Over de dood praten vinden de meeste mensen lastig. Daarom hebben Hanna Timmers en Gerbrand Bos van het Nieuws Utrecht Toneel (NUT) een installatie gemaakt, waarin ze de verhalen van twintig mensen hebben verwerkt. Deze installatie bestaat uit kistjes, geïnspireerd door de verhalen van mensen die op een bepaalde manier ervaring hebben gehad met het verlies van iemand. Het werd op donderdag 10 oktober voor het eerst tentoongesteld op het Berlijnplein in Leidsche Rijn.
Er lopen veel mensen naar binnen op de grauwige donderdagmiddag. De kamer is gedimd en er komt bijna geen licht binnen door de ramen. Op de tafel in het midden van de ruimte staat de installatie die meneer Bos heeft gemaakt. Het is omringd door stoelen, waar de gasten langzaam gaan zitten en uiteindelijk begint de ruimte vol te raken. Timmers is het project gestart omdat na het overlijden van haar moeder ze zelf is gaan nadenken over de dood en waarom het zo’n taboe is. Met de installatie ‘Voor als je dood gaat’ willen zij en Gerbrand Bos de stilte rond het praten over de dood doorbreken. Ze geloven dat dit onderwerp, ondanks de gevoeligheid ervan, bespreekbaar moet zijn, omdat het iedereen raakt. Zij bedenkt hierbij 88 concrete handvatten die iemand kan helpen bij het overlijden van een dierbare.
De voorstelling begint, waarbij Timmers het verhaal vertelt van Angelique, een uitvaartbegeleider in IJsselstein. Timmers vertelt hoe Angelique nooit goed afscheid heeft kunnen nemen van haar zusje toen zij zes jaar oud was. De mensen om Timmers heen luisteren aandachtig. ‘Elke keer dat ik op een begraafplaats stond, had ik de neiging om eikeltjes op te rapen,’ zegt Timmers ’Veertig jaar later heb ik een ritueel uitgevoerd om afscheid te nemen van haar. Ik kocht roze rozen en legde die op de plek van haar graf neer. En weetje wat daar groeide? Een eik! Dus heb ik twee eikels meegenomen en geplant in mijn eigen tuin waar nu ook twee kleine eikjes groeien.’ Timmers loopt naar Angelique toe in de zaal en geeft haar twee eikels.
Timmers vertelt verder over de verhalen van mensen en stelt daarbij ook vragen aan iedereen in de zaal. ‘Wie denkt er weleens na over zijn eigen uitvaart?’ vraagt Timmers. Niet veel mensen steken hun hand op, maar toch meer dan verwacht, zegt Timmers. Ze wijst naar een blonde vrouw die vooraan zit. De vrouw vertelt: ‘Ik wil eigenlijk helemaal niet dat het zo’n somber evenement is. Ik wil dat mensen kunnen lachen en kunnen dansen, er komt een frietkar,’ de zaal begint te lachen. ‘Het hoeft geen serieuze statement te zijn.’ Vertelt ze verder.
Timmers begint aan het verhaal van Ana, een jonge man die zijn broer op tragische wijze verloor. Terwijl ze vertelt, wordt de druk in de zaal steeds heviger, vooral bij een man met twee meisjes naast zich, die waarschijnlijk gaat. Ana’s verhaal gaat over het onverwachte verlies dat zijn leven en dat van zijn familie voorgoed veranderde. Dit moment benadrukt de grote impact die de dood op iemands leven kan hebben en hoe rouw een langdurig, vaak ongrijpbaar proces is. De installatie, gevuld met blauwe glazen cabochons en knikkers, symboliseert dit verlies.
Plotseling springt Timmers de tafel op en vraagt of de lampen uit kunnen. De enige lichtbronnen zijn nu de installatie en een kaars die ze zojuist heeft aangestoken. Ze vertelt dat het vandaag precies zeventien jaar geleden is dat de vader van Anouk overleed. De zaal wordt stil wanneer Anouk en haar moeder direct in tranen uitbarsten. ‘Dank je wel,’ zegt de moeder zacht. Ze deelt het verhaal van de vader van Anouk, die op een dag besloot dat 21:04 het moment was waarop hij zijn leven zou eindigen. Het verhaal raakt niet alleen de familie van de meneer maar ook de rest van de zaal.
Na afloop van de voorstelling eindigt het met razend applaus en veel mensen staan op om de installatie nog te bekijken. Timmers vertelt in het interview waarom zij het zo belangrijk vindt om over de dood te praten. Zo zegt Timmers: ‘Omdat het een alledaags ding is wat gebeurt. Veel mensen vinden het nog steeds lastig om erover te praten, wat eigenlijk helemaal niet hoeft. Het is iets wat iedereen uiteindelijk zal overkomen en iets is wat ‘’gewoon’’ moet zijn.’
Ook zegt verlies-therapeut Cocky denDuyf: ‘Mensen vinden het moeilijk om contact te houden na het verlies van een dierbare, omdat ze zich niet goed gehoord voelen. Ze willen graag hun verhaal kwijt bij mensen, maar vaak willen de mensen aan wie ze het vertellen zich inleven en nemen ze het verhaal over alsof het hun eigen verhaal is.’
Als laatste vertelt Timmers: ‘Je hoeft niet alleen verdrietig te zijn na het overlijd van iemand, je mag ook gewoon boos zijn, of juist opgelucht.’
Hier is nog een reportage van Lina Janssen van de voorstelling: