Factcheck— “Van de daadwerkelijk vrijgekomen woningen voor starters gaat er niet 7 maar 17 procent naar statushouders”
Korte uitspraak: Merel Ek zei dat niet 7, maar 17 procent van de daadwerkelijk vrijgekomen woningen voor starters naar statushouders gaat.
Oordeel: Misleidend.
Wat is er precies gezegd en waarom
De discussie gaat om verschillende percentages die worden genoemd in de media: 7 procent en 17 procent. Het Centraal Bureau voor de Statistiek publiceert voor 2022 dat bijna 7 procent van alle vrijgekomen corporatiewoningen dat jaar werd toegewezen aan huishoudens met statushouders. Een grote woningcorporatie in regio Amsterdam en Almere, woningcorporatie Ymere, geeft eenzelfde indicatie met 6,9% filmpje instagram Vluchtelingenwerk Nederland
Tegelijkertijd gaan er andere percentages rond, zoals de 17%, omdat mensen naar verschillende categorieën van woningen kijken. Dit kan worden benoemd bij woningen die specifiek aan starters worden toegewezen.
Wat zeggen de officiële cijfers
Als je de officiële cijfers volgt van de overheid en het CBS kom je al snel op de volgende percentages uit: Het Centraal Bureau voor de Statistiek meldt voor 2022 dat 11 duizend van de in totaal 162,5 duizend vrijgekomen corporatiewoningen werden toegewezen aan een huishouden met een statushouder. Dat is bijna 7 procent van alle vrijgekomen corporatiewoningen in dat jaar. De cijfers van het ministerie van BZK zegt echter wat anders. Deze geven voor de periode 2020-2021 namelijk aan dat dit percentage op 10,7% ligt. BZK
Het Centraal Bureau voor de Statistiek publiceert daarnaast een iets in een andere vorm. Van alle huishoudens die verhuisden naar een vrijgekomen corporatiewoning en geen vrije woning achterlieten, was 12 procent een huishouden met een statushouder. Dit gaat dus weer over een andere verhouding, omdat er een andere noemer is.
Waarom wordt 17% benoemd
Als je verder kijkt kan je inderdaad ook bij 17% uitkomen. Het draait namelijk om de keuze van degene die het percentage benoemt. Je kan verschillende berekeningen op basis van andere noemers maken die verschillende uitkomsten hebben.
- Alle vrijgekomen woningen bij woningcorporaties à Dan geeft CBS aan dat het 7% is. Dit geeft dus naar alle woningen: nieuwe woningen en woningen die opnieuw vrijkwamen.
- Woningen die specifiek aan starters worden toegewezen à Als je alleen vergelijkt met het totaal aantal woningen dat als starterswoning werd toegewezen, komt het aandeel dat naar statushouders gaat hoger uit. Door die manier van rekenen wordt 17% benoemd. CBS
Kortom, dit is een geheel ander antwoord op een hele andere vraag. Het is niet het antwoord op de vraag hoeveel procent van alle woningen naar statushouders gaat.
Maar 9% van de mensen die een corporatiewoning krijgen toegewezen is een statushouder
Dit kan ook simpel worden uitgelegd, de huishoudens van statushouder zijn meestal groter. “In 2022 trokken 269 duizend mensen in de 162,5 duizend vrijgekomen corporatiewoningen. Hiervan waren 24 duizend mensen (9 procent) statushouder. Het hogere aandeel statushouders dat naar een corporatiewoning verhuisde op persoonsniveau (vergeleken met 7 procent op huishoudensniveau) komt doordat huishoudens zonder statushouders gemiddeld uit minder mensen bestonden dan huishoudens met statushouders.” Centraal Bureau voor de Statistiek
Gebrek aan doorstroming
Naast deze cijfers is het ook niet alsof elke statushouder die daar recht toe heeft een huis krijgt: “Een derde van alle opvangbewoners heeft recht op een huis omdat diegene statushouder is.” Zegt Raineyl Zwarts, medewerker van Vluchtelingenwerk Nederland. Dus het is ook niet dat elke statushouder meteen een woning krijgt, wat soms in de media wordt geïnsinueerd.
Conclusie
De uitspraak van Merel Ek dat “niet 7 maar 17 procent van de daadwerkelijk vrijgekomen woningen voor starters naar statushouders gaat” is dus misleidend.
Volgens het CBS ging in 2022 7% van alle vrijgekomen corporatiewoningen naar een huishouden met een statushouder. Het hogere percentage van 17% komt alleen als je kijkt naar de woningen die specifiek naar starters gaan. Huishoudens met statushouders zijn gemiddeld groter, waardoor berekeningen per persoon hoger uitvallen. Ook is het beeld van de media incorrect dat elke statushouder meteen een huis krijgt.
Oordeel: De uitspraak heeft een kern van waarheid maar geeft zonder de juiste context een vertekend beeld.
Ik heb het CBS benaderd voor verdere uitleg van de cijfers, die hadden geen tijd om mij te woord te staan, het zelfde geldt voor het COA.