin en ik besluiten zo’n wandeling te maken met aansluitend daarop een picknick. Wederom lopen er tientallen mensen rond over de hei, waaronder ook veel ouderen. Terwijl je zou denken dat deze kwetsbare groep juist extra voorzichtig moeten zijn met waar zij wel- en niet komen. 

Achteraf hadden wij beter een andere plek kunnen uitzoeken om ons picknickkleed neer te leggen (die ik overigens expres had uitgekozen zodat wij op het kleed anderhalve meter afstand konden houden). Om de vijf minuten komt er namelijk een hond op ons afgerend om te kijken of er nog iets te snaaien valt. 

De eigenaar van de zoveelste hond kan het niet laten om op te merken: “Volgens mij rent onze hond alleen af op jongeren die niet genoeg afstand houden.” Ook nu kijken mijn vriendin en ik elkaar vreemd aan, want het baasje loopt zelf met drie andere ouderen zonder anderhalve meter afstand te houden over de hei! Over hypocriet gesproken…

 

Hou eens op met dat geschreeuw

 Wat mij opvalt is dat ik als jongere vaak wordt aangesproken op mijn gedrag met betrekking tot het coronavirus, terwijl ik mij juist netjes aan de regels houd. Als er jongeren zijn die zich niet aan de regels houden, moeten zij inderdaad op hun gedrag kunnen worden aangesproken. Maar wat ik wil meegeven aan mensen is; analyseer eerst de situatie goed voordat je uit het raam “afstand houden” schreeuwt naar mij en mijn moeder. Mensen die in één huis wonen hoeven namelijk geen afstand te houden. En bovendien zou je dit niet naar twee ouderen schreeuwen hangend uit het raam. 

 

Beetje beter

 Let vooral op jezelf, in plaats van op wat anderen doen. Zorg ervoor dat je niet zelf bellend vlak langs iemand loopt, terwijl je anderen aan het corrigeren bent. Of zorg ervoor dat je niet zelf met meer dan drie personen in het openbaar bent, voordat je je ‘anderhalve-meter-afstand-hond’ op iemand afstuurt. Zo maken wij samen de wereld weer een beetje beter.

 

Ongegeneerd BN’ers kijken bij Museum Hilversum

De ochtendzon gloort door de ramen als de eerste bezoekers van Museum Hilversum binnenlopen. Het 250 jaar oude gebouw staat in het centrum van de mediastad tussen de levendige terrassen met etende mensen en de vele fietsers en voetgangers die elkaar begroetend voorbijgaan. En ook Museum Hilversum (het oorspronkelijke raadhuis) leeft weer op in tijden van corona. Nadat het museum twee maanden gesloten is geweest, merkt Stef van Breugel (directeur van Museum Hilversum) een stijging in het aantal bezoekers. Het museum bruist, met als eerste expositie ‘Face It’ van fotograaf William Rutten.

Vertrouwde gezichten

Nadat de handen zijn ontsmet en je je reservering hebt gemeld bij de balie, word je via een coronaproof looproute de begane grond van het museum ingebracht. Een grote ruimte waar je gelijk door een stuk of twintig mannen wordt aangekeken. De mannen op het doek voelen stuk voor stuk vertrouwt, maar je kent ze (waarschijnlijk) niet persoonlijk. Je wordt je door deze expositie bewust van de bijzondere relatie die je hebt met de bekende Nederlanders die zijn afgebeeld op de foto’s. Bij het bekijken van de gezichten, die gedetailleerd in beeld zijn gebracht, komen er verschillende gedachten en emoties los. Misschien word je boos op Johan Derksen, om zijn grap over Akwasi. Of word je verdrietig om het overlijden van de man van André van Duin.

Imperfect

Volgens Stef van Breugel gaat deze expositie ook over imperfecties. ‘Je lichaam en je gezicht gaan tekenen, en dat zie je in deze tentoonstelling.’ Stef benoemt Henk Westbroek als zijn favoriet. ‘Henk Westbroek vond zichzelf altijd een lelijke man, maar nu hij hier hangt zei hij: nu weet ik tenminste dat ik niet de enige ben’, aldus Stef.

Toch blijft het gek om zo’n relatie te hebben met een BN’er. William Rutten (de fotograaf) vroeg zich af waarom we zo ongegeneerd naar iemand die bekend is van televisie, krant of tv kunnen kijken. ‘Waarom willen we door hen gezien worden, en praten we net te hard om een reactie te ontlokken en kijken we tegen hen op?’

Lopend door de ruimte hoor je via de geluidsinstallatie de galmende stemmen van de verschillende (radio)presentatoren, YouTubers, zangers, politici (en ga zo maar door) die door het museum hangen. De gezichten voelen indringend door de scherpe blikken en de zwarte achtergronden. Elk detail van elk gezicht springt van het doek. Ook de twee benedenetages zijn hetzelfde ingericht: een kale ruimte met galmende stemmen, en foto’s aan de muur die iets van duisternis weg hebben, maar toch een opgewekt gevoel geven. De imperfecties van de mannen zijn zichtbaar: nu weet je tenminste dat je niet de enige bent.

De expositie ‘Face It’ is t/m 2 augustus te zien in Museum Hilversum.