Nieuwegein

Selecteer Pagina

‘Alles begon met opa’s moestuin’

‘Alles begon met opa’s moestuin’

Volgens onderzoek van Wageningen University besteden mensen in 2024 4% meer geld uit aan duurzaam voedsel dan het jaar ervoor. “Puur eten” is ook al een tijdje een trend online en het lijkt erop dat men zich steeds meer bewust wordt van wat erop het bord komt te liggen. Fort Vreeswijk en Tuin Brassica zijn de samenwerking aangegaan om puur eten makkelijker te maken voor de stedelingen. Anne Hollander van Tuin Brassica vertelt hoe haar familietuin in Schalkwijk uitgroeide tot een duurzame tuinderij en hoe ze puur eten dichter bij de stad brengt.

‘Tuin Brassica is genoemd naar de Latijnse naam voor kool. Mijn opa heette Arie Kool, dus we vonden dat wel een leuke knipoog. Het is eigenlijk allemaal bij hem begonnen, hij had in Schalkwijk een transportbedrijf en achter dat terrein had hij een grote moestuin, fruitbomen en een klein stukje bos dat hij zijn ‘natuurgebiedje’ noemde. Toen hij ouder werd, ging mijn moeder hem helpen, en later, toen ik een jaar of vijftien was, hielp ik weer mijn moeder. Het was toen allemaal heel kleinschalig en voor eigen gebruik. Maar op een gegeven moment hadden we veel te veel aardbeien en maakte oma potten jam tot de kelder vol stond. We konden het niet blijven weggeven, dus begonnen we voorzichtig met een kraampje op markten. Toen kwamen de bijen erbij, eerst voor de bestuiving, maar daarna hadden we natuurlijk ook honing. Zo groeide het stap voor stap uit tot meer dan alleen een hobby.

Langzaam begonnen ook anderen interesse te tonen, schoolklassen kwamen kijken bij de bijen, en we deden open tuindagen. Maar we liepen tegen praktische dingen aan, zo was er geen onderdak, geen toilet en geen professionele keuken om producten in te maken. In 2012 verhuisde het transportbedrijf van mijn opa naar een industrieterrein, waardoor de grond vrij kwam. Projectontwikkelaars stonden meteen op de stoep met plannen voor woningbouw, maar dat vonden we zonde. We hebben toen met de gemeente afgesproken dat het stuk tuin mocht blijven en dat op het terrein waar de vrachtwagens stonden starterswoningen gebouwd mochten worden. We hebben toen van dat moment gebruikgemaakt om een tuinhuis met een klein winkeltje te bouwen, met een keuken, kelder en rolstoeltoegankelijk toilet. Dat was eigenlijk het begin van Tuin Brassica in zijn huidige vorm, een meer professionele, maar nog steeds huiselijke moestuin.’

Uitbreiding
‘Een paar jaar geleden hebben we anderhalve hectare grond bijgekocht, zo’n tien minuten fietsen verderop. Daar telen we in vakken, met wisselteelt: prei, aardappels, pompoenen, bonen. Dat voelt meer als een echte tuinderij. We proberen heel bewust om bij te dragen aan biodiversiteit. Voor de bodem betekent dat we zo weinig mogelijk ploegen of spitten. We spuiten niets, geen insecticiden. We werken met bloemen en kruiden tussen de gewassen. Dat helpt tegen plagen, maar trekt ook insecten en vogels aan, en het is nog mooi ook. Het houdt bovendien onkruid beter onder controle.

We verkochten al producten in ons eigen tuinhuisje, maar sinds een tijdje leveren we ook groentetassen bij Fort Vreeswijk. Veel moestuinen werken met abonnementen, maar wij vonden het altijd belangrijk dat mensen zelf konden kiezen wat ze wilden. Totdat de mensen van Fort Vreeswijk vroegen of wij biotassen konden maken, daar hebben we ongeveer zeven of acht vaste klanten per week. Het is kleinschalig, maar gezellig.’

Stad en dorp
‘Ik kom zelf oorspronkelijk uit Utrecht, maar woon nu al een tijd in Schalkwijk. Daardoor ken ik beide werelden, stad en dorp. Hier in het dorp is de belangstelling voor biologisch en duurzaam eten nog kleiner. Mensen zijn traditioneler, veel hebben familie in de landbouw. Toch zie je dat er meer aandacht komt voor lokaal en duurzaam eten, vooral vanuit stedelijke gebieden als Houten, Nieuwegein en Utrecht. Daar zijn mensen bewuster bezig met wat ze kopen en eten. Sinds kort leveren we ook aan VOKO voedselcollectief Utrecht. Zij proberen lokaal voedsel van boeren naar de stad te brengen. Elke week geef ik door wat we kunnen leveren en zij verdelen dat onder hun leden. Dat loopt heel goed en het is leuk om te zien hoe zoiets groeit.

We werken ook met vrijwilligers, bijvoorbeeld bij transport en onderhoud. Zulke initiatieven zie je steeds vaker ontstaan, en dat vind ik heel hoopvol. Mensen willen weer betrokken zijn bij wat ze eten en hoe het wordt geproduceerd. In het dorp ligt dat anders. Veel bewoners hebben melkvee of familie in de landbouw en voelen zich snel aangevallen door duurzame ideeën. Toch heb ik daar veel begrip voor: ze werken keihard en met liefde voor hun dieren. Dat verdient respect, tegelijk geloof ik dat verandering nodig is. We kunnen niet doorgaan op de oude manier. De veestapel mag best kleiner en ik denk dat een combinatie van kleinschalige initiatieven zoals de onze en grootschaligere landbouw de toekomst heeft. Als we leren om elkaar niet als tegenpolen te zien, maar als aanvulling, kunnen we samen echt iets moois opbouwen. Tuin Brassica is voor mij het bewijs dat dat kan, geworteld in het verleden, maar groeiend naar een duurzamere toekomst.’

Over de auteur

Rynet Rulkens

Rynet Rulkens is eerstejaarsstudent journalistiek. Open, nieuwsgierig en eerlijk: zo ziet Rynet zichzelf en zo wil zij ook het nieuws brengen. Ze gaat geen gesprek uit de weg en wil altijd alle kanten van een verhaal horen om zo een compleet beeld te schetsen. Haar journalistieke interesses liggen vooral in de politiek. rynet.rulkens@student.hu.nl