Het leven en de dood

Tonio, A.F.Th van der Heijden 

Uitgeverij Querido, 2011

Tonio: 633 pagina’s over het leven en de dood van de zoon van A.F.Th. van der Heijden. In de vroege ochtend van Eerste Pinksterdag gaat de deurbel bij Van der Heijden en zijn vrouw Mirjam. De politie staat voor de deur, en vertelt dat hun zoon Tonio als gevolg van een verkeersongeluk is afgevoerd naar het ziekenhuis en zich ‘in kritieke toestand’ bevindt. Tijdens de rit naar het ziekenhuis houden Van der Heijden en zijn vrouw constant de woorden ‘in kritieke toestand’ tegen het licht: ‘Kritiek betekende niet: dood. Zelfs niet: zo goed als dood. Kritiek wilde zeggen: leven, zolang het tegendeel niet aangetoond was’. Nog geen paar uur later overlijdt de 21-jarige Tonio in het ziekenhuis in het bijzijn van zijn ouders.

Tonio overleed in 2010, en een jaar later lag het boek klaar om uitgegeven te worden. Het moet een verschrikking zijn geweest voor Van der Heijden om tijdens het schrijven van deze requiemroman alle herinneringen aan zijn pas overleden zoon terug te halen. De lezer zit in de rol van een voyeur die meer te zien krijgt dan hem lief is. Dankzij de geweldige en krachtige manier van schrijven is de rouw en ellende indringend en voelbaar.

Om enige structuur aan het verhaal te geven, maakt de auteur een reconstructie van de laatste levensdagen van zijn zoon: Waar is hij geweest? Wie heeft hem voor het laatst gezien? En wat deed hij nou precies op dát kruispunt rond dát tijdstip? Deze zoektocht is verweven met herinneringen aan vroeger. Meer dan de helft van het boek bestaat uit herinneringen: elke geur, elke kleur, elk moment, elk gevoel en elke situatie. Om zoveel mogelijk aan Tonio vast te kunnen blijven houden.

De ouders gaan ook op zoek naar Jenny, het mysterieuze meisje dat misschien wel Tonio’s laatste liefde was. Ondanks het bijzondere literaire werk dat Van der Heijden van zijn tragedie heeft gemaakt, worstelt de auteur met het uitdrukken van zijn zwarte gevoel in woorden. Meermaals verbindt hij ‘de zin van het leven’ aan ‘het waarom van de dood’. Hierbij stelt hij existentiële vragen als: Welke zin heeft het leven als het eindig is? Waarom is Tonio dood? En welke zin heeft het leven nog als Tonio er niet meer is?

Alle herinneringen, gesprekken, zoektochten en 633 bladzijdes gewijd aan Tonio ten spijt; het verdriet over het verlies van Tonio is niet te bevatten. De leegte en ontgoocheling waar Van der Heijden en zijn vrouw mee achterblijven laat zich amper in woorden vatten.

Als Tonio’s ouders de plek van het ongeluk bezoeken, accepteren zij de dood van hun zoon voor het eerst:

‘Vandaag, bijna twee maanden na Eerste Pinksterdag, is tot me doorgedrongen dat Tonio dood is. Eerder waren er alleen vermoedens, gevolgd door ontkenningen. Aanwijzingen, die voor de waarheid wilden doorgaan. Het ongeloof heerste. Nu is alles anders geworden.’

Dit einde van hun zoektocht vind ik goed aansluiten bij laatste fase van rouw: aanvaarding.

“Ik kan die man wel wat aan doen”

Het is zondagavond half zeven, etenstijd. Robin Albers (17) worstelt zich tussen mensen door. Helemaal achterin het eetcafé Mout in Hilversum, neemt ze plaats aan een klein, in de hoek weggefrommeld tafeltje. Ze trekt voorzichtig haar jas uit en hangt deze over de stoel. Er komt een zwarte trui onder de jas vandaan, met daaronder een strakke lichtblauwe jeans en sneakers.

“Die man die daar zit kan ik wel wat aan doen”, zegt Robin gelijk. Wijzend naar de nacho-etende man. En dát is misofonie: apart van de rest dineren, constant met oortjes inlopen, en bijna tot moord over willen gaan als iemand smakt.

Haat voor geluid

Sinds begin deze eeuw bestaat er een nieuwe naam voor een heel specifieke vorm van geluidsoverlast: misofonie. Direct uit het Grieks vertaald betekent het ‘haat voor geluid’. Misofonie is een hersenaandoening waarbij specifieke geluiden extreme gevoelens van woede, walging of haat opwekken. Deze emoties en gevoelens bij het horen van zo’n geluid, gaan veel verder dan ergernis of irritatie. Er ontstaan ook agressieve gedachten. Deze heftige emoties en nare gedachten moeten steeds onderdrukt worden, en dat is erg vermoeiend.

De radio

Robin kwam erachter dat er bij haar iets niet klopte na een gezellig dagje shoppen met haar vader en zus. Toen zij in de met winkeltassen gevulde auto onderweg naar huis waren werd Robin woest op haar vader die om de tien seconden zijn neus ophaalde. “Mag de radio aan?” Dat was de oplossing die Robin op elfjarige leeftijd had bedacht om alle verschrikkelijke geluiden niet meer te hoeven horen.

Ook in het eetcafé staat de radio zachtjes aan op de achtergrond. Dat vindt Robin fijn, want dan vallen de eetgeluiden minder op. In het café zijn de lichten gedimd en het zit nu nog voller dan eerst. Helaas voor Robin, betekent dat ook dat er mensen naast ons zijn gaan zitten. Terwijl Robin met een schuin oog de buren in de gaten houdt die op de menukaart aan het kijken zijn, wil zij zelf ook eten bestellen. “Als ik zelf eet terwijl anderen ook eten, hoor ik hun eetgeluiden minder.” Dit is een strategie die Robin zichzelf heeft aangeleerd, om het beste om te kunnen gaan met de aandoening.

“Wat zijn de klachten?”

Robin ging op haar zestiende een halfjaar lang om de week naar het Amsterdam Medisch Centrum (AMC) voor de behandeling voor misofonie. het AMC is het enige instituut ter wereld dat zoveel onderzoek doet én zoveel ervaring heeft met het behandelen van de aandoening. Deze behandeling duurt de hele ochtend of middag. In het groepje van Robin zaten zes meisjes en één jongen. Tijdens de therapie leer je manieren hoe je het beste om kan gaan met de aandoening. “Tijdens de therapie moesten we bijvoorbeeld een filmpje kijken waarbij je herhaaldelijk een beeld zag van iemand die door de sneeuw stapt met het geluid van een ophalende neus eronder gemonteerd. Het idee is dat je het geluid van het ophalen van iemands neus gaat associëren met iemand die in de sneeuw stapt, waardoor het geluid als je het tegenkomt in het dagelijks leven minder vervelend wordt. Ons huiswerk was dan om dit filmpje thuis een aantal keer te kijken”, aldus Robin.

