Op 15 oktober is het de internationale Dag van de Witte Stok, een dag die aandacht vraagt voor de zelfstandigheid en veiligheid van blinden en slechtzienden. Ter gelegenheid van deze dag sprak ik met iemand die al zijn hele leven zonder zicht door het leven gaat, maar met een opmerkelijk optimisme en een passie voor muziek.
Voor veel mensen is het moeilijk voor te stellen hoe het is om blind te zijn. Voor Edwin Ruyer, ook wel blinde Ed genoemd, is het echter de normaalste zaak van de wereld. ‘Ik ben blindgeboren,’ vertelt hij rustig, alsof het de normaalste zaak van de wereld is. ‘Het is een erfelijkheidsdingetje. Mijn ouders zijn niet blind, maar ze dragen allebei hetzelfde gen. Dat is een soort verkeerde loterij. Daardoor kreeg ik de ziekte van Leber.’ Zijn broertje had minder geluk: die werd niet alleen blind, maar ook geestelijk gehandicapt en autistisch. Toch vertelt hij zonder bitterheid. Blindheid is voor hem geen obstakel, maar een gegeven waar hij zijn leven op heeft ingericht. ‘Mensen die later in hun leven blind worden, hebben het vaak veel moeilijker. Die moeten alles opnieuw leren. Ik heb mijn hele leven kunnen aanpassen aan mijn blindheid.’
‘Ik heb eigenlijk geen speciale aanpassingen’
Op de vraag of zijn huis vol hulpmiddelen staat, moet hij lachen. ‘Nee, eigenlijk niet. Ik heb een iPhone met spraak, een computer met spraaksoftware, en een Google Home om zeker te weten dat mijn lampen uit zijn. Maar verder? Mijn wasmachine heeft gewoon een draaiknop die ik kan voelen, ik kook op een normaal gasfornuis en ik heb een airfryer.’ Wat voor anderen vanzelfsprekend is, bereikt hij via technologie. ‘Met mijn telefoon kan ik verpakkingen scannen, dan vertelt AI me wat erin zit. Dat soort dingen maken het leven makkelijker.’ Hij denkt even na. ‘Maar ik heb me vroeger ook prima gered, hoor. Ik woon al sinds 1988 op mezelf. De technologie helpt, maar ik red me ook zonder.’ Toch heeft die technologische vooruitgang zijn leven onmiskenbaar veranderd. ‘Toen ik in 2011 mijn eerste iPhone kreeg, was dat echt een eye-opener,’ zegt hij met een glimlach. ‘Eindelijk kon ik zelfstandig dingen doen waar ik vroeger anderen voor nodig had.’
Een leven vol muziek
Naast zijn dagelijkse leven zonder zicht, speelt muziek een hoofdrol. ‘Mijn moeder had thuis een orgel en een accordeon. Ik ben autodidact, wat ik hoor, kan ik spelen.’ Al vanaf zijn vierde is hij met muziek bezig. ‘Op mijn vijftiende zat ik in mijn eerste bandje, en inmiddels sta ik al meer dan veertig jaar op het podium.’ Zijn instrumenten? ‘Alles met toetsen,’ zegt hij trots. ‘Piano, orgel, synthesizer, keyboard, accordeon, noem maar op.’ Hij speelt niet alleen in Nederland, maar ook regelmatig in België en Duitsland. ‘Drie keer per maand speel ik in een casino in Knokke. Ik leef echt van en voor muziek.’ In 2011 deed hij zelfs mee aan het televisieprogramma X-Factor. ‘Als je op YouTube ‘blinde Ed” intikt, vind je me zo,’ zegt hij met een knipoog. Muziek is niet zomaar een hobby voor hem; het is zijn identiteit. ‘Muziek is mijn leven. Geluid is voor mij wat kleur voor een schilder is.’
Bewustwording en de ‘Dag van de Witte Stok’
Het gesprek draait uiteindelijk naar het thema van het interview: de Dag van de Witte Stok, bedoeld om aandacht te vragen voor de zichtbaarheid en veiligheid van blinden in het verkeer. Maar daar heeft hij zo zijn mening over. ‘Ik vind al die dagen een beetje overbodig,’ zegt hij nuchter. ‘Er is tegenwoordig voor alles een dag — de dag van het tuinieren, de dag van de kroket… Je kunt geen dag openzetten zonder dat het iets is.’ Toch erkent hij het belang van bewustwording. ‘Ik snap dat het goed is dat mensen eraan herinnerd worden: als je iemand met een witte stok ziet, moet je stoppen met je auto. Maar ik vind het vreemd dat dat maar één dag per jaar aandacht krijgt. Bewustwording zou continu moeten zijn.’
‘Ik heb er weinig last van’
Wat hem misschien het meest typeert, is zijn optimisme. Hij benadrukt meerdere keren dat hij zijn blindheid niet als last ervaart. ‘Weet je,’ zegt hij, ‘ik heb mijn leven erop aangepast. Ik doe mijn werk, ik organiseer jamsessies, ik ben constant bezig. Ik heb er eigenlijk weinig last van.’ Zijn woorden klinken eenvoudig, maar ze dragen een diepe boodschap. Blindheid is voor hem geen beperking, geen reden om stil te staan. Het is een onderdeel van wie hij is: een man die leeft, werkt, muziek maakt en anderen inspireert zonder dat hij daar zelf veel woorden aan vuil maakt. ‘Voor mij is het gewoon normaal,’ zegt hij tot slot. ‘Ik zie niets, maar ik leef voluit. En dat is eigenlijk alles wat telt.’

 
								 
			 
			 
			