DE BILT – Dinja de Groot werkt bij Landschap Erfgoed Utrecht en is coördinator van de zoekgroepen in de gemeente De Bilt. Vanuit haar rol zet ze zich actief in voor het opsporen en bestrijden van de Aziatische hoornaar, een invasieve soort die niet thuishoort in Nederland en sinds 2004 via een keramiekzending uit China Europa is binnengedrongen. In Nederland is de populatie sinds 2017 sterk toegenomen, met grote gevolgen voor de biodiversiteit. Dinja de Groot vertelt over de soort en hoe de bestrijding wordt aangepakt.
“De Aziatische hoornaar is een vleesetend insect en behoort tot dezelfde familie als de wesp,” legt mevrouw De Groot uit. “Dat betekent dat hij jaagt op andere insecten.” Een enkel nest kan zich voeden met maar liefst 11,3 kilo aan insecten in één jaar. Die intense voedselbehoefte zorgt voor een verstoord ecosysteem, omdat hoornaars grote schade aanrichten aan lokale populaties van bestuivers. En dat heeft directe gevolgen voor de biodiversiteit.
“Wanneer er een melding binnenkomt via Waarneming.nl, trekken vrijwilligers eropuit om de Aziatische hoornaar op te sporen,” vervolgt mevrouw De Groot. “Ze lokken een hoornaar naar een lokpot, waar het insect voedsel haalt voor het nest. Vervolgens krijgt de hoornaar een kleurtje, zodat hij herkenbaar is. Door te timen hoe lang het duurt voordat dezelfde hoornaar terugkeert, kunnen ze inschatten hoe ver het nest zich bevindt. Op basis daarvan bepalen ze een zoekgebied en gaan ze gericht op zoek naar het nest, zodat het veilig verwijderd kan worden.”
Zodra het nest is gelokaliseerd, wordt de provincie op de hoogte gebracht. Die schakelt een professionele bestrijdingsploeg in om het nest veilig en effectief te verwijderen. Zo voorkomen we verdere verspreiding en beschermen we de lokale biodiversiteit.
“Naarmate de technieken verbeteren, zal kunstmatige intelligentie hopelijk een grotere rol spelen bij het opsporen van nesten,” zegt mevrouw De Groot. “Maar minstens zo belangrijk is dat mensen weten wat ze moeten doen bij een waarneming. Hoe meer betrokkenheid, hoe sneller we kunnen ingrijpen — en hoe beter we de biodiversiteit kunnen beschermen. En voor wie zich wil inzetten: er is altijd plek om aan te sluiten bij een zoekgroep.”
