ADHD: hoe werkt dat label precies?

Pleun de Ruiter is een van de vele Nederlanders met ADHD. Hoe wordt ADHD nu precies vastgesteld? En waarom heeft het ene drukke kind het wel en het ander niet?

ADHD’ers zijn drukke, nooit stilzittende mensen, wordt vaak gedacht door de meeste Nederlanders. ADHD staat voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder. Vertaald naar het Nederlands betekent dit een aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit. De criteria om aan ADHD te voldoen vind je in de DSM-5. Dit is het diagnostisch en statistisch handboek van psychiatrische aandoeningen. En zo bepaalt deze dus ook wanneer ADHD geconstateerd kan worden. De criteria uit de DSM-5 van ADHD bestaat uit het volgende

De DSM wordt soms veranderd. In de vorige versie van de DSM stonden wel dezelfde vijf criteria, maar waren er wel wat veranderingen. Deze zijn, dat bij kinderen en adolescenten het leeftijdscriterium is veranderd van zeven jaar of jonger naar elf jaar of jonger. En voor volwassenen vanaf achttien jaar is bij het ‘symptoomcriterium’ de drempel aangepast van zes symptomen naar vijf symptomen.

Dit soort symptomen wordt vaak door de omgeving of door de persoon zelf herkend en dan kan er aanleiding zijn om je te laten testen op ADHD. In de grafiek is te zien dat steeds meer jongeren zichzelf hyperactief noemen.

Dat jongeren zichzelf vaker hyperactief noemen verklaart bijzonder hoogleraar Pharmacy Health Services Research, Liset van Dijk, op basis van meerdere factoren. Een van de factoren is dat toegenomen prestatiedruk voor jongeren en afgenomen tolerantie voor afwijkend gedrag een grote rol spelen binnen de maatschappij.  

In Pleun haar jeugd liet ze ook al symptomen zien van ADHD:

Niet iedereen kan zomaar ADHD constateren. Personen die dit wel doen zijn specialisten, zoals een kinderarts die gespecialiseerd is in ADHD, een kinder- en jeugdpsychiater, een in ADHD gespecialiseerd multidisciplinair team, een GZ-psycholoog of klinisch psycholoog met ervaring in de diagnostiek en behandeling van ADHD. Claudia Dorigo is psycholoog bij Dokter Bosman, een instelling die zich specialiseert in het diagnosticeren en hulpverlenen bij mensen met ADHD. Zij vertelt, dat het belangrijk is dat er op meerdere momenten gekeken wordt naar een persoon: “We willen voorkomen dat er een verkeerde diagnose uitkomt, omdat die persoon een keer een slechte dag had. Verder is het belangrijk om te kijken hoe je als kind bent of was, want het is vrij bijzonder als je iemand bent die tot z’n twaalfde geen klachten heeft gehad. Bij ons ben je bijvoorbeeld dan verplicht om iemand van vroeger mee te nemen die jou goed kent, zoals een ouder.”

Bij alle instellingen wordt er gewerkt met diverse vragenlijsten. Bij Dokter Bosman zijn deze allemaal gecontroleerd door de Cotan. De Commissie Testaangelegenheden Nederland wordt alleen op oproepbasis ingezet en is ook niet wettelijk verplicht. Psychologen en instellingen kunnen met hun testen en vragenlijsten bij Cotan terecht, zodat twee beoordelaars naar het instrument zullen kijken. Zij maken dan een beoordeling van de kwaliteit van het instrument. De maker van het instrument kan hierop reageren en dan wordt de eindbeoordeling gemaakt.

Bij de vragenlijsten worden op alle criteria van DSM ingegaan. De vragenlijsten zijn zo gemaakt, dat elke persoon dezelfde lijst kan krijgen. Dit noem je ook wel gestandaardiseerde testen. Dit betekent, dat je testen bij iedereen kan afnemen en je een test niet hoeft te personaliseren. Wel kunnen instituten verschillen van elkaar in vragenlijsten en vaardigheidstesten. Dorigo vertelt daarnaast: “Het is niet raar dat verschillende zorgaanbieders daar net wat andere dingetjes bijpakken of weglaten. Maar daar heb je de Cotan dan voor. Zij kijken: ‘Hoe verantwoordt de organisatie, dat ze bij deze cliënt ADHD hebben vastgesteld?’ Zo zorgen zorgverleners ervoor dat ze actief blijven kijken naar wat de laatste bevindingen over ADHD zijn en zo nodig kunnen ze hun testen aanvullen.”

Vaak worden er testen gedaan, zoals de TEA-Ch, wat staat voor: Test of Everyday Attention for Children, of elementen hiervan. De TEA-ch heeft als doel aandachtsproblemen bij kinderen van zes tot zestien jaar in kaart te brengen. De test moet worden afgenomen in een één-op-één-situatie met psycholoog en cliënt. En de interpretatie van de test wordt dan gedaan door de psycholoog.

Luister hier hoe het proces bij Pleun eruitzag:

Het diagnosticeren van ADHD is een heel proces. Bij elk persoon zijn de symptomen anders dan bij een ander. Elke ADHD’er is uniek. Het vaststellen van ADHD moet daarom ook nauwkeurig en professioneel gebeuren. En het leven met ADHD? Pleun heeft inmiddels veel over haarzelf geleerd en ADHD hebben. Het hoort bij haar.