Leusderkwartier – Op Wereld Hallo Dag staat één woord centraal dat wij steeds minder vaak hardop uitspreken naar elkaar op straat, namelijk: hallo. Voor de 78-jarige Bart – sinds 2 twee jaar weduwnaar – is dat kleine woordje meer dan een vorm van beleefdheid. Het is voor hem een teken dat hij gezien wordt in deze maatschappij, die alsmaar individualistischer wordt.
Sinds het overlijden van zijn vrouw – Anneke – merkt hij dat de straten stiller zijn geworden. Niet alleen omdat hij nu in zijn eentje loopt, maar ook omdat mensen elkaar nauwelijks nog groeten. ‘Iedereen zit in zijn eigen bubbel’, zegt hij. ‘Oortjes in, blikken naar beneden of nors doorlopen. Soms lijkt het alsof ik onzichtbaar ben: ik ben er wel, maar niemand lijkt mij te zien.’
Toch houdt Bart graag vast aan een oude gewoonte: iedereen op straat vriendelijk groeten. Het kost namelijk niets. ‘Een hallo is eigenlijk een indirect mini-gesprekje’, zegt hij. ‘Het zegt: ik zie je, jij bent er’. Soms krijgt hij een glimlach terug, soms een kort knikje en soms blijft het stil. Maar elke keer dat iemand wél teruggroet, voelt hij een warmte diep vanbinnen.
Hij herinnert zich een moment van een aantal weken terug, toen ik – Pien van Faassen – hem breed lachend terug begroette. ‘Ik heb de rest van de dag gelopen alsof ik tien jaar jonger was’, vertelt hij.
Op deze Wereld Hallo Dag hoopt Bart dat meer mensen dat enkele kleine woordje zullen gebruiken. Niet alleen voor hem, maar ook voor alle andere ouderen die zich soms onzichtbaar voelen in deze individualistische maatschappij.
‘Je hoeft niet veel te doen’, zegt Bart. ‘Begin gewoon met hallo. Daarmee begint alles.’