In Fort Vreeswijk vond onlangs de eerste bijeenkomst van het Regionaal Alzheimer Trefpunt plaats. Een warme, open plek waar mensen met geheugenproblemen, hun naasten en mantelzorgers terechtkunnen voor steun, informatie en herkenning. Tijdens deze eerste editie sprak ik met Mariska Eiflaar van Movactor, die zich inzet om de drempel naar hulp te verlagen. Volgens haar is het belangrijk dat mensen al in een vroeg stadium over hun zorgen praten – niet pas als het echt misgaat.
‘Wat wij vaak zien,’ vertelt Eiflaar, ‘is dat mensen het spannend of zelfs eng vinden om hulp te zoeken. Het idee van oh nee, het zal toch niet… zorgt voor veel angst. Die angst maakt dat mensen de stap naar een specialist uitstellen, omdat ze het antwoord misschien nog niet durven te weten. Sommigen hopen dat het vanzelf overgaat. Ze denken: het zal wel de leeftijd zijn, of ik ben de laatste tijd zo druk geweest. Allerlei smoesjes, die eigenlijk voortkomen uit diezelfde angst.’
Volgens Eiflaar is het uitstellen van hulp niet alleen een kwestie van angst, maar ook van schaamte. ‘Er heerst nog altijd een groot taboe rondom dementie,’ zegt ze. “Mensen met dementie ontkennen het vaak of bagatelliseren het. Soms proberen ze het zelfs geheim te houden. Er is schaamte, omdat het onderwerp nog steeds als iets zwaars of beschamends wordt gezien.’
Juist daarom is het volgens haar zo belangrijk dat er plekken bestaan zoals het Alzheimer Trefpunt. ‘Met dit soort bijeenkomsten proberen we dat taboe te doorbreken. We willen laten zien dat dementie iets is wat bij het leven hoort – iets wat iedereen kan overkomen. En we komen het ook steeds vaker tegen. Door erover te praten, maken we het normaler. En dat maakt de stap om hulp te zoeken hopelijk kleiner.’
Naast de trefpuntbijeenkomsten zijn er in Nieuwegein nog andere initiatieven om mensen met geheugenproblemen en hun mantelzorgers te ondersteunen. ‘Bij Mantelzorg Nieuwegein richten ze zich vooral op de mensen die zorgen voor iemand met geheugenproblemen,’ legt Eiflaar uit. ‘Er worden verschillende activiteiten georganiseerd, zoals het Parkinson Café en gespreksgroepen – zowel voor mantelzorgers als voor mensen met dementie zelf. Zo kunnen ze ervaringen delen en elkaar steun bieden.’
Zelf organiseert Mariska Eiflaar ook dagactiviteiten voor mensen met beginnende geheugenproblemen. ‘Het doel daarvan is om het proces zoveel mogelijk te vertragen,’ vertelt ze. ‘Hoe meer je je geheugen blijft prikkelen, hoe langer het goed blijft werken – en dat geldt eigenlijk voor ons allemaal. Daarom is het belangrijk dat mensen actief blijven, meedoen en contact blijven houden met anderen.’
Toch is de eerste stap naar hulp vaak het moeilijkst. Veel mensen weten niet goed waar ze moeten beginnen of vrezen wat er zal gebeuren als ze hun zorgen delen. Eiflaar benadrukt dat het juist rust kan geven om het wél te bespreken. ‘Wat de huisarts ook vaak zegt: praat erover,’ zegt ze. ‘Misschien valt het allemaal mee, misschien is het niet het ergste scenario. Maar zelfs als er iets aan de hand is, kan het heel veel rust geven om duidelijkheid te hebben. Dan weet je waar je aan toe bent en kun je samen kijken wat nodig is.’
Tijdens de bijeenkomst in Fort Vreeswijk was duidelijk te merken hoe waardevol die openheid is. Mensen luisterden naar elkaars verhalen, stelden vragen en haalden zichtbaar opluchting uit het besef dat ze niet alleen staan. ‘Dat is precies wat we willen bereiken,’ zegt Eiflaar met een glimlach. “Dat mensen voelen: ik mag erover praten, ik hoef me niet te schamen, en er is hulp. Hoe eerder we dat normaliseren, hoe beter we samen kunnen omgaan met dementie.”
Het Alzheimer Trefpunt is er dus niet alleen om te informeren, maar vooral om het gesprek op gang te brengen. Want juist dat eerste gesprek kan het verschil maken. Zoals Eiflaar het samenvat: ‘Het begint met durven praten. Zodra we daar samen stappen in zetten, hoeven mensen niet meer te wachten tot het echt misgaat.’
 
							 
			 
			 
			