Raak! En morgen ligt het op m’n bord

Een dier doden. Het zit volgens jager Odette Beek bij iedereen in de genen. Door zelf je vlees op je bord te krijgen ben je een duurzamer bezig dan wanneer je vlees uit de supermarkt koopt. Toch is er nog genoeg kritiek op jagers. Is het hypocriet om het jagen zielig te vinden, maar wel zelf vlees uit de supermarkt te eten?

De Jacht
“In het Gooi heb ik jaren als politieagent gewerkt. Al snel ging ik wekelijks mee met de boswachter. Hij jaagde en liet mij van alles zien in de Gooische natuurreservaten. Hij nam mij mee naar zijn jachtgebied in Dronten. Daar ging ik toen wekelijks mee op reeënjacht. Zo ben ik er mee begonnen. In Nederland heeft het wild geen echt natuurlijke vijanden. Je moet het dus beheren. We schieten hetgeen eruit, dat voor de natuur het beste is. Als je in een jachtgebied zit, ken je de dieren. Daarom zit ik vier à vijf dagen per week een aantal uren in het veld om te kijken hoeveel dieren er waar zitten. Zo kun je zien waar er te veel van zijn, of waar er overlast is. Je weet precies wat waar loopt en wat zinvol is om eruit te halen. Jagers houden altijd rekening met wat zij schieten. Wildvlees vind ik ook erg lekker, daar ben ik eerlijk in. Het is een mooie manier om je eten op tafel te krijgen. Naast het wildvlees eet ik ook nog andere dingen uit de natuur. Zo heb ik een moestuin en je kunt nog veel meer eten: brandnetelsoep, bramen, vossenbessen. Ik ben echt een natuurmens.”

Het schot
Nadat ik mijn jachtakte had en daarmee de eerste keer de natuur inging was ik stikzenuwachtig. Toen ik vervolgens een dier doodschoot schrok ik. Ik besefte ineens: ik heb een dier gedood. Dat vond ik best raar. Als het me niks zou doen en als het me nu nog steeds niks zou doen, zou ik een meedogenloze knetterharde jager zijn. En dat ben ik niet. Ik heb ook mijn emoties. Het doet me elke keer weer wat. Als je een ree hebt geschoten komt er een soort spanning los. Je wilt een schot zó plaatsen, dat een dier het niet in de gaten heeft. Als je dat goed kan, valt het dier in één keer dood. Dat voelt als één zijn met de natuur. Het voelt ook wel als iets natuurlijks, want de mens heeft van oudsher altijd gejaagd, voor zijn behoefte. Ik vind het een heel mooi natuurlijk proces, dat ik mag eten uit de natuur. Mens en natuur zijn één geheel.

Kritiek
Mensen die zelf vlees eten uit de supermarkt, maar veel kritiek hebben op de jacht vind ik ontzettend schijnheilig. Ik heb dan zoiets van: “Kom, laten we even samen bij de megastallen gaan kijken.” De uitstoot door megastallen is enorm. Bij jagen komt er geen CO2 aan te pas. Als je echt anti-jacht bent, maar zelf wel altijd vlees koopt denk ik: onze dieren hebben in de natuur een prachtig leven gehad, ze zijn vrij geweest en hebben kunnen eten wat ze willen. Ze hebben echt kunnen leven. Daarna worden ze zonder stress gedood, omdat ze met één schot neervallen. Bij varkens of koeien is dat een ander verhaal. Zij worden in donkere stallen gehouden, want dan is het vlees het mooiste en goedkoper dan ze buiten houden. Dan moeten ze ineens door een stuk daglicht heen de vrachtwagen in. Die beesten schrikken daar enorm van. Vervolgens komen ze aan bij het slachthuis en horen en ruiken de dood van soortgenoten. Moeten ze zelf nog gedood worden. Als je vlees eet, weet dan wel hoe dat proces in z’n werk gaat.

Imago verbeteren
Ik denk dat jagers er open over moeten zijn als gevraagd wordt hoe de jacht in elkaar steekt. Nodig mensen uit om een keer mee te gaan, vertel hoe een dier leeft en wat er gebeurt als er niet meer gejaagd wordt. Het aantal wildaanrijdingen zal dan mega omhoogschieten. Daarnaast krijg je ziektes in de groep, bepaalde diersoorten zullen elkaar aanvallen en opeten. Je krijgt hele scheve verhoudingen. Er moet een vijand zijn, die de natuur beheert. Als je uitleg blijft geven krijg je steeds meer begrip. Ook gaat het jagen veel verder dan een haasje neerschieten. Het allermooiste van de jacht is als ik niet schiet, tijdens het voorseizoen. Dan zie ik de reeën met de kalfjes lopen en de hazen met elkaar spelen in het veld. Dat is voor mij de jacht en ik wil graag zorgen dat dat zo blijft.”