HOUTEN – In Houten geeft Roos les bij dansschool ‘Shine’ in hiphop-femme, een dansstijl die hiphop en feminine combineert. Naast haar studie aan de dansacademie staat zij iedere week in de danszaal als docent. Ze groeide zelf op met beide stijlen en voelt zich er helemaal in thuis. In dit interview verteld Roos over haar passie voor de dans, haar manier van lesgeven en wat ze leerlingen wil meegeven.
Hoe lang dans je al hiphop-femme en wat heeft je zo gegrepen aan deze stijl?
“Ik ben nu 21 en ik dans al sinds mijn dertiende hiphop en feminine. Ik doe het nu dus al zo’n 8 jaar. In het begin kon ik er weinig van, maar ik vond het zo leuk dat ik ermee ben doorgegaan. Voor mij betekent het vooral plezier. Toen ik jong begon, was dat de reden dat ik bleef dansen, en dat gevoel is nooit verdwenen.”
Waarom kies je juist voor hiphop-femme?
“Het zijn de twee stijlen waarin ik zelf ben opgegroeid en die ik het leukst vind. Ik voel me er heel erg in thuis. Toen ik les mocht geven bij ‘Shine’ kon ik niet kiezen tussen hiphop of feminine, daarom heb ik ze gecombineerd tot hiphop-femme. Hiphop-femme gaat om expressie en om jezelf laten zien. Dat maakt het anders dan stijlen die strikter of technischer zijn.”
Hoe hoop je dat hiphop zich hier in Houten verder ontwikkelt?
“Ik hoop dat steeds meer mensen kennis maken met hiphop-femme. Dat er meer groepen komen, zodat iedereen kan dansen en plezier kan hebben. Ik vind het belangrijk dat mensen kennismaken met hiphop-femme, omdat het een manier is om jezelf te uiten. Je hoeft niet perfect te zijn, het gaat om wat jij erin stopt en wat je eruit haalt.”
Wat maakt jouw lessen anders dan andere danslessen?
“Ik besteed aandacht aan de techniek die hoort bij hiphop en feminine, maar ik laat mijn leerlingen ook vrij om de bewegingen eigen te maken. Dat is misschien niet overal zo. Ik geniet altijd van de momenten dat de groep helemaal in de flow komt en samen een choreografie neerzet. Dat geeft echt een kick. Je merkt dat alles klopt en dat iedereen hetzelfde gevoel deelt. Dat is het mooiste.”
Welke uitdagingen zoek je tijdens de les?
“Ik probeer mijn leerlingen altijd iets nieuws te leren, maar ook stof te herhalen en te verdiepen. Voor mezelf is het belangrijk om de juiste balans te vinden, het moet niet te moeilijk worden, maar ook niet te makkelijk. Ik kijk altijd waar mijn leerlingen moeite mee hebben. Dan kan ik daarop inspelen, zodat ze het beter begrijpen en ook goed kunnen uitvoeren. Ik vind het mooi om te zien als leerlingen merken dat ze iets leren wat ze eerst moeilijk vonden.””
Merk je dat je in de lessen zelf ook nieuwe dingen leert?
“Ja, zeker. Iedere groep is anders en dat maakt dat je je voorbereidingen soms moet aanpassen. De groepsdynamiek kan veranderen, en daar moet je op inspelen. Daardoor leer ik zelf ook veel.”
Wat hoop je dat leerlingen meenemen na een les?
“Vooral plezier. Ik hoop dat ze blij naar huis gaan. Natuurlijk leren ze ook dingen, maar voor mij is het belangrijk dat dans niet als verplichting voelt. Ik probeer ook veel contact te maken met de leerlingen, zodat ze zich op hun gemak voelen. Ik kijk ze aan, moedig ze aan waar het goed gaat, en ook wanneer ze vooruitgang boeken. Dat geeft vertrouwen.”
Wat motiveert je om te blijven dansen?
“Dans maakt me gelukkig. Het is mijn passie geworden, omdat je je gevoel erin kwijt kunt, bewust en onbewust. Daarom ben ik dans gaan studeren en geef ik les. Ik kan doen wat ik leuk vind en tegelijk met mensen werken. Ik kijk er elke week naar uit om mijn leerlingen terug te zien. Iedereen is lekker enthousiast.”
Luister hieronder naar een interview van Sude Tatli met dansdocente Roos: