AMERSFOORT- Op de Dag van de Leraar staan docenten centraal, een moment om waardering te tonen en te laten zien wat hun werk echt betekent. Anita Worms, ex-docent Nederlands en bouwkunde, blikt terug op haar 28-jarige loopbaan in het mbo. Ze vertelt over de betrokkenheid bij studenten, de veranderingen in het onderwijs en de trots die het behalen van een diploma met zich meebrengt, zowel voor docent als leerling.
U stond 28 jaar voor de klas, altijd in het mbo. Hoe bent u ooit in het onderwijs terechtgekomen?
“Ik begon eigenlijk helemaal niet in het onderwijs. Na de pedagogische academie heb ik gereisd en in het buitenland gewoond. Toen ik uiteindelijk alleen voor mijn kinderen kwam te zorgen, zag ik het onderwijs als een perfecte combinatie van werk en gezin. Zo belandde ik bij het mbo, puur door een open sollicitatie. Het klikte meteen, veel beter dan ik had verwacht.”
Er is best wel een stereotype omtrent mbo-studenten, wat vindt u daarvan?
“Soms hoor je stereotype verhalen, maar veel studenten zijn ontzettend gemotiveerd. Het advies van de middelbare school klopt niet altijd bij hun capaciteiten of motivatie, en dan vinden ze hun plek op het mbo. Daar krijgen ze echt de kans om te groeien en door te stromen naar het hbo. Ik heb altijd gezien dat studenten zichzelf willen bewijzen en vaak slimmer en volhardender zijn dan men denkt.”
Hoe verschilt het mbo van het hbo in uw ervaring?
“Het mbo is veel persoonlijker. Studenten worden door een team gevolgd en begeleid van begin tot eind. Op het hbo ligt veel meer verantwoordelijkheid bij de student zelf. Daar missen ze vaak wat op het mbo vanzelfsprekend was: een docent of mentor die met je meedenkt en dagelijks betrokken is bij je leerproces.”
Heeft u veranderingen in het onderwijs ervaren tijdens uw carrière?
“Technologie heeft veel veranderd: van boeken naar laptops, van krijtborden naar whiteboards en van rapporten naar digitale leerplatformen. Dat werkt fantastisch wanneer het goed gaat, maar sommige studenten hebben nog steeds behoefte aan klassikale uitleg en aantekeningen. Wat onveranderd blijft, is het menselijke aspect: betrokkenheid, communicatie en motivatie zijn het hart van lesgeven.”
Met de Dag van de Leraar als aanleiding: hoe kijkt u tegen werkdruk en lerarentekort aan?
“Het lerarentekort is een groot probleem, vooral door beloning en carrièremogelijkheden. Toch blijft het mbo aantrekkelijk voor wie regisseur wil zijn van de eigen lessen. Je hebt veel vrijheid en verantwoordelijkheid. Dat maakt het vak intensief, maar ook enorm waardevol.”
Wat maakt het vak voor u zo mooi?
“Het mooiste moment is altijd het zien van studenten die hun diploma in ontvangst nemen. Ongeacht het niveau, dat gevoel van trots en succes blijft onvergetelijk. Ouders en vrienden zien hoe hard ze hebben gewerkt, en studenten stappen de wereld in met vertrouwen. Daar doe je het allemaal voor.”
Hoe kijkt u terug op uw carrière?
“Het was precies goed zo. Het was nooit te lang of te kort. Natuurlijk waren er frustraties over veranderingen en bureaucratie, maar de focus lag altijd op de studenten en het vak. Werken met een betrokken team, de humor in de collega’s, dat mis ik soms nog steeds. Dat maakte de dagen zo waardevol.”
Het verhaal van Worms laat zien dat betrokkenheid, persoonlijke begeleiding en het succes van studenten het hart van het mbo vormen. Lesgeven gaat veel verder dan theorie: het gaat om leerlingen zien groeien, hun talenten benutten en vol vertrouwen de wereld insturen.