Amersfoort

Selecteer Pagina

“Je stem mag er zijn, ook als hij hapert” – Amersfoortse stottertherapeut over Wereldstotterdag

“Je stem mag er zijn, ook als hij hapert” – Amersfoortse stottertherapeut over Wereldstotterdag

AMERSFOORT – Woensdag is het Wereldstotterdag, een dag waarop wereldwijd aandacht wordt gevraagd voor mensen die stotteren. In Amersfoort vertelt stottertherapeut Kristel Schlangen van praktijk Sprekenderwijs over de betekenis van die dag – en over hoe stotteren allang niet meer draait om perfect spreken, maar om zelfvertrouwen en begrip.

“Het gaat niet om vloeiend spreken, maar om vrij kunnen praten”

“Vroeger lag de nadruk op het vloeiend leren spreken,” zegt Schlangen. “Maar in de loop der jaren is dat veranderd. Tegenwoordig draait het erom dat mensen leren omgaan met hun stotteren. Dat ze zich niet laten belemmeren in wat ze willen zeggen.”

In haar praktijk ziet ze dagelijks hoe verschillend stotteren kan zijn. “Bij jonge kinderen werk ik veel met spel en ontspanning. Ze leren dat praten leuk mag blijven. Bij volwassenen is het vaak een proces van zelfacceptatie. Het doel is niet: nooit meer stotteren, maar: durven praten, ook al stotter je.”

Wereldstotterdag in Nederland

Rond Wereldstotterdag worden er verschillende evenementen georganiseerd. Zo wordt er in Utrecht de week na de vakantie een stotter-festival gehouden. “Dat is eigenlijk heel breed, puur om het stotteren wat meer landelijk bekend te maken. Wat is het en hoe ga je er mee om?”

Ze merkt dat het onderwerp steeds meer leeft. “Er komen regelmatig ouders langs die zich zorgen maken omdat hun kind stottert. Dan vertel ik: stotteren is iets wat bij een kind hoort, net als haarkleur of lengte. De omgeving kan helpen door ruimte en geduld te geven. Rustig luisteren, niet aanvullen, dat maakt een wereld van verschil.”

Waar stotteren vandaan komt

Over het ontstaan van stotteren bestaan nog veel misverstanden, zegt Schlangen. “Mensen denken vaak dat het komt door zenuwen of spanning, maar het is meestal een samenspel van factoren. Erfelijkheid speelt een rol, net als de manier waarop iemand reageert op spanning of taalontwikkeling.”

“Bij de meeste mensen begint het stotteren als ze een jaar of drie, vier zijn,” legt ze uit. “Dat is de leeftijd waarop taal zich razendsnel ontwikkelt. Bij sommigen blijft het hangen, bij anderen verdwijnt het vanzelf. Als een kind merkt dat het telkens wordt verbeterd, kan de spanning juist toenemen.”

Nurture

Volgens Schlangen is de omgeving vaak de sleutel. “Een kind dat zich veilig voelt, praat vrijer. Dat geldt ook voor volwassenen: als collega’s of leidinggevenden weten hoe ze iemand ruimte kunnen geven, verdwijnt veel van de spanning.”

Ze geeft regelmatig voorlichting aan scholen en ouders. “We leggen uit hoe je kunt reageren als iemand stottert. Niet wegkijken, niet afmaken, maar aandachtig luisteren. Dat lijkt klein, maar het heeft enorme impact.”

Meer dan therapie

De sessies bij Sprekenderwijs zijn zelden hetzelfde. Soms werkt Schlangen met ademhalingsoefeningen of spreektechnieken, soms vooral met gesprekstraining. “Bij jongeren is het belangrijk dat ze leren omgaan met reacties van anderen. Bij volwassenen speelt zelfbeeld vaak een grote rol. Veel mensen hebben jarenlang geprobeerd hun stotteren te verbergen. Dan is het een opluchting om er gewoon over te mogen praten.”

Ze vertelt over de mensen die al hun hele leven stotteren en daar therapie voor krijgen, maar onlangs voor het eerst hun manier van praten kunnen omarmen. “Daar gaat het voor mij echt om, dat de cliënten het zelf niet eens meer door hebben dat ze stotteren.”

“Stotteren hoort bij wie je bent”

Voor Schlangen is het mooiste aan haar werk dat mensen zichzelf weer durven laten horen. “Als iemand na een paar sessies zegt: ‘Ik schaam me niet meer als ik mijn naam zeg’, dan weet ik waarvoor ik het doe.”

Ze lacht even. “Stotteren is niet iets om op te lossen. Het is een manier van spreken. Je stem mag er zijn, ook als hij hapert.”

Over de auteur