Tijdens haar intakegesprek bij het AMC luidde de eerste vraag: “Wat zijn de klachten?” Dat zijn er nogal wat… Antwoordde Robin. “Ik heb last van mensen die smakken, slurpen, met hun mond open eten, maar ook van mensen die snurken, hun neus ophalen, hun neus snuiten, hard ademen, hun keel schrapen, hoesten…” en zo kan ze eindeloos doorgaan met het opsommen van geluiden waar mensen met misofonie – op zijn zachts uitgedrukt – nogal last van hebben. “Je probeert tegen het gevoel te vechten, maar dat lukt niet. Het is moeilijk om te beseffen dat deze aandoening de rest van mijn leven blijft. Het gaat nooit meer weg, en daar moet ik mee leven”, vertelt Robin.

“Misofonie heeft een hele grote invloed op mijn leven, omdat ik heel veel dingen niet kan doen. Plekken, mensen en geluiden vermijden is inmiddels voor mij automatisme geworden. Als bijvoorbeeld mijn vrienden met elkaar afspreken om een filmavond te hebben, is het voor mij al vanzelfsprekend dat ik hier absolúút niet bij ben. Ik gruwel van het idee dat er dan chips zullen zijn. Ik voel mij door dit soort situaties wel vaak eenzaam, omdat ik dan niet bij leuke sociale activiteiten met mijn vrienden kan zijn.”

Vechten of vluchten 

De mensen naast ons in het café zitten hebben inmiddels hun eten gekregen. Het liefst zou Robin nu weg willen vluchten. De eetgeluiden zijn nog niet begonnen, maar ze weet dat deze elk moment gaan komen.

Als zij thuis bijvoorbeeld dit geluid van bestek hoort, weet zij al dat er iemand uit haar gezin gaat eten. “Dan vlucht ik zo snel mogelijk naar boven, omdat ik weet dat het dan elk moment ‘niet meer veilig’ is’, vertelt Robin.

“Ik voel mij vaak eenzaam”

“Ik kan nooit met mijn gezin avondeten. Dan krijg ik te veel prikkels en word ik helemaal gek. Daarom eet ik altijd in mijn eentje met oortjes in. Daardoor voel ik mij heel vaak alleen, omdat ik dan alleen op de bank of op mijn kamer eet. Om de stress van het idee dat iemand straks wellicht gaat eten te voorkomen, zit ik als ik thuis ben altijd als een kluizenaar op mijn kamer. Ik kan niet in de woonkamer zitten, door de adem, eet -en tikgeluiden die er worden gemaakt.  Ik probeer mijn huis te vermijden door veel te werken. Dit doe ik express, omdat ik het niet leuk vind om de hele dag afgezonderd in mijn kamer te moeten zitten”, vertelt Robin

“Maar de pauzes op mijn werk zijn ook irritant en vermoeiend. Dan zit er in de pauze iemand tegenover mij te eten, die vervolgens (soms zelfs met volle mond) een gesprek met mij aanknoopt. Het enige dat Robin dan hoort en ziet is dit:

https://youtu.be/jYNSYwKSbDc

“Op zo’n moment kan ik mijn oortjes niet in doen, maar irriteer ik mij wel aan de eetgeluiden. Ik word de hele dag door geprikkeld en daardoor geïrriteerd. Ik zit daardoor al heel lang niet lekker in mijn vel, omdat ik elk moment van de dag geprikkeld wordt door een bepaald geluid dat mij ongelukkig maakt. Dit is super frustrerend. Mijn frustratie reageer ik vaak af op mensen, waardoor ik ook regelmatig achterblijf met een schuldgevoel, terwijl ik er eigenlijk weinig aan kan doen. Hierdoor ga ik nog slechter in mijn vel zitten ”, aldus Robin.

Dat heeft toch iedereen?

Omdat de aandoening zo onbekend is, zijn er op scholen geen speciale regels voor. Hierdoor heeft Robin laatst een vier gehaald voor haar toets, omdat de docent tijdens de toets een appel aan het eten was. Inmiddels heeft ze met veel moeite kunnen regelen dat ze tijdens een toets niet-elektronische oortjes in mag. Dat is een hele opluchting.

De Vietnamese loempia’s van Robin zijn gearriveerd. Tijdens ons gesprek houdt ze constant de buren in de gaten waar zij tegelijk mee probeert te eten, om al de eetgeluiden van hun zo min mogelijk te horen.

Veel vrienden en kennissen weten niet af van haar misofonie. Vaak als ze mensen vertelt over de aandoening is de eerste reactie: ‘maar iedereen vindt eetgeluiden toch irritant?’ Robin voelt zich onbegrepen en vertelt het daarom liever niet. En omdat eigenlijk niemand het weet kan ook niemand er rekening mee houden. “Ik had bijvoorbeeld gister een feestje waar mensen mochten blijven eten, en ik eet dan niet mee, omdat niemand daar weet van mijn misofonie. Ik moet dan weer een smoesje verzinnen waarom ik later kom, en niemand begrijpt dan waarom ik niet mee eet. Misschien is het ook een beetje schaamte vanuit mijn kant”, aldus Robin.

We betalen de rekening en lopen naar buiten langs dezelfde etende man die Robin bij binnenkomst tactisch heeft ontweken. Gelukkig heeft hij zijn nacho’s inmiddels op.

Frida Kahlo: de schoonheid van de imperfectie

Wie zich in de Mexicaanse kunstschilder Frida Kahlo verdiept, kan er niet omheen: haar grootste kunstwerk was zijzelf. Uniek, volkomen authentiek, een geboren feministe en een ongelooflijke doorzetter die voortdurend grenzen opzocht.  De expositie ‘ Frida Kahlo & Diego Rivera: A Love Revolution’ in het Amstelveense Cobra museum, geeft een uniek inkijkje in het leven en de kunst van deze bijzondere vrouw.

https://www.youtube.com/watch?v=tr5knWSJ4tY

Een eerste blik op de beeltenis van Kahlo laat al een onuitwisbare indruk achter. Wát een schoonheid en power liggen in dat gezicht besloten! Al lezend over haar roerige leven, val je van de ene verbazing in de andere. Hoe krijgt een mens het voor elkaar om ondanks zoveel ellende een beroemd kunstenaar te worden?

Kahlo wordt in 1907 in Mexico geboren en krijgt al vroeg in haar leven een grote tegenslag te verwerken: op haar zesde krijgt ze polio, waardoor haar been en voet blijvend misvormd raken, wat haar de bijnaam ‘mankepoot’ oplevert. Haar handicap doet haar besluiten arts te worden en op haar zestiende slaagt zij als een van de eerste meisjes voor het toelatingsexamen van de Escuela Nacional Preparatoria, de school die haar zal voorbereiden op haar universitaire studie geneeskunde.

