DE BILT – Al zittend op een van de kleuterstoelen, vertelt oud-directeur van de Julianaschool Ella Prins over haar inzet voor De Biltse Duurzame Schoolweken. In deze weken doen meerdere scholen mee aan verschillende duurzame initiatieven om leerlingen bewust te maken van het milieu en klimaatverandering.
‘Na mijn pensioen ben ik aan de slag gegaan voor Stichting Schooldag van de Duurzaamheid. Zij geven programma’s en projecten op scholen en betrekken leerlingen en ouders,’ zo vertelt Prins. ‘We hebben een oproep naar de scholen gedaan om te vragen of ons aanbod aantrekkelijk is en of ze mee willen doen.’ Prins noemt op welke scholen meedoen. Daaruit blijkt dat zowel de gehele Bilt enthousiast is over dit initiatief: het zijn maar liefst meer dan 18 scholen.
Initiatieven
De gezonde lunch is een topper. Die wordt dit jaar voor de vierde keer georganiseerd. Ook scholen die niet meedoen aan het programma, maar wel een gezonde lunch willen aanbieden, kunnen hieraan meedoen. De Biltse Heerlijkheden zijn gericht op alles wat met moestuinen te maken heeft, en zij leveren dan groenten, terwijl Ecoplaza zorgt voor de ingrediënten, en het restaurant De Biltse Hoek de soep verzorgt. ‘Eerst was er een gezonde tomatensoep, zonder vlees. Dit jaar hadden we een pompoensoep. Ook die sloeg heel goed aan,’ volgens Prins.
De stichting organiseert alles. Er zijn moestuinen om kinderen kennis te laten maken met hoeveel moeite er in voedsel wordt gestoken, en er worden projecten gehouden omtrent hozen en lozen (watergebruik). ‘We krijgen een subsidie van de gemeente hiervoor. Dat is een bedrag van tienduizend euro. Er gaat uiteraard ook een deel naar organisatiekosten. Die Stichting Schooldag van de Duurzaamheid moet natuurlijk ook blijven draaien. Er zijn gelukkig veel vrijwilligers.’
‘De jeugd heeft de toekomst, natuurlijk. We moeten het echt van de kinderen hebben. We proberen hen bewust te maken van een duurzaam concept. En wat je dan vaak hoort, is dat kinderen ook de ouders attent maken op een duurzame leefstijl. Bijvoorbeeld wanneer het gezin ergens heen moet met de auto, benadrukken de kinderen dat zij liever met de fiets of lopend gaan.’
De effectiviteit van dit initiatief wordt gemeten via evaluatieformulieren. De leerkrachten delen deze uit en de Stichting verwerkt de resultaten op de website. Over het algemeen is er een positief geluid.
De persoonlijke drijfveer van Prins is als volgt: ‘Als je op school zit, moet je leren rekenen en schrijven. Uiteraard. Maar je kan kinderen ook op een andere manier dingen laten leren. We laten kinderen onderzoek doen, dingen zelf uitzoeken. Met de praktische rekenmanieren in het initiatief leren zij bijvoorbeeld veel vrolijker rekenen dan in vergelijking met het saaie boek.’
‘Binnenkort gaan we een pop-upstore inrichten in de Kwinkelier. Kinderen van groep 6, 7 en 8 beginnen samen een winkel. Een duurzame winkel. Er wordt speelgoed verzameld, kinderkleding, en ze gaan zelf ook knutselen. De winkel is twee dagen open: 13 en 15 november. En mochten er dingen overblijven, of willen kinderen de winkel langer openhouden, is het het idee om er een ruilbeurs van te maken. Al het geld dat wordt opgebracht, gaat naar het goede doel.’
Prins’ favoriete project is het planetarium in de Oosterlichtkerk. Allerlei klassen komen langs en krijgen hier les over de ruimte. Het is dan ook net alsof de leerlingen echt in de ruimte zijn. Ze worden erin ondergedompeld. ‘Maar daarnaast is er ook een natuurfotograaf, Sjaak. Hij geeft lessen waarin hij de leerlingen leert hoe zij foto’s moeten maken, en vervolgens gaat dan de hele groep het bos in. Daar gaan ze aan de slag om de mooiste foto’s te maken.’
Dit is een modeshow, ontworpen met duurzame kleding. Opa’s en oma’s gaan aan de slag samen met de kinderen om een catwalk te lopen, om de kinderen te leren over het hergebruiken van kleding in plaats van nieuw te kopen.
Prins sluit af: ‘Ik denk dat de kinderen over het algemeen weten waar het om draait.’
Serra van Haaren maakte een passende audio-reportage. Beluister die hier.
