Koopkracht?

Koopkracht?

Fashion statements met mooie hoeden, jurken en de netste pakken. Je ziet het op Prinsjesdag allemaal voorbij komen, maar waar gaat het inhoudelijk nu eigenlijk over? 

Prinsjesdag is een Nederlandse traditie op de derde dinsdag van september waarop de Koning de Troonrede uitspreekt. In de Troonrede wordt uitgesproken wat het regeringsbeleid voor het komende jaar zal zijn. Daarnaast wordt de Miljoenennota en de Rijksbegroting gepresenteerd. Die laatste twee hebben op jou de grootste invloed. In deze economische documenten is koopkracht een belangrijk onderdeel. Koopkracht geeft aan hoeveel een huishouden gemiddeld kan kopen. Wanneer heb je een grotere koopkracht? Als werknemer of als zelfstandige? 

Grafiek datawrapper

Zoals je in de grafiek kan aflezen, is er zowel voor werknemers als zelfstandigen in 2016 een hoge koopkracht. Dit kwam mede doordat Nederland in dat jaar de crisis achter zich liet en er zo’n honderdduizend banen bij kwamen. Hierdoor kende de werkloosheid in 2016 de sterkste daling in tien jaar tijd.  

Als je een aantal jaar verder kijkt, zie je dat in 2018 de gemiddelde koopkracht voor werknemers en zelfstandigen rond de 1,8% ligt. Deze daling werd dat jaar gekenmerkt door de hypotheekschulden. In 2018 stegen de schulden van huishoudens met 9.5 miljard euro.  

Zoals je waarschijnlijk wel weet, zijn er veel aspecten in de economie die invloed hebben op de koopkracht. Maar voor wie is de koopkracht groter? Als werknemer of als zelfstandige? Gemiddeld is de koopkracht voor werknemers groter, maar het scheelt niet veel. Werknemers hebben in de afgelopen jaren gemiddeld een koopkracht van 2,7%. Voor zelfstandigen ligt het gemiddelde maar een klein beetje lager, namelijk minder dan een tiende procent. 

Nu je dit weet, ga jij voor zekerheid en kies je voor loondienst of ga je toch het avontuur als zelfstandige aan? 

Door Ryquenco Echteld en Tanja Visser

Bronnen: CBS – 2016 een overzicht | CBS – 2018 Economische Cijfers | CBS – Koopkrachtontwikkeling personen. 

Over de auteur