Strijdlust

En dan slaat op haar achttiende het noodlot opnieuw toe. Als kersverse eerstejaars student medicijnen raakt Kahlo levensgevaarlijk gewond bij een aanrijding tussen een tram en een bus in Mexico-Stad. Een stuk stalen leuning doorboort haar lichaam en verwondt haar dusdanig dat zij 35 operaties moet ondergaan en twee jaar bed moet houden. Haar droom om arts te worden spat vollediguit elkaar. Maar waar de ene deur sluit, opent een andere. In Frida Kahlo’s geval de deur van de kunst. Vanuit haar hemelbed, waaraan haar moeder spiegels heeft laten bevestigen, begint ze haar inmiddels beroemde zelfportretten te schilderen. In publicaties wordt Frida Kahlo daarom wel de selfie queen avant la lettre genoemd. Haar schilderdoeken worden persoonlijke dagboeken waarin ze zich volledig blootgeeft.

 “Kahlo had heel veel fysieke problemen, en dat heeft ervoor gezorgd dat ze zichzelf als hoofdonderwerp koos”, vertelt Stefan van Raay, gastconservator van de expositie ‘Frida Kahlo & Diego Rivera: A Love Revolution’. “Zij is de eerste kunstenares geweest die onderwerpen als haar fysieke lijden, miskramen en huwelijksproblemen in haar kunst heeft uitgedrukt. En dat is uniek. In totaal heeft Kahlo 80 zelfportretten geschilderd, en in de tentoonstelling in het Cobramuseum hangen 23 van haar werken. Het schilderij waarbij ze een krans om haar hoofd heeft, is het hoofdbeeld van de expositie. Dit is ook het beroemdste schilderij in deze tentoonstelling. Het schilderij beeldt een traumatische ervaring uit, namelijk een van haar miskramen”, aldus Stefan van Raay.

Op het zelfportret met het aapje kijkt Kahlo ons stoïcijns en zelfverzekerd aan. Met haar haardracht en kleding verwijst ze naar de stoere inheemse vrouwen uit het zuidoostelijke Tehuantepec. Vrouwen zijn daar in vele opzichten de baas; ze bespotten zelfs mannen in het openbaar en ze halen (net als Frida) hun gezichtsbeharing niet weg.

Aapjes komen vaak voor in haar zelfportretten en staan symbool voor de kinderen die ze niet kon krijgen vanwege de gruwelijke verwondingen die ze had als gevolg van het verkeersongeluk.

Taboedoorbrekend

Kahlo’s strijdlust is onuitputtelijk. Ze is een powervrouw die zelfs in de meest uitzichtloze situatie nog kracht weet te vinden om het leven voluit te leven. Terwijl ze zich een weg uit de afgrond schildert, zichzelf en haar publiek confronterend met een wereld vol pijn, imperfecties, taboes en onrecht, ontpopt ze zich tot een baanbrekende cultfiguur.
Hoewel haar tijdgenoten haar taboedoorbrekende thema’s vaak nog verontrustend vinden, wordt ze vandaag de dag op handen gedragen, omdat haar werk juist de herkenbare worstelingen van vrouwen laat zien. Ze zet in haar werk lastige onderwerpen zoals miskramen, menstruatie en borstvoeding in de schijnwerpers. Ook haar onvruchtbaarheid – een gevolg van het ongeluk – wordt een terugkerend thema in haar kunst.

Eerst vond ik mezelf de vreemdste persoon ter wereld. Maar toen dacht ik: er zijn zoveel mensen op de wereld, er zijn er vast nog méér die zich net zo afwijkend en imperfect voelen als ik.

Door zichzelf groot en centraal af te beelden, laat Kahlo zien dat ze zich ondanks alle onzekerheden, tegenslagen en pijn niet uit het veld laat slaan. Ze erkent haar imperfecties en accepteert dat pijn een wezenlijk onderdeel van het leven is. ‘Waarom heb ik voeten nodig als ik vleugels heb om te vliegen?’ zei de kunstenares ooit.

Ze dachten dat ik een surrealist was. Maar ik schilderde geen dromen, ik schilderde mijn eigen werkelijkheid.

Als de Franse dichter en surrealist André Breton in 1938 Mexico bezoekt en Kahlo’s onvoltooide werk Lo que le aqua me dio ziet, noemt hij haar een ‘geboren surrealist’. Het schilderij verbeeldt het uitzicht van Kahlo als zij in haar bad zit, omringd door drijvende personen en objecten die een belangrijke rol spelen in haar leven. Later zegt zij daarover: ‘Ze dachten dat ik een surrealist was. Maar ik schilderde geen dromen, ik schilderde mijn eigen werkelijkheid.’ In januari 1939 reist Kahlo op uitnodiging van Breton naar Parijs om haar werk te exposeren. Hoewel ze het surrealistische milieu in de lichtstad opgeblazen en nep vindt, krijgt haar carrière door deze reis een enorme boost. Ze ontmoet toonaangevende kunstenaars als Kandinsky en Picasso, die zeer onder de indruk zijn van haar werk.

Zwaluw-wenkbrauwen

Kahlo weigert zichzelf in het hokje vrouw te laten stoppen en benadrukt in haar kunst haar mannelijke trekken. Ze cultiveert haar zwaluwvormige ‘monobrow’ door deze met eyeliner extra te benadrukken en ook in haar zelfportretten dik aan te zetten. Daarmee doorbreekt ze het schoonheidsideaal van dunne, keurig geëpileerde wenkbrauwen. Hetzelfde doet ze met haar gezichtsbeharing, die ze onaangeroerd laat én weergeeft op haar zelfportretten.

Ook op het gebied van mode toont Kahlo haar eigenzinnigheid. Tijdens haar jaren in de Verenigde Staten begint ze haar aversie tegen het kolonialisme kenbaar te maken door traditionele jurken en uitbundige haaraccessoires te gaan dragen zoals de vrouwen in Tehuana deden.

“Kahlo is zo bekend geworden, omdat veel mensen zich in haar herkennen”, stelt gastconservator Stefan van Raay. “Veel gemeenschappen en bewegingen hebben haar geclaimd, waardoor men zich verbonden met haar voelt. Denk hierbij aan de feministische en communistische beweging, maar ook bijvoorbeeld aan de LHBTIQ+ gemeenschap”, aldus de gastconservator. Regelmatig draagt Kahlo mannenkleding en drinkt ze met gemak haar mannelijke gezelschap onder de tafel. Ze heeft een gloeiende hekel aan onrecht en discriminatie.

In demonstraties voor gelijke rechten voor homoseksuelen, vrouwen of transgenders loopt Kahlo voorop. Met haar kunst en levensstijl is Kahlo zonder het te beseffen een belangrijke aanjager van onze huidige LHBTIQ+ community en inspireert ze artiesten en ontwerpers als Marina Abramovic, Jean Paul Gaultier, Moschino, Dolce & Gabbana, Madonna en Coldplay.

‘Eerst vond ik mezelf de vreemdste persoon ter wereld. Maar toen dacht ik: er zijn zoveel mensen op de wereld, er zijn er vast nog méér die zich net zo afwijkend en imperfect voelen als ik,’ zegt ze in een interview. Die gedachte maakt dat ze zich ondanks haar fysieke beperkingen en onconventionele opvattingen nooit een buitenbeentje voelt, maar een vrije geest die zich omringt met andere creatieven en open denkers.

