AMERSFOORT – Na maanden van betrokken gesprekken, inzichten en ontmoetingen vond de slotbijeenkomst van de De Zwarte Agenda plaats. Er werd teruggeblikt op het traject en de resultaten van het actieonderzoek rond anti-zwart racisme in Amersfoort werden gepresenteerd. Het eindrapport werd overhandigd aan de wethouder.
Amersfoorters uit de Afro/Afrikaanse diaspora hebben onderzoek gedaan en hun conclusies gebundeld in een rapport. Tijdens de bijeenkomst blikten ze terug op een jaar van actie, onderzoek en ontmoeting. Het eindrapport werd onthult en overhandigd aan wethouder Micheline Paffen-Zeenni. ‘Ik schrok mij een hoedje toen ik het rapport las. We hebben nog een hele weg te gaan. Er zijn veel stappen die genomen moeten worden waar wij als gemeente aan kunnen bijdragen. We gaan het rapport zeker in ons inclusiebeleid meenemen’, zegt de wethouder.
De Zwarte Agenda heeft zich afgelopen jaar verenigd om in gesprek te gaan en onderzoek te doen naar racisme op verschillende thema’s. Onder andere onderwijs, kunst en cultuur, zorg en welzijn, politiek en ontmoetingsplekken kwamen aan bod. Ze waren niet verrast over de conclusie uit hun onderzoek: Er is nog veel werk te verrichten als het gaat over gelijkheid in Amersfoort.
De avond vond plaats in de Broedplaats. De bijeenkomst was vol ontmoeting, muziek, lekker eten maar vooral dialoog over toekomstgerichte stappen die gemaakt moeten worden om racisme tegen te gaan, en hoe de gemeente hier in kan bijdragen. ‘In kleine stapjes kunnen wij helpen om de aangekaarte punten te bereiken. We kunnen bijvoorbeeld beginnen bij het meedenken voor een plek voor de gemeenschap om elkaar te blijven ontmoeten’, verteld de wethouder.
Nadine Mercera, betrokken bij de beweging, heeft meegeschreven aan het rapport. ‘Een van de punten die we hebben besproken is onderwijs. Als actiepunt hebben we opgeschreven dat leerkrachten en schooldirectie, een antiracisme cursus moeten krijgen over hoe ze om moeten gaan met een kind van kleur op school. Maar ook dat de leerlingen meegenomen worden daarin. Zodat zij ook meekrijgen over wat zij zelf kunnen doen om iedereen in de klas zichzelf te laten zijn’, zegt Nadine. ‘We willen niet maar reactief zijn, maar ook gewoon preventief’.
