In Groenekan is het Bahá’í-trainingscentrum officieel geopend. Het centrum, De Rozengaard, biedt ruimte aan mensen van allerlei achtergronden om samen te leren hoe zij kunnen bijdragen aan een betere samenleving, geïnspireerd door de leringen van Bahá’u’lláh. Vrijwilliger Bas Allema vertelt over de betekenis van het centrum, de bijzondere opening en zijn eigen betrokkenheid.
“Het Bahá’í-trainingscentrum voor gemeenschapsopbouw is een plek waar groepen kunnen samenkomen voor training en inspiratie, gebaseerd op de visie van Bahá’u’lláh voor een betere samenleving. Het is bedoeld om mensen te helpen nadenken over hoe we samen aan een mooiere wereld kunnen bouwen. De groepen die hier komen zijn heel divers: Marokkaanse families, Eritrese families, gemengde groepen, Nederlandse families, jongeren en kinderen. Eigenlijk iedereen mag er gebruik van maken, het is echt open voor iedereen die wil leren of samen iets wil doen.
Het trainingscentrum is geïnspireerd op de leringen van Bahá’u’lláh, de grondlegger van het Bahá’í-geloof. Hij heeft leringen gebracht voor een betere samenleving, en de vraag is dan: hoe zetten we die om in daden? Hoe maken we dat praktisch in ons dagelijks leven? Het gaat er niet alleen om dat we onszelf ontwikkelen, maar ook dat we bijdragen aan het grotere geheel. Zodra ik mij inzet voor anderen, vrijwillig en onbaatzuchtig, ontwikkel ik mezelf ook. Die twee zijn met elkaar verweven.
Er zijn allerlei materialen gemaakt op basis van de leringen van Bahá’u’lláh, voor kinderen, jongeren en volwassenen. Jongeren leren bijvoorbeeld hoe ze kinderklassen kunnen geven. Ze leren dat door het materiaal van het trainingsinstituut te gebruiken, maar ook heel erg van elkaar. Het is echt een proces van samen leren, samengroeien. Daarnaast zijn er families en groepen die zich niet per se inschrijven voor een training, maar wel samen teksten lezen van Bahá’u’lláh, uit de Koran of uit andere religies – en samen nadenken over hoe ze die inzichten kunnen omzetten in de praktijk van het dagelijks leven.
De opening van het centrum was heel mooi. De burgemeester was aanwezig en hield een toespraak die ik erg ontroerend vond. Er waren veel mensen, en er was een carrousel waarin bezoekers iets konden leren over De Rozengaard. De sfeer was fijn en vreugdevol. De hele week zijn er trouwens nog openingen voor verschillende gemeenschappen, zoals die van De Bilt, waar ik zelf ook bij hoor. Dat is bedoeld om te laten zien wat er allemaal gebeurt in het centrum.
Toen het gebouw werd aangeschaft, was het eigenlijk al te klein voor het doel dat we voor ogen hadden, maar er was gelukkig al een vergunning om het uit te breiden. Dat was vanaf het begin het plan, want we wilden dat er genoeg ruimte zou zijn. Soms zijn er grote groepen, en het is fijn als er twee groepen tegelijk activiteiten kunnen doen.
Het is een heel uniek gebouw, niet alleen in Nederland, maar ook in Noordwest-Europa. Op veel plekken zijn Bahá’í-gemeenschappen bezig met gemeenschapsopbouw, maar zo’n trainingsinstituut als dit bestaat verder niet. Er wordt in andere landen wel over nagedacht om ook zulke plekken te realiseren, maar voor nu is dit echt bijzonder.
Zelf help ik als vrijwilliger mee met de moestuin achter het gebouw. Dat vind ik de mooiste momenten: samen met kinderen in de tuin werken, dingen planten en ze zien groeien. Dat zijn momenten waarin je echt voelt wat gemeenschapsopbouw betekent. Het gaat om samen leren, samen iets doen, samen groeien dat is waar het hier allemaal om draait.
Mads van Hinsbergen was op de dag van de opening aanwezig in Groenekan. Hij maakte een reportage over die middag.