El Zapo

In 1928 trouwt Kahlo met de beroemde Mexicaanse kunstenaar Diego Rivera. Zij had Rivera leren kennen via gemeenschappelijke partijgenoten en kunstenaarsvrienden. Zij was 22 en hij 42 jaar oud. Rivera werd over het algemeen aantrekkelijk gevonden door vrouwen, maar Kahlo noemde hem ‘El zapo’, wat betekent: ‘de pad’; met zijn zware lichaam, uitpuilende ogen en dikke lippen.

Rivera was een internationaal bekende Mexicaanse artiest. Op tienjarige leeftijd komt Diego Rivera al op de kunstschool terecht. Hier ontdekt hij het fotografisch realisme als een artistieke expressievorm, wat zijn eerste werken zal beïnvloeden. Later vervolgt hij een studie in Madrid, in het atelier van de schilder Chicharro. Deze introduceert hem aan het Spaanse realisme. Diego omringt zich met veel andere bekende kunstenaars uit die tijd, zoals Picasso. Hij introduceert Rivera aan het kubisme. Dit zal later ook terug te zien zijn in zijn werken.

Diego Rivera staat vooral bekend om zijn grote, revolutionaire muurschilderingen, maar is bijna net zo bekend om zijn buitenechtelijke affaires. Het wordt een turbulent huwelijk, waarin Frida zelf experimenteert met zowel mannen als vrouwen. Ze heeft relaties met beroemde mannen en vrouwen, zoals de gevluchte marxist Leon Trotsky (én naar het schijnt met zijn echtgenote), fotograaf Nickolas Muray, zangeres Josephine Baker en actrice Paulette Goddard. Haar man vindt met name de affaire met huisvriend Trotsky onacceptabel, ondanks zijn eigen losbandigheid. In 1939 gaan de twee uit elkaar, maar in 1940 trouwen ze opnieuw; ze kunnen niet met én niet zonder elkaar. Ook haar onstuimige huwelijk maakt Kahlo veelvuldig tot onderwerp van haar kunst, ze heeft nu eenmaal lak aan conventies.

Na een vruchtbare artistieke periode gaat de gezondheid van Kahlo in 1950 nóg verder achteruit. Ze brengt opnieuw 9 maanden in een ziekenhuis door, waar zij zelfportretten blijft schilderen. In de jaren die volgen ondergaat ze een rugoperatie en een beenamputatie en in 1954 krijgt ze een longontsteking die haar fataal wordt.
Meer dan 65 jaar na haar dood zijn de thema’s uit haar werk springlevend. De taboedoorbrekende onderwerpen waar Kahlo tientallen jaren geleden al over schilderde, staan nog steeds in de spotlights, misschien nu wel meer dan ooit. Met haar dood komt er een einde aan een veelbewogen leven, een leven dat tot op de dag van vandaag anderen inspireert.

Amsterdam Dynamics brengt hockey naar stadsdeel Zuidoost

De hockeybond heeft met de Hockey Foundation als doel om in de komende 10 jaar dertig nieuwe hockeyclubs op te richten op plekken in Nederland. Op deze manier hopen zij tienduizend extra kinderen aan het sporten te krijgen. Amsterdam Dynamics is naast Noorderlicht en UNO de derde club die vanuit de Hockey Foundation ontstaan is.

Verborgen hockeytalent

Kinderen komen vaak voor het eerst in aanraking met hockey tijdens Urban Hockey; dit is een vorm van hockey die je overal kunt spelen, gewoon thuis, op de stoep of bijvoorbeeld op pleintjes in de buurt. Urban Hockey, ook wel ‘pleintjeshockey’ genoemd, bestaat uit wedstrijdjes van 3 tegen 3 en 5 tegen 5, Urban Skills & Tricks, Urban Challenges, Urban Battles en Urban Parcours. Op deze manier maken steeds meer kinderen op een speelse manier kennis met de sport.

Een belangrijk onderdeel waar de Hockey Foundation zich op focust, is nabijheid in de wijk. Urban hockey wordt daarom georganiseerd met de buurt, met hulp van de Hockey Foundation. De Hockey Foundation heeft als doel om de kinderen en ouders uit de buurt te ondersteunen en te begeleiden om door te groeien van buurtsportclub naar een volwaardige hockeyclub. Amsterdam Dynamics is ook ontstaan vanuit buurthockey, vertelt voorzitter Peter Hoitinga.

Amsterdam Dynamics is de eerste hockeyclub in Amsterdam Zuidoost. Dit is een van de stadsdelen in Amsterdam die laag scoort op gebied van sportparticipatie en jeugdgezondheid. Maar toch schuilt er veel verborgen hockeytalent in dit stadsdeel, en daarom moest er volgens de voorzitter een hockeyclub komen.

Het doel van de club is om jongeren die wonen in Amsterdam Zuidoost aan het sporten te krijgen. Op jonge leeftijd wordt vaak de eerste keuze voor een sport gemaakt, en deze is erg belangrijk voor de verdere ontwikkeling van het kind. ‘Sporten in groepsverband zorgt voor hechtheid en verbintenis met elkaar. Je doet alles in teamverband waardoor de sociale vaardigheden sterker worden. Dit zal bevorderend zijn voor de wijk, en voor de ontwikkeling van kinderen’ , aldus Peter Hoitinga.

Eerste competitiewedstrijd

Op het moment dat de club begin 2020 net was opgericht, hockeyde de leden vooral intern met elkaar. Er waren toen nog niet genoeg leden om complete teams mee te vormen, maar de club organiseerde veel leuke evenementen en hockeytrainingen voor de jongeren. Kinderen kunnen bij Amsterdam Dynamics een aantal keer gratis mee komen trainen om te kijken of ze het leuk vinden. Alle hockeykleding en hockeyspullen stelt te club beschikbaar voor de proeftrainingen, zodat dit geen drempel hoeft te zijn.

Inmiddels heeft de club één compleet team bestaande uit jongens en meisjes, waarmee zij onlangs voor het eerst wedstrijden hebben gespeeld tegen andere clubs. ‘ Na een jaar alleen maar met elkaar te hebben getraind, was het enthousiasme om voor het eerst tegen andere hockeyclubs te spelen enorm groot’ , zegt Hoitinga.

Vergoedingen en tegemoetkomingen

Niet iedereen kan hockey financieel veroorloven. Het Jeugdfonds Sport & Cultuur heeft hier daarom een regeling voor. Daar kan je namelijk een vergoeding krijgen voor zowel een lidmaatschap als bijkomende kosten voor bijvoorbeeld het tenue en een stick.

Men kan ook gebruik maken van de stadspas. Dat is een andere vergoeding die de gemeente beschikbaar stelt. Amsterdam Dynamics helpt ouders om in contact te komen met zowel het Jeugdfonds als de gemeente om gebruik te maken van de stadspas. Hoitinga: We proberen op alle mogelijke manieren de drempel zo laag mogelijk te houden. Met de contributie is daar ook rekening mee gehouden. Door de steun die we krijgen van de Hockey Foundation en sponsors lukt het ons om de kosten voor leden te beperken. Op deze manier maken we hockey voor iedereen toegankelijk.’

