LEIDSCHE RIJN- Afgelopen woensdag is Graaf Junior weer van start gegaan. Het is dé cursus voor ambitieuze jonge archeologen in Leidsche Rijn. Eens per maand gaan kinderen van 8 tot 11 jaar op onderzoek uit en leren ze van alles over het vak. Elke maand wordt er een nieuw thema besproken en schuift er een echte archeoloog aan om de kinderen te vertellen over wat hij doet. Tijdens de introductieles was Herre Wynia van de partij. Daarin vertelt hij wat het vak inhoudt en beantwoordt hij vragen van kinderen in de klas. Herre heeft archeologie gestudeerd in Leiden en Amsterdam en is via de gemeente Utrecht terechtgekomen in Leidsche Rijn. Al vanaf de eerste schep is Herre betrokken bij de opgravingen in Langerak, een buurt in Leidsche Rijn.
Kunt u vertellen hoe zo’n dag eruitziet als archeoloog bij Graaf Junior?
Ik vind Graaf Junior echt de leukste club die er is. Ik doe niet alle lessen, vaak alleen de introductieles. De archeologen die de andere keren langskomen, wisselen af. Eentje vertelt dan over botten en de ander over aardewerk. Vaak praten we tijdens de introductie over wat een archeoloog is en wat hij doet, zoals of hij alleen maar dino’s en schatten opgraaft. Je probeert langzaam in allerlei stapjes uit te leggen dat dat niet zo is. Ik vind het zelf heel leuk om aan de hand van plaatjes met de kinderen te bespreken wat je op de plaatjes ziet. Heel interactief, want het zijn natuurlijk kinderen, die hebben al een lange dag op school gehad en die zijn een beetje moe. Toen ik jong was, was ik op vakantie in Frankrijk en toen vond ik iets bij een opgraving. Toen de archeoloog daar over vertelde dacht ik: dat is gaaf. Dat wil ik ook doen. En uiteindelijk ben ik ook archeoloog geworden. Graaf Junior bestaat ook al een tijdje. Bij ons bij de gemeente werken ook mensen die ooit bij Graaf Junior zijn begonnen, die nu ook zelf archeoloog zijn. Dat is leuk om terug te zien.
En is het dan moeilijk om aan die kinderen uit te leggen wat een archeoloog doet en wat het vak inhoudt?
Ja, we proberen het in makkelijke woorden en kleine stapjes uit te leggen wat het inhoudt. Archeologen zijn eigenlijk detectives, want we zoeken puzzelstukjes en bewijsmateriaal om te kijken wat er op een plek gebeurd is. En archeologen zijn ook vuilnismannen, want het meeste wat we opgraven is vuilnis. Je kunt die kinderen nooit alles vertellen, maar ik probeer ze met kleine stapjes te introduceren. Het is altijd heel bijzonder, er zitten ook altijd hele leuke kinderen bij.
Je ziet ook dat ze gelijk aan de slag zijn gegaan.
Ja, ze gaan gelijk graven. Ze zijn heel enthousiast.
Wat is het leukste wat u meeneemt uit de cursus?
Het enthousiasme, dat herken ik van vroeger bij mezelf. Aan sommige kinderen zie je dat ze het zo leuk vinden, die staan helemaal te stuiteren om meer te leren. Dat vind ik zo leuk, dat ze zo blij worden. Ze willen ook altijd hun eigen verhaal vertellen, dat vind ik grappig. Dan zeggen ze: ‘ik was een keer op vakantie en toen heb ik ook een keer wat gevonden.’ Dat brengt mij een beetje terug naar mijn eigen jeugd, zo was ik ook. Wie weet worden ze later ook archeoloog.
Hoe zorgt u ervoor dat u dat enthousiasme overbrengt aan die kinderen?
Dat ligt ook aan hoe je zelf bent. Ik ben van mezelf een heel enthousiast iemand. Ik probeer contact te maken met de kinderen. Ik probeer te zoeken naar wat werkt voor de kinderen en wat niet. En in hun enthousiasme meegaan natuurlijk. Ik ben ook geen docent dus ik doe maar wat, maar ik neem de kinderen wel serieus als ze een vraag hebben. Ook al is het een vraag die er niks mee te maken heeft, dan neem ik ze ook serieus.
Vindt u het belangrijk voor kinderen om mee te doen aan dit soort activiteiten?
Nou, het is natuurlijk wel belangrijk dat er een soort van interesse is, daar begint het wel. Je ziet ook dat de kinderen die hier zijn al bizar veel weten en dat is wel handig. Alles wat je vertelt vinden zij natuurlijk heel gaaf, maar dat geldt natuurlijk niet voor iedereen. Een ander kind moet lekker gaan voetballen en weer een ander moet iets lekker creatiefs gaan doen. Het is vooral heel leuk voor diegenen die er al interesse in hebben. Het is wel leuk dat de leeftijdscategorie, dus 8 tot 12, alles nog wel heel gaaf vinden. Als ze ouder worden vinden ze het dan niet meer zo cool. Het hangt natuurlijk ook een beetje van de ouders af. Die zien dan een leuke cursus en die denken dan: oh! Dat is iets voor mijn kind. En dat maakt wel uit.
Wat is het leukste dat u vandaag tijdens de cursus heeft meegemaakt?
Vandaag was er een jongetje dat een aantekeningenboekje had meegenomen en die zat alles heel fanatiek op te schrijven en te tekenen. Dat vond ik ontzettend leuk om te zien. Er zitten altijd wel bijzondere kinderen tussen, die bijvoorbeeld hoogbegaafd zijn of ADHD hebben. Daar moet je je wel op aanpassen. Er moet vooral veel plezier zijn. Je ziet dat de kinderen gelijk aan de slag gaan. Zonet kwamen ze ook aanrennen met iets wat ze zelf hadden gevonden. We staan hier natuurlijk op het Romeinse fort, dus het zou zomaar kunnen dat het stuk dakpan wat ze hebben gevonden ook echt oud is. Die vondst vergeten ze nooit meer!