AMERSFOORT – Nog enkele mensen haasten zich kort voor één uur ’s middags naar binnen bij Voedselbank Amersfoort voordat de deuren die dag sluiten. Sommige medewerkers zitten al buiten en genieten van het zonnetje dat op dat moment schijnt. Binnen lijkt het net een supermarkt en word je ontvangen door een kassa, verschillende gangpaden voor allerlei producten, koelkasten en vriezers. Het magazijn, een ruimte verderop, leidt ook tot de kantoren boven. Het tapijt is een mooi donkergroen, maar felle kleur, enkele cheques hangen aan de muur van verschillende bedrijven met bedragen van uiteenlopende hoogte. In dit kantoor zit Jelle Hekman. Hij is al vijf jaar bestuurslid bij Voedselbank Amersfoort en neemt de laatste tijd ook de rol secretaris op zich. Hij houdt zich voornamelijk bezig met communicatie en dagelijkse bestuurlijke zaken. In de Week tegen Armoede vertelt Hekman waarom ze besloten hebben juist géén extra activiteiten te organiseren.
Week tegen Armoede
‘Ik ben deze week met een collega naar het jaarcongres van Voedselbanken Nederland geweest. Wij hebben in Nederland iets van tweehonderd voedselbanken, die allemaal goed georganiseerd en ondersteuning krijgen van de vereniging. Het jaarcongres heeft een eigen programma met bijvoorbeeld een aantal ambassadeurs. Eén van die ambassadeurs was Olcay Gulsen, die daar een verhaal deed. Zij is actief op het gebied van mode en is nu een ondernemer die goed verdient. “Maar waarom is ze dan ambassadeur geworden van de Voedselbank?” Omdat ze zelf weet wat armoede is uit haar jeugd.’
‘Zo zijn er verschillende sprekers en voedselbanken die iets bedacht hebben voor dit congres, die dus een onderwerp of focus bedenken. Voedselbank Venlo bijvoorbeeld vraagt veel meer aandacht voor gezonde voeding. Wij sluiten ons daar wel bij aan. In het verleden hebben wij wel een keer iets verzonnen, maar op een gegeven moment dachten we: ‘Voor wie moet je dan iets extra’s doen? De klanten?’. Wij hebben gezegd: ‘Nee, dat doen we niet’. Je zou het ook kunnen doen om aandacht te vragen van donateurs, maar dat doen we de hele tijd.’
Het doel van Voedselbank Amersfoort
‘Wij hebben vanaf dit voorjaar gezegd dat wij meer klanten willen hebben. Ons doel is om mensen over de drempel te helpen hier binnen te komen. Want onderschat niet dat mensen het niet leuk vinden om hierheen te gaan. Ze komen hier niet van “oh lekker gratis”. Nee, ze hebben het nodig. Want ze hebben schaamte of trots, dus ze willen eigenlijk niet. En ook wel het idee: ‘daar word ik op aangekeken’. Dus daarom hebben wij het winkelconcept. Dat is toch iets prettiger dan uitdelen. Sinds wij hier zitten, ruim een jaar, is dat winkelconcept echt de nieuwe aanpak. Zo kunnen mensen zelf uitkiezen wat ze willen en nodig hebben.’
‘Daarom doen wij ook niet iets extra’s met de Week tegen Armoede, want we zijn er het hele jaar mee bezig. En kijken nu dus vooral lokaal: hoe kunnen we mensen helpen om toch over de drempel te stappen en naar een voedselbank komen? Wij willen nu samen met twee communicatiemedewerkers een aanpak verzinnen die meer effect heeft. Wij hebben intern gezegd: “Wij willen eigenlijk in een jaar tijd honderd extra klanten”, om een globale doelstelling te hebben. Per jaar zijn er ruim vierhonderd nieuwe klanten, tussen de vier- à vijfhonderd. Maar, er stromen ook vier- à vijfhonderd uit. Dus het blijft een beetje gelijk. Klanten zijn gezinnen, wij tellen dus ook per gezin.’
‘Bij ons kan je klant zijn, maar dat wil niet zeggen dat je elke week komt. Sommige mensen zeggen dat één keer in de twee weken voldoende voor hen is. Daardoor hebben wij een lagere opkomst dan het aantal klanten. Dus we kijken altijd naar het totaal aantal klanten dat wekelijks komt. Je hebt ook de zogeheten no-showklanten. Dat varieert ook in de loop van het seizoen. We hebben een systeem voor de verdeling van producten. Dat wordt gedaan met kleurcodes per gezinsgrootte. Er staat per kleurcode bij een product hoeveel een gezin van dit product mag meenemen. Het aanbod varieert ook per week. Dus wij proberen uit te stralen: “Kom hier, we helpen je. Als je komt, krijg je ook gewoon meteen voedsel, direct bij aanmelding.”

Een overzicht van de nieuwe inschrijvingen, uitschrijvingen en no-showers in week 38, 39 en 40
‘Na een aanmelding krijg je een aantal maanden voedsel. En daarna gaat de intaker het gesprek aan. Want we helpen je met voedsel, maar we willen je vooral helpen om van het probleem af te komen. Dus we gaan dan met deze mensen kijken, hoe het komt dat ze meer geld nodig hebben dan ze binnenkrijgen. We kijken naar het inkomen, de uitgaven en zeggen we onder de streep, voor een alleenstaande bijvoorbeeld moet er driehonderd euro per maand overblijven om voedsel te kopen. Zo hopen we deze mensen hier binnen te krijgen en verder te helpen, zodat je niet voor altijd bij de voedselbank hoeft te blijven.’