‘Over vijf jaar hoop ik dat we een bloeiende vereniging zijn met veel jeugdleden. We hebben nu nog geen volwaardige eigen hockeyvelden, maar ik hoop dat Amsterdam Dynamics in de toekomst minimaal twee eigen hockeyvelden krijgt op een andere plek in Amsterdam Zuidoost waar genoeg ruimte is. Zodat we daar met een groot aantal leden lekker kunnen gaan hockeyen in de reguliere competitie’, besluit Hoitinga.

Te lezen op sportenlife.nl

Quarantaine beschermt niet tegen huiselijk geweld 

Coronavirus en huiselijk geweld. Twee begrippen die je in de eerste instantie misschien niet gelijk aan elkaar zou koppelen. Toch blijkt er een relatie. Organisatie Veilig Thuis ziet sinds de start van de corona crisis een stijging van het aantal telefoontjes naar de kindertelefoon die te maken hebben met huiselijk geweld. 

De verwachting is dat er bij Veilig Thuis meer meldingen gaan komen, hoewel uit onderzoek blijkt dat dit nu nog niet zo is. 

 “Bij de vorige crisis was er een toename van huiselijk geweld te zien”, vertelt Iris (45). Zij werkt al vier jaar bij Veilig Thuis. Bij de vorige crisis ontstond veel werkeloosheid waardoor veel mensen hun baan verloren en thuis kwamen te zitten. De (financiële) problemen gaven veel stress en relaties kwamen mede hierdoor onder druk te staan. Kwetsbare gezinnen werden nog kwetsbaarder en gezinnen die hun leven goed op orde hadden kwamen opeens in zwaar weer, met alle gevolgen van dien. 

Nu is dit weer de verwachting. Je zit de hele dag bij elkaar in beperkte ruimte en daardoor lopen de irritaties soms hoog op.  Oplopende irritaties kunnen een crisis veroorzaken die volwassenen (al dan niet met kinderen) niet zelf meer kunnen oplossen. Dit zijn situaties waar medewerkers van Veilig Thuis gelijk naartoe moeten. Volgens Iris zijn dit situaties waarbij onveiligheid en/of mishandeling altijd een rol speelt. De onrust die dit met zich meebrengt wordt afgereageerd op elkaar en dat is het moment wanneer Veilig Thuis om de hoek komt kijken. 

 

Wat is Veilig Thuis?

 Veilig Thuis is een organisatie die ondersteuning biedt aan mensen die in een onveilige situatie zitten. “Slachtoffers, plegers, omstanders en professionals kunnen contact opnemen met Veilig Thuis als zij een vermoeden hebben van kindermishandeling of huiselijk geweld”, meldt de website van Veilig Thuis. 

Iris vertelt dat het vaak de politie is die een melding maakt: “Als er een melding binnenkomt wordt een triage gedaan door Veilig Thuis om de ernst en aard van de situatie te beoordelen. Als er is beoordeeld dat er sprake is van onveiligheid gaan er twee medewerkers van Veilig Thuis langs bij de mensen over wie het gaat. Twee paar ogen zien immers meer dan één paar. Er moet goed geobserveerd worden; hoe ziet het huis eruit? Als er sprake is van geweld: heeft het slachtoffer verwondingen? Zijn er kinderen betrokken, hoe gaat het met het kind, wat heeft hij/zij nodig? Een andere reden om altijd met z’n tweeën langs te gaan heeft te maken met veiligheid. Als er in het huishouden sprake is van veel geweld of als er iemand bekend staat als agressief, sta je met twee sterker dan alleen. “

Het gesprek

 Eenmaal aangekomen bij het desbetreffende huis gaan de medewerkers in gesprek met de betrokkenen: “Er is iemand die zich zorgen om hen maakt dus je wil weten hoe het gaat met de betrokkenen, wat vinden zij van de melding? is er hulp nodig?”

“Je komt niet altijd gewenst dus regelmatig zijn mensen wantrouwend of bieden enige vorm van weerstand en willen niet in gesprek. We nemen mensen hierin heel serieus en door ze goed te informeren. Door in te voelen in hun situatie kunnen we vaak wel in gesprek met de mensen. Door de jaren heen leer je op welke manier je dit het beste kan aanpakken. In geval van agressie let je bij binnenkomst goed op en zoeken we vaak een tactische plek uit in de woonkamer zodat je in geval van nood snel weg kunt”, vertelt Iris. “Bij collega’s is het wel eens gebeurd dat zij weg moesten, bij mij gelukkig nog nooit.” 

 Aan de hand van de gesprekken die de medewerkers hebben gehad met alle betrokkenen maken zij een veiligheidsplan samen met het gezin of met het systeem. In zo’n plan staan de afspraken tussen partners, tussen ouders en kind, tussen kinderen onderling die helpend zijn om de veiligheid te vergroten. Wie doet wat bij welke ruzie of spanning, wie kan gebeld worden voor steun, neemt iemand een time-out nemen en zo ja hoe/wat dan? In een veiligheidsplan staat dus concreet beschreven wat er moet gebeuren vanaf nu zodat het voor iedereen veilig is in zijn huis.

Ouderenmishandeling 

Elke casus is verschillend, waardoor ook elk veiligheidsplan verschillend is. Hoewel het in de media vaak over kinderen gaat, is er ook veel sprake van ouderenmishandeling. Dit is het gebied waar Iris vooral in werkzaam is. Ouderenmishandeling is mishandeling van een 65-plusser die afhankelijk is van een ander. “Bij ouderen is het soms lastig om ze te helpen, zij vinden verandering lastig en houden daardoor de situatie deels in stand. Sommige mensen wil je redden maar laten zich niet redden.” 

Slachtoffers kunnen de mishandeling accepteren om verschillende redenen. Vaak zijn ze bijvoorbeeld financieel afhankelijk van de pleger, of krijgen ze mantelzorg van die persoon. Anderen willen bij hun partner blijven uit angst voor verandering.

“In het algemeen geldt dat pas na gemiddeld 43 incidenten huiselijk geweld naar buiten komt. Dat is het moment als professional om een slachtoffer een luisterend oor te bieden, steun te geven en hopelijk hulp te organiseren voor alle betrokkenen.” 

Voor die tijd is het belangrijk voor de omgeving om te signaleren; de buren die een oogje in het zeil kunnen houden, de huisarts die informatie geeft of school die een kind een veilige plek biedt. “Dan hoop je op die manier dat iemand eerder een kans krijgt om een arm om iemands schouder heen te slaan en betrokkenen hulplijnen te bieden.” 

Kindermishandeling 

 Kindermishandeling is een ander verhaal. Waar we bij ouderenmishandeling alleen kunnen helpen als zij dat zelf ook willen, ligt dit bij situaties waar kinderen bij betrokken zijn anders. 

“Met kinderen erbij móet je doorpakken als de onveiligheid te groot is. Wij zijn gericht op samenwerking, partnerschap en we kijken hoe we een gezin kunnen helpen. Het komt voor dat onze hulp niet genoeg. Als de situatie te onveilig blijft kan het zijn dat Veilig Thuis de Raad voor Kinderbescherming inschakelt om een onderzoek te doen naar wat het kind nodig heeft en hoe dit geregeld kan worden.”

