Koopkracht is wat huishoudens met hun inkomen kunnen kopen. Het CPB maakt elk jaar voorspellingen over het effect van het kabinetsbeleid op de portemonnee van verschillende huishoudens. Alleen komen deze voorspellingen meestal niet helemaal uit.
De overheid heeft het namelijk over statische koopkracht, een situatie waarbij er niks in jouw leven veranderd. Maar we gaan studeren, stoppen met onze baan of winnen de loterij.
Waarom gebruiken we dan nog wel de koopkracht? Statische koopkracht vertelt het kabinet in welke sectoren ze wat moeten doen. Zo stijgt de koopkracht de afgelopen jaren voor bijna iedereen in een steeds groter tempo. Behalve het afgelopen jaar. Toen nam de harde groei ineens af. Van een stijging van 4,8% bij een paar met kinderen naar een halvering hiervan. In 2021 gingen de huishoudens met uitkeringen er zelfs op achteruit.
Hoe kan dat? Vorig jaar stagneerde de stijging van de lonen en stegen juist de prijzen. Aangekondigde loonsverhogingen waren niet genoeg om de inflatie van bijna 10% op te vangen. Hoge inflatie is funest voor huishoudens die rond moesten komen van een uitkering of een laag inkomen of minimumloon. Bij hen daalde de koopkracht snel en groeide de financiële problemen.