Doorweekt dansen op een festival, kamperen in een tent die meer weg heeft van een zwembad – het weer van de afgelopen weken was op zijn zachtst gezegd wisselvallig. Regenbuien leken wel de hoofdact van de zomer, al zaten er ook pareltjes van dagen tussen waarbij het weer rond de 26 graden Celsius schommelde. Maar nu september verder vordert, lijken de zomerse momenten steeds meer plaats te maken voor de grijze luchten en dalende temperaturen.
Op de Uithof in Utrecht is een interessante observatie gedaan: studenten werden op drie verschillende dagen gevolgd om te zien wat zij droegen bij uiteenlopende weeromstandigheden. Het resultaat? Een duidelijk patroon in kledingkeuze. Op 2 september staalde de zomerse outfits nog volop, maar een week later waren de truien en jassen alweer uit de kast gehaald. Dit kwam onder andere door de dalende temperaturen en de frisse wind.
In de onderstaande grafiek is dit goed zichtbaar. Bij temperaturen rond de 28 graden Celsius werden vooral luchtige, zomerse kleren gedragen. Vanaf 19 graden Celsius is er echter een duidelijke verschuiving te zien: steeds meer lange broeken, jassen en dikke truien kwamen tevoorschijn.
Als we dieper inzoomen op de kledingkeuze, valt op dat bij warm weer vooral korte mouwen de overhand hebben. Maar wat verrassend is, is dat de meeste mensen toch voor lange broeken kozen, zelfs op zonnige dagen. Slechts een klein deel ging voor korte broeken of een jurk/rok, wat laat zien dat de Nederlanders graag voorbereid zijn op alle weeromstandigheden en dus ook bij hogere temperaturen.
De conclusie die eruit getrokken kan worden is dat de afgelopen periode laat zien hoe snel het weer kan omslaan en wat voor invloed dat heeft op onze kledingkeuze. Zelfs op warmere dagen blijven lange broeken populair, wat aangeeft dat Nederlanders graag de onvoorspelbare weersomstandigheden voor zijn. Terwijl de temperaturen dalen en de herfst zijn intrede doet, lijkt de tijd van luchtige zomeroutfits voorlopig voorbij. Voor nu kunnen we alleen nog dromen van de volgende warme zomer.
Geschreven door Isabella van Heijningen, Joris van Vliet en Beaudine Teunis