 Dit is bijvoorbeeld het geval als ex-partners in complexe echtscheidingen elkaar zwartmaken. Vaak kunnen de ouders dan niet meer relativeren. Elk klein signaal wordt aangewend als een reden om het kind niet meer naar de partner te laten gaan, het kind wordt dan ingezet als middel in de strijd. 

Jeugdzorg is een organisatie waar Veilig Thuis op gebied van jeugd veel mee samenwerkt. De doelgroep die onder ‘jeugd’ valt zijn de kinderen van 0 t/m 18 jaar. Soms is er sprake van een verlengde jeugdzorg. Dan val je tot je 23e  onder deze doelgroep. 

Jeugdzorg is een algemene omschrijving voor álle maatschappelijke zorgvoorzieningen voor de jeugd, maar Jeugdzorg gaat in de volksmond meestal over jeugdbescherming en het uit huis plaatsen van kinderen. Als Veilig Thuis alle informatie heeft verzameld en vervolgens vindt dat Jeugdzorg hierbij betrokken moet worden dan contacteren zij de gemeente hierover. De gemeente is als het ware de makelaar tussen Veilig Thuis en Jeugdzorg. De gemeente zorgt er vervolgens voor dat de benodigde zorgaanbieder jeugdhulp biedt in het betreffende gezin. Dit kan lichtere hulp zijn voor ouders, voor het kind of voor een heel gezin, maar het kan ook een intensievere vorm van hulp zijn, bijvoorbeeld het uit huis plaatsen van een kind of jongere.

Uitzonderingen

 Er zijn ook uitzonderingen waarbij Veilig Thuis wel direct Jeugdzorg mag benaderen. Bijvoorbeeld als er sprake is van crisis. Dan kan Veilig Thuis crisishulp inschakelen. Een crisissituatie kan bijvoorbeeld de situatie zijn dat kinderen ernstig verwaarloosd zijn (op de grond slapen, geen eten in huis, etc.), maar ook een kind dat is weggelopen en zichzelf in gevaar brengt door bijvoorbeeld drugsgebruik of omdat er vermoed wordt dat hij/zij mogelijk actief is in de prostitutie. 

Ook als er sprake is van ernstig huiselijk geweld waarbij de vrouw (met kinderen) tijdelijk op een veilige plek moet verblijven kan meteen via Veilig Thuis een plek in de vrouwenopvang worden geregeld. In zo’n situatie hoeft de gemeente niet als tussenpersoon te fungeren. Ook tijdens de corona-crisis kan jeugdhulp sneller door Veilig Thuis zelf worden geregeld, echter wel altijd in samenspraak met de gemeenten.

 

“Ik probeer het niet op mijzelf te betrekken”

 Over het algemeen worden er in de media veel rampverhalen uitgelicht met betrekking tot Veilig Thuis en Jeugdzorg. Iris vertelt dat zij het jammer vindt dat er zoveel negatieve verhalen de ronde doen. 

“Tuurlijk zitten er verhalen tussen die waar zijn, want er werken duizenden mensen en het zal echt wel eens misgaan, maar er wordt vaak geen wederhoor gepleegd. Het kan bijvoorbeeld de waarheid zijn dat er acht mensen op de stoep staan om een kind uit huis te plaatsen en dat dit gepaard gaat met de nodige commotie. Maar dit wordt door zoveel mensen gedaan omdat de onveiligheid groot wordt geacht bij het betreffende gezin. Het verhaal dat zich in alle jaren daarvoor heeft afgespeeld waardoor dit punt bereikt is én de inspanningen die geleverd zijn om er wel samen uit te komen wordt vaak niet toegelicht.” Iris betrekt de negatieve publiciteit nooit op zichzelf, maar vindt het wel jammer.

 Het is volgens Iris een bepaald type mens dat dit werk kan doen; stressbestendig en flexibel. Eigenschappen als respect hebben voor anderen, zich niet snel persoonlijk aangevallen voelen, en inlevingsvermogen passen ook in dit rijtje. 

“Ik vind dat je altijd moet denken ‘het zou mij maar overkomen. Ik zou maar in zo’n situatie zitten’; wat vind ik dan prettig? Heb respect. Ook al zit je tegenover een vermeend crimineel. Als iedereen zich meer en beter in de ander zou verplaatsen dan is dat beter voor de onderlinge relatie en ik hoop dat mensen dan ook respectvoller gaan praten over ons beroep”, aldus Iris.

 Ben je zelf slachtoffer van huiselijk geweld of heb je het vermoeden dat iemand in je omgeving slachtoffer is? Bel gratis naar: 0800-2000

Jong of oud: zelfde regels

De boodschap van premier Rutte is duidelijk:“blijf thuis” in drie verschillende talen galmt het door de woonkamer. Dit advies geldt voor jong én oud.

Ja, ik ben jong en ja ik weet dat we afstand moeten houden. En dat doe ik ook. Maar als je de oudere mensen die op straat regelmatig naar me schreeuwen moet geloven, ben ik zo’n onverantwoordelijke jongere. 

 

Hardlopen

 Net als vele anderen heb ik tijdens deze quarantaine besloten mijn hardloopschoenen weer uit de kast te trekken. Samen met een vriendin probeer ik drie keer per week een half uurtje hard te lopen over de hei. Terwijl het eigenlijk de bedoeling is dat mensen zoveel mogelijk binnen blijven, lijkt het alsof alle inwoners uit Hilversum op de hei zijn komen wonen: je moet toch wat? 

Waar normaal niemand te bekennen is lopen nu tientallen mensen rond. Gezelligheid.

Anderhalve meter 

Met anderhalve meter afstand rennen mijn vriendin en ik over de hei. Tot onze grote verbazing lopen er veel ouderen en groepen van meer van drie volwassenen rond. Na een half uur hardgelopen besluiten wij uit te rusten op een bankje; ik helemaal aan het ene uiteinde, mijn vriendin aan het andere. 

Na nog geen vijf minuten loopt er een vrouw langs die expres nét iets harder begint te praten aan de telefoon: “Zie ik hier weer van die jongeren zitten die geen afstand houden.” Waarna mevrouw zelf langs een wildvreemd persoon loopt, zonder anderhalve meter afstand te houden. Mijn vriendin en ik kijken elkaar verbaasd aan, want wij houden toch gewoon voldoende afstand? 

Vijf minuten later stopt er een mevrouw in een scootmobiel voor ons en vraagt ons of wij zusjes zijn. Na ons ontkennende antwoord, krijgen wij van een preek over dat wij wel voldoende afstand moeten houden en eigenlijk helemaal niet samen op de hei mogen zijn. We besluiten naar huis te gaan. 

Sociaal contact

 Ondanks sociale media en de vele online-borrels, mis ik het fysieke sociale contact met vriendinnen. Gewoon écht met elkaar zijn, in plaats van via FaceTime waarbij om de minuut  de computer vastloopt. 

 Dus poging twee: picknicken op de hei. Om nog enige vorm van sociaal contact te behouden merk ik dat ik, en vele andere leeftijdsgenoten om mij heen, nu vaak met z’n tweeën in de natuur afspreken. Een wandeling over de hei met anderhalve meter afstand ertussen moet kunnen. 

