De Bilt

Selecteer Pagina

“Eerst zekerheid over geld en erfgoed, dán pas bouwen”

“Eerst zekerheid over geld en erfgoed, dán pas bouwen”

DE BILT – De gemeenteraad besprak onlangs het plan voor een nieuw gemeentehuis achter landgoed Jagtlust. Het college wil met variant 1 aan de slag, maar dat zorgt voor veel discussie. De kosten lopen op tot ruim 21 miljoen euro, terwijl er nog onduidelijkheid is over de monumentale status van het terrein. Het CDA maakt zich zorgen over de financiële gevolgen, het draagvlak onder inwoners en de juridische onzekerheid. CDA-raadslid Werner de Groot was te spreken over de standpunten van zijn partij.

 

Waarom is het CDA kritisch over de nieuwbouw?

We vinden een goed gemeentehuis belangrijk, maar deze investering van ruim 21 miljoen euro legt een enorme druk op de begroting. Als we dat nu doen, blijft er minder geld over voor zaken als verkeers- en fietsveiligheid.

 

U zei in de vergadering dat het proces niet transparant verliep. Wat bedoelde u daarmee?

De plannen zijn stap voor stap ontwikkeld, zonder dat de raad goed zicht had op de richting. We hebben het gevoel dat we er geleidelijk in zijn getrokken zonder echt mee te kunnen sturen.

 

Veel inwoners steunen variant 2, waarbij Jagtlust behouden blijft. Wat vindt u daarvan?

Dat klopt. Tijdens de inloopavond bleek duidelijk dat inwoners en erfgoedorganisaties variant 2 prefereren. Toch kiest het college voor variant 1, bouwen achter Jagtlust. Dat gaat in tegen hun wens, terwijl er nog rechtszaken lopen over de monumentale status van het terrein.

 

En hoe kijkt u naar de financiële kant?

Variant 1 lijkt op papier goedkoper, maar dat komt doordat er met cijfers over een periode van veertig jaar wordt gerekend. In werkelijkheid moeten we nu vijftien miljoen lenen, en dat beperkt de ruimte voor toekomstige investeringen.

 

Wat wil het CDA dat er nu gebeurt? 

Wij willen eerst duidelijkheid over geld, erfgoed en draagvlak – daarna pas een besluit over bouwen. We zijn niet tegen ontwikkeling, maar wél voor zorgvuldigheid en financieel gezond beleid.

Over de auteur