CULEMBORG – Betuwe Wereldwijd en Avri hebben hun samenwerking uitgebreid naar Culemborg. Onder meer fietsen, naaimachines en gereedschap kunnen worden ingeleverd bij de Milieustraat in Culemborg. Vrijwilligers en mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt gaan met deze ingeleverde spullen aan de slag, vervolgens worden deze opgeknapte spullen naar ontwikkelingslanden in Afrika opgestuurd. Directeur Joost Rensen geeft een inkijkje in het werk van Betuwe Wereldwijd.
Door: Mees Rehorst
‘Wat we hier doen, is het inzamelen van gereedschap, naaimachines, fietsen en computers. Die reviseren we, en daarna sturen we ze naar ontwikkelingsprojecten in met name Oost-Afrikaanse landen zoals Kenia, Tanzania, Oeganda en Zambia. Daar zijn we heel actief. We doen dit werk met een grote groep vrijwilligers, en met mensen die op de een of andere manier wat extra begeleiding nodig hebben. Dat kan dan gaan om mensen die langdurig werkloos zijn en via een arbeidsfit traject weer langzaam richting werk worden begeleid. Maar het kunnen ook mensen zijn met een licht verstandelijke beperking die gewoon een leuke, zinvolle dagbesteding zoeken. Het is dus een heel diverse groep. Natuurlijk heeft iedereen zijn eigen gebruiksaanwijzing. Sommige wat langer dan die van jou of mij, zeg ik altijd. Maar over het algemeen werken we allemaal aan hetzelfde doel, en dat maakt het heel leuk. De meeste mensen zijn het thuiszitten op de bank snel zat. Dan is het fijn om met anderen bezig te zijn en iets te doen wat je leuk vindt. We hebben hier enorm veel verschillende activiteiten, zoals gereedschap opknappen, kistjes maken, naaimachines repareren. We vinden eigenlijk altijd wel iets dat bij iemand past.
De spullen krijgen we via allerlei wegen binnen. Veel komt van particulieren uit Culemborg en omstreken. Daarnaast hebben we inleverpunten, zoals op de Milieustraat in Culemborg, waar nu sinds kort een container van ons staat. Ook kringloopwinkels leveren spullen aan wat zij niet verkocht krijgen maar waar wij nog wat aan hebben, zoals naaimachines, dat komt dan naar ons. Maar het meeste komt echt van zolders en schuurtjes. Mensen die kleiner gaan wonen, of van wie een familielid is overleden, geven de spullen dan aan ons. Van alles wat we binnenkrijgen is ongeveer 60% bruikbaar. Elektrische gereedschappen en naaimachines worden getest op veiligheid. Maar niet alles komt door de keuring. Dus als je zes boormachines nodig hebt, moet je er tien hebben om er genoeg over te houden. Zo werkt het bij alles. In Geldermalsen draait nu al een jaar een inzamelpunt in samenwerking met de Avri. Dat liep goed, dus nu proberen we het ook in Culemborg. De samenwerking met Avri is ontstaan omdat zij zoeken naar manieren om afval te verminderen. Als je een naaimachine weer echt als naaimachine kunt gebruiken, is dat natuurlijk veel beter dan weggooien. We knappen ze op, maken ze schoon, controleren alles. Recycling gebeurt eigenlijk nog veel te weinig, maar het helpt enorm in het verkleinen van de afvalberg.
We bestaan nu bijna 40 jaar, de aanvragen vanuit Afrika zijn er nog steeds, net als vroeger. Gereedschappen, naaimachines en computers, mensen gebruiken ze daar om een eigen bedrijfje te starten of een opleiding te volgen. Dat is niet veranderd in al die jaren. We versturen jaarlijks vier tot vijf 20-voets zeecontainers. Daarin zitten honderden gereedschapssets, driehonderd naaimachines, tweehonderd gereviseerde computers en ongeveer honderd fietsen. En elk jaar groeit dat aantal, want de vraag neemt toe. De vraag is eigenlijk altijd groter dan wat we kunnen leveren. De vraag is groot, maar onze klanten hebben geen geld. Dus moeten wij fondsen werven. Bij ons rijdt de bus op diesel, het licht moet aan, de machines moeten draaien, de koffie moet gezet worden. Dat kost allemaal geld, en daar hebben we fondsen voor nodig. Tien jaar geleden verstuurden we één container per jaar, nu zijn het er vier of vijf. Dat betekent dat we meer spullen binnenkrijgen, maar ook meer nodig hebben. Fondsen werven blijft lastig. We hebben inmiddels wel een netwerk dat we regelmatig aanschrijven, maar de wereld van fondsen verandert ook. De afgelopen dertig jaar is er steeds meer geld binnen Nederland blijven hangen, denk aan buurthuizen, filmhuizen en buurtzorg. Allemaal goed natuurlijk, maar het betekent dat de pot voor internationale samenwerking kleiner wordt. Dat is een echte struggle: hoe zorgen we ervoor dat we voldoende geld hebben om dit werk te doen?’
Liv Pieterse loopt een ochtend mee in de werkplaats en spreekt met een aantal deelnemers.