Een vriendin en ik besluiten zo’n wandeling te maken met aansluitend daarop een picknick. Wederom lopen er tientallen mensen rond over de hei, waaronder ook veel ouderen. Terwijl je zou denken dat deze kwetsbare groep juist extra voorzichtig moeten zijn met waar zij wel- en niet komen. 

Achteraf hadden wij beter een andere plek kunnen uitzoeken om ons picknickkleed neer te leggen (die ik overigens expres had uitgekozen zodat wij op het kleed anderhalve meter afstand konden houden). Om de vijf minuten komt er namelijk een hond op ons afgerend om te kijken of er nog iets te snaaien valt. 

De eigenaar van de zoveelste hond kan het niet laten om op te merken: “Volgens mij rent onze hond alleen af op jongeren die niet genoeg afstand houden.” Ook nu kijken mijn vriendin en ik elkaar vreemd aan, want het baasje loopt zelf met drie andere ouderen zonder anderhalve meter afstand te houden over de hei! Over hypocriet gesproken…

Hou eens op met dat geschreeuw

 Wat mij opvalt is dat ik als jongere vaak wordt aangesproken op mijn gedrag met betrekking tot het coronavirus, terwijl ik mij juist netjes aan de regels houd. Als er jongeren zijn die zich niet aan de regels houden, moeten zij inderdaad op hun gedrag kunnen worden aangesproken. Maar wat ik wil meegeven aan mensen is; analyseer eerst de situatie goed voordat je uit het raam “afstand houden” schreeuwt naar mij en mijn moeder. Mensen die in één huis wonen hoeven namelijk geen afstand te houden. En bovendien zou je dit niet naar twee ouderen schreeuwen hangend uit het raam. 

Beetje beter

 Let vooral op jezelf, in plaats van op wat anderen doen. Zorg ervoor dat je niet zelf bellend vlak langs iemand loopt, terwijl je anderen aan het corrigeren bent. Of zorg ervoor dat je niet zelf met meer dan drie personen in het openbaar bent, voordat je je ‘anderhalve-meter-afstand-hond’ op iemand afstuurt. Zo maken wij samen de wereld weer een beetje beter.

Ongegeneerd BN’ers kijken bij Museum Hilversum

De ochtendzon gloort door de ramen als de eerste bezoekers van Museum Hilversum binnenlopen. Het 250 jaar oude gebouw staat in het centrum van de mediastad tussen de levendige terrassen met etende mensen en de vele fietsers en voetgangers die elkaar begroetend voorbijgaan. En ook Museum Hilversum (het oorspronkelijke raadhuis) leeft weer op in tijden van corona. Nadat het museum twee maanden gesloten is geweest, merkt Stef van Breugel (directeur van Museum Hilversum) een stijging in het aantal bezoekers. Het museum bruist, met als eerste expositie ‘Face It’ van fotograaf William Rutten.

Vertrouwde gezichten

Nadat de handen zijn ontsmet en je je reservering hebt gemeld bij de balie, word je via een coronaproof looproute de begane grond van het museum ingebracht. Een grote ruimte waar je gelijk door een stuk of twintig mannen wordt aangekeken. De mannen op het doek voelen stuk voor stuk vertrouwt, maar je kent ze (waarschijnlijk) niet persoonlijk. Je wordt je door deze expositie bewust van de bijzondere relatie die je hebt met de bekende Nederlanders die zijn afgebeeld op de foto’s. Bij het bekijken van de gezichten, die gedetailleerd in beeld zijn gebracht, komen er verschillende gedachten en emoties los. Misschien word je boos op Johan Derksen, om zijn grap over Akwasi. Of word je verdrietig om het overlijden van de man van André van Duin.

Imperfect

Volgens Stef van Breugel gaat deze expositie ook over imperfecties. ‘Je lichaam en je gezicht gaan tekenen, en dat zie je in deze tentoonstelling.’ Stef benoemt Henk Westbroek als zijn favoriet. ‘Henk Westbroek vond zichzelf altijd een lelijke man, maar nu hij hier hangt zei hij: nu weet ik tenminste dat ik niet de enige ben’, aldus Stef.

Toch blijft het gek om zo’n relatie te hebben met een BN’er. William Rutten (de fotograaf) vroeg zich af waarom we zo ongegeneerd naar iemand die bekend is van televisie, krant of tv kunnen kijken. ‘Waarom willen we door hen gezien worden, en praten we net te hard om een reactie te ontlokken en kijken we tegen hen op?’

Lopend door de ruimte hoor je via de geluidsinstallatie de galmende stemmen van de verschillende (radio)presentatoren, YouTubers, zangers, politici (en ga zo maar door) die door het museum hangen. De gezichten voelen indringend door de scherpe blikken en de zwarte achtergronden. Elk detail van elk gezicht springt van het doek. Ook de twee benedenetages zijn hetzelfde ingericht: een kale ruimte met galmende stemmen, en foto’s aan de muur die iets van duisternis weg hebben, maar toch een opgewekt gevoel geven. De imperfecties van de mannen zijn zichtbaar: nu weet je tenminste dat je niet de enige bent.

De expositie ‘Face It’ is t/m 2 augustus te zien in Museum Hilversum.

Mrs. Italy serveert versgebakken pizza’s vanuit een luxe bus

Een pizza met aardbeien of gewoon de all-time favourite pizza Margarita. Het kan allemaal bij Mrs. Italy: de luxe, professioneel uitgeruste pizzeria op wielen, die vanuit Het Gooi rondrijdt door het hele land. Terwijl alle horeca de deuren moest sluiten vanwege de coronapandemie konden Anneke Dijkstra en haar team hun werkzaamheden gewoon voortzetten.

Maar hoe is dit eigenlijk begonnen? Anneke Dijkstra, een sterke vrouw van middelbare leeftijd die een gewoon, normaal luizenleventje leidt met een dochter, vier katten en een baan als, naar eigen zeggen, ‘veredelde secretaresse.’ Totdat zij in 2017 een vaststellingsovereenkomst aangeboden krijgt van haar werkgever, waardoor ze de kans krijgt haar eigen bedrijf te beginnen.

Aversie tegen slechte pizza

Het begon allemaal bij de aversie van Anneke Dijkstra (50) tegen Nederlandse pizza’s. Van jongs af aan gaat zij al op vakantie naar Italië, en daar zijn de pizza’s volgens Anneke zó lekker: “Waarom kunnen ze dat in Nederland niet?”

Toen een Italiaanse vriend van Anneke in 2015 vertelde over een collega die een opleiding tot pizzabakker had gevolgd, riep ze vanuit haar tenen: ‘dat wil ik ook!’  En zo gezegd, zo gedaan. Zonder twijfel – en toen ook nog zonder enige reden – heeft ze in Venetië de twee weken lang durende opleiding tot pizzabakker keurig afgerond. En terwijl zij thuis in het dagelijks leven eigenlijk helemaal niet kan koken, is zij tijdens het pizzabak-examen (waar zij overigens als enige vrouw aan mee deed) uitgeroepen tot de beste pizzabakkersleerling van de opleiding. Maar dat kon ook haast niet anders als je als basissaus broccoli-crèmesaus gebruikt met als garnering roosjes die gesneden zijn uit wortel.

Wat is nou het geheim van een goede pizza? Volgens Anneke begint dit allemaal bij de bodem: Pinse romane. ‘Dit is een unieke bodem die krokant is aan de buitenkant en luchtig aan de binnenkant en licht verteerbaar is omdat het deeg tenminste 24 uur gerezen heeft en minder zout en weinig koolhydraten bevat en het deeg hoog gehydrateerd is en voor 80% uit water bestaat.’

Als ik dit kan, kan ik vast ook een eigen pizzeria beginnen’

En alsof de pizzabak-carrière van Anneke voorbestemd was, werd Anneke een tijdje later gevraagd voor twee weken een pizzabakker te vervangen bij een pizzeria in Loosdrecht. Anneke vond het in de eerste instantie een lachwekkende vraag: ‘Waarom zou ik een pizzeria kunnen runnen? Ik kan niet eens koken!’

Om in een korte tijd zo veel mogelijk te leren besloot Anneke een maand lang elke dag mee te lopen in de pizzeria, om daarna de twee weken vervanging op zich te nemen. En dit werd een succes. Naast veel leuke complimentjes die Anneke in ontvangst mocht nemen, bleek ze het pizzabakken toch wel erg leuk te vinden. ‘Als ik dit kan, kan ik vast ook ooit wel eens een eigen pizzeria beginnen’, dacht Anneke.

Als het bedrijf waar Anneke voor werkt door een reorganisatieperiode gaat en Anneke zichzelf bij het Voortdurend Verbeteren-team overbodig gemaakt heeft, krijgt het idee van een pizzeria ineens meer betekenis. Ze besluit het bedrijf te verlaten en haar businessplan verder uit te werken.

De kick-off

Door een crowdfundingsactie in eigen kring en veel hulp van vrienden en familie kon Anneke de eerste benodigdheden voor haar bedrijf financieren: koelingen, ingrediënten en niet te vergeten: de pizzabus. In haar eentje begon ze het bedrijf op te bouwen: ’s morgens bodems bakken, ‘s middags pizza’s beleggen, en ’s avonds de pizza’s rondbrengen met de pizzabus. In een jaar tijd bouwde ze een leuke klantenkring op en perfectioneerde ze haar processen.

Toen sloeg het noodlot toe. In mei 2019 werd Anneke gebeld terwijl zij pizza’s aan het bakken was in Den Bosch. ‘Je bedrijf staat in brand!’ Na tientallen appjes, belletjes en filmpjes binnen te hebben gekregen bleek deze nachtmerrie echt waar te zijn. Het pand van Mrs. Italy was helemaal afgebrand.  Alles was weg: productiekeuken, bakkerij, garage, voorraden. Gelukkig was de bus gespaard gebleven.  Het enige waar Anneke zich druk om maakte, was een grote cateringopdracht van 90 personen die voor vijf dagen later op de planning stond. Door veel moed en doorzettingsvermogen en met veel hulp van klanten en vrienden is het Anneke gelukt om vanuit een leegstaande bedrijfskantine van een goede klant een doorstart te maken. Zelfs de grote opdracht is – met een beetje geluk en vasthoudendheid – uiteindelijk goed gekomen.

Hoe is het nu?

Na de brand heeft Anneke niet opgegeven en haar hele bedrijf opnieuw opgebouwd met als vaste basis een grote loods in Loosdrecht. Ze heeft werknemers in dienst genomen, nieuwe klanten geworven en vooral heel veel nieuwe pizza’s ontwikkeld en gemaakt. Mrs. Italy rijdt rond door heel Het Gooi, en vanaf een bestelling van ongeveer 50 pizza’s komt de bus zelfs naar het allernoordelijkste of -zuidelijkste puntje van Nederland.

In de toekomst zou Anneke graag zien dat Mrs. Italy een franchise wordt. En ze is goed op weg, want deze maand heeft Mrs. Italy een tweede bus aangeschaft: ‘Ik ben trots op het bedrijf dat er nu staat, en toch is er altijd ruimte voor verbetering en groei!’

Website: https://mrsitaly.com

“Broodbakken is handwerk, net als mijn kunst”

Anne Schillings is een kleine kunstenares uit Zeist. Zij exposeert haar eerste eigen kunst in het broodlokaal in Zeist. Hier zit zij vaak te werken aan nieuwe kunstwerken, die gaan over dingen uit het dagelijks leven. Anne houdt ervan om mensen een gelukkig gevoel te geven met haar kunst.

Aanraken en voelen

Anne heeft al van kleins af aan een obsessie met knutselen en tekenen. Ze heeft een grote liefde voor stof, en is daarom begonnen aan de modeopleiding. Dit bleek het toch niet helemaal te zijn. Nu is Anne 23 jaar oud en zit ze in het derde  jaar van de HKU. Daar zit ze goed op haar plek. Haar liefde voor stof heeft ze nog steeds: “ik hou ervan om dingen te kunnen aanraken en voelen”. Het is daarom geen toeval dat Anne haar kunst ruimtelijk en tastbaar is. “Het moet een bepaald gevoel  oproepen wat je op geen enkele manier kunt omschrijven.” Haar kunstwerken zijn dan ook bijna nooit van hetzelfde materiaal. Anne houdt ervan om verschillende materialen te combineren, denk aan stof, borduursels en stift.

“Ik wil met mijn kunstwerken vooral plezier overbrengen, ik vind het leuk om positieve gevoelens over te brengen waar geen woorden voor zijn.”

Het broodlokaal

Anne is zelf opgegroeid in Zeist, en komt er nu ook nog regelmatig. De locatie van de expositie is dan ook niet willekeurig gekozen; in het broodlokaal is Anne vaak te vinden terwijl zij met nieuwe kunstwerken bezig is. “Er hangt hier een leuke sfeer, daar past mijn werk goed bij”. Hier haalt zij soms ook haar inspiratie vandaan: “Ik vind het leuk om kunst te maken over normale dingen in het leven. Als ik bijvoorbeeld hier een gekookt eitje bestel denk ik ‘hey, een ei’ en dan maak ik daar bijvoorbeeld een kunstwerk van.”

De expositie in het broodlokaal is Anne haar eerste eigen expositie.  De achterliggende gedachte voor de gekozen locatie vindt Anne erg belangrijk: “broodbakken is handwerk, net als mijn kunst”. Anne maakt geen kunstwerken die zij vervolgens verkoopt, maar dit wil zij in de toekomst wel gaan doen. Nu probeert ze dat nog vooral te doen via haar eigen sociale-mediakanalen, maar het doel is een eigen webshop.

Wat Anne absoluut niet wil is dat haar kunst in musea komt te hangen terwijl zij zelf nog leeft: “het is toch veel leuker om mijn kunstwerken onverwachts tegen te komen op bijvoorbeeld het station, in plaats van dat het zo saai in een museum